34 791 Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India en het Administratief Akkoord daarbij, ondertekend te New Delhi op 22 oktober 2009; ’s-Gravenhage, 27 juni 2017

A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 september 2017.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 20 oktober 2017.

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2017

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 27 juni 2017 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India en het Administratief Akkoord daarbij, ondertekend te New Delhi op 22 oktober 2009 (Trb. 2017, nr. 103).

Een toelichtende nota bij het Protocol treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

TOELICHTENDE NOTA

I. Algemeen

Met het onderhavige Protocol wordt het op 22 oktober 2009 te New Delhi tot stand gekomen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India, Trb. 2009, 213 (hierna: het Verdrag) in overeenstemming gebracht met de Wet van 29 maart 2012, houdende wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Stb. 2012,198), (hierna: Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid). Op basis van deze wet wordt de hoogte van bepaalde uitkeringen afgestemd op het niveau van de kosten van levensonderhoud van het woonland van de uitkeringsgerechtigde. Dit heeft tot gevolg dat de uitkering zoals die in het woonland tot uitbetaling komt, een percentage (tot maximaal 100%) bedraagt van de uitkering waarop de gerechtigde recht zou hebben indien de gerechtigde in Nederland zou hebben gewoond of verbleven. Het geldende percentage wordt de woonlandfactor genoemd. In 2017 bedraagt de woonlandfactor, zoals vastgesteld in de bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012, voor India 30%. Het woonlandbeginsel zal conform de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid worden toegepast op nabestaandenuitkeringen op basis van de Algemene nabestaandenwet (hierna: Anw) en Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA).

Het verdrag is reeds in lijn met de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met een andere vormgeving van de exportbeperking in de Algemene Kinderbijslagwet en het regelen van overgangsrecht voor de situatie van opzegging of wijziging van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie (Stb. 2014, 238). Op basis van het verdrag is het niet mogelijk om kinderbijslagen te exporteren naar India.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het Administratief Akkoord voor de uitvoering van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India, Trb. 2009, 213 (hierna: het Administratief Akkoord,) op een technisch punt te corrigeren. De betreffende correctie ziet op artikel 3, tweede lid, en betreft niet alleen een verwijzing naar artikel 3, eerste lid, onderdeel a, maar ook naar artikel 3, eerste lid, onderdeel b. Voor de uitwerking hiervan wordt verwezen naar de onderstaande toelichting op artikel II.

Naar het oordeel van de regering bevatten de artikelen I, II en III van het Protocol een ieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die aan de burger rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Met dit artikel wordt een nieuw artikel toegevoegd na artikel 5 in het Verdrag. Op basis hiervan kan Nederland het woonlandbeginsel toepassen op uitkeringen die naar India worden geëxporteerd.

Artikel II

Dit artikel is opgesteld in verband met een onvolledige verwijzing in artikel 3, tweede lid, van het Administratief Akkoord. De correctie betreft een vervanging van het tweede lid van artikel 3. Door deze correctie wordt in het nieuwe tweede lid niet alleen verwezen naar het eerste lid van artikel 3, sub a, maar ook naar sub b van het betreffende artikel. Dit heeft tot gevolg dat India en Nederland kopieën kunnen uitwisselen van detacheringsverklaringen voor meerdere categorieën werknemers zoals genoemd wordt in de artikelen 7, 8 en 9 van het Verdrag.

Artikel III

Dit artikel voorziet in een overgangsregeling voor personen die vóór de toepassing van het woonlandbeginsel als gevolg van deze verdragswijziging, reeds een uitkering ontvingen op basis van de Anw of de WIA. De uitkeringsrechten van deze personen worden niet geraakt door de toepassing van het woonlandbeginsel, mits zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in de overgangsbepaling.

Artikel IV

Dit artikel regelt de notificatie van de interne goedkeuringsprocedures en de inwerkingtreding van het protocol. Het protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de voltooiing van de ratificatie door beide partijen.

III. Koninkrijkspositie

Het Protocol zal wat het Koninkrijk betreft, evenals het Verdrag, alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven