34 790 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 6 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN DE DE HEER G.V.D.E. TE D.2 INZAKE UITSTEL VAN BETALING VAN OPENSTAANDE BELASTINGAANSLAGEN

Vastgesteld 14 juni 2018

Klacht

Verzoeker, handelaar in fietsen, beklaagt zich over de afwijzende beslissing van de directeur van de Belastingdienst op het beroep tegen het besluit van de ontvanger om geen uitstel van betaling te verlenen ten aanzien van openstaande belastingaanslagen van hemzelf, zijn echtgenote en hun onderneming.

Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker heeft een geschil met de Belastingdienst over de betaling van een aanzienlijke belastingschuld. Met zijn echtgenote bedrijft hij een fietsenzaak die in juni 2014 door een brand is getroffen, waardoor zowel zakelijk als privé een flinke schade is opgelopen. Als gevolg hiervan en ook vanwege het feit dat de schadeafhandeling door de verzekeraar (tot nu toe) niet tot een voor beide partijen bevredigend resultaat heeft geleid, heeft verzoeker een betalingsachterstand opgelopen. Verzoeker is in verweer gekomen tegen de beschikking van de Belastingontvanger om hem geen uitstel van betaling of een betalingsregeling toe te staan. In de uitspraak op het beroep oordeelt de directeur dat de ontvanger zijn beschikking in allle redelijkheid heeft genomen.

Overwegingen

In zijn antwoord gaat de Staatssecretaris in op de overwegingen die ten grondslag liggen aan de uitspraak op het beroep. Verzoeker zou onder andere nalatig zijn in het doen van aangifte omzetbelasting; hij kon redelijkerwijs vermoeden dat de belastingschuld zou ontstaan; de betalingsproblemen dateren al van vóór de brand en ook nieuw opgekomen fiscale verplichtingen zou hij niet nakomen, hetgeeen wijst op problemen van meer dan tijdelijke aard; uitstel van betaling kan slechts verleend worden bij volledige zekerheidstelling, waaraan verzoeker niet kan voldoen, ook niet nu hij aangeeft als ZZPer in de bouw werkzaam te zijn; en tot slot zou de door verzoeker voorgestelde betalingsregeling zich uitstrekken over een voor de ontvanger onaanvaardbare periode.

Verzoeker brengt hiertegen in niet langer nalatig te zijn bij het doen van aangifte. Ook vóór de brand waren er betalingsproblemen, maar die leken ten tijde van de brand oplosbaar. Wel geeft hij aan een probleem te hebben met de schadeafhandeling, omdat de verzekeraar nog geen 10% van de schade zou willen vergoeden. Hij meent met enig uitstel van betaling geholpen te zijn en na afwikkeling van de schadeclaim voor een groot deel aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.

De Staatssecretaris zegt begrip te tonen voor de ernstige problemen van verzoeker en zijn gezin als gevolg van de brand in zijn bedrijf, maar stelt dat uitstel van betaling op grond van het geldende beleid niet mogelijk is. Hij wijst verzoeker op de mogelijkheid van gemeentelijke schuldhulpverlening.

Oordeel van de commissie3

De commissie is van oordeel dat het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gedeeld. Zij onderschrijft het advies aan verzoeker om deskundige hulp in te roepen ten aanzien van schuldsanering.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Koopmans

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Koopmans (voorzitter VVD), Beertema (PVV), Bruins Slot (CDA), Bruins (CU), Ozutok (GL), Sazias (50PLUS), Raemakers (D66), en de plaatsvervangend leden: Futselaar (SP), Van Rooijen (50PLUS), Van Oosten (VVD).

Naar boven