34 802 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/12/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PbEG L 70) voor overige luchthavens

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 22 december 2017.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 5 februari 2018.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 6 februari 2018.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2017

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels betreffende de tarieven en voorwaarden van overige luchthavens1.

Het ontwerpbesluit betreft de implementatie van EU-richtlijn nr. 2009/12 inzake luchthavengelden2. De richtlijn is voor overige luchthavens (andere luchthavens dan Schiphol) geïmplementeerd via een ingewikkelde bepaling van overgangsrecht die verwijst naar bepalingen van oud recht. Met het ontwerpbesluit worden deze bepalingen van oud recht uitgeschreven in een nieuwe besluit. Het betreft geen beleidsinhoudelijke wijziging, maar een wetstechnische exercitie omwille van de toegankelijkheid van regelgeving. Tegelijkertijd worden met het oog op een volledige implementatie van de richtlijn enkele aanpassingen gemaakt in de implementatieregelgeving.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure. Deze wordt geregeld met het voorstel van wet tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/12/EG inzake luchthavengelden (Kamerstuk 34 802). Het voorgestelde artikel 8.40i van de Wet luchtvaart biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van het voorgestelde artikel 40i van de Wet luchtvaart geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het kerstreces van uw Kamer verlengd tot 6 februari 2017.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Richtlijn nr. 2009/12/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PbEG L 70)

Naar boven