34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2018

Op 5 februari 20181 heb ik de evaluatie van de Gezondheidsraad2 aan uw Kamer aangeboden. Hierbij bied ik u mijn beleidsreactie aan, mede namens de andere opdrachtgevers van de Gezondheidsraad (de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Waterstaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Deze evaluatie is een verplichting die voortkomt uit de Kaderwet adviescolleges en wordt sinds 1997 elke vier jaar uitgevoerd. De Gezondheidsraad heeft deze evaluatie door een externe commissie3 laten uitvoeren. In deze beleidsreactie zal ik eerst ingaan op de conclusies en aanbevelingen van de commissie en de reactie van de Gezondheidsraad op dit rapport. Daarna volgt mijn beleidsstandpunt.

Het evaluatierapport

De belangrijkste opdracht voor de commissie was het onder de loep nemen van de toekomstbestendigheid van de huidige vormgeving van de Gezondheidsraad.

De commissie concludeert dat de Gezondheidsraad in Nederland een groot gezag geniet en dat het werk van de Gezondheidsraad een grote doorwerking kent in het Nederlandse overheidsbeleid. Adviezen van de Gezondheidsraad worden breed aangehaald in het politieke en het maatschappelijk debat. Het gezag stoelt op de onafhankelijkheid van de Gezondheidsraad en de wetenschappelijke kwaliteit van de adviezen.

De commissie schetst een tijdsbeeld, waarin ontwikkelingen in de wetenschap en de maatschappij steeds sneller gaan. Er wordt steeds meer kennis gegenereerd. Informatie wordt steeds breder toegankelijk en de maatschappij vraagt steeds meer kennis. Tegelijkertijd neemt in algemene zin het gezag van autoriteiten af.

De commissie meent dat er juist in die context plaats is voor een adviesorgaan als de Gezondheidsraad; met een sterk wetenschappelijk profiel, die transparante en toegankelijke adviezen produceert.

Bovendien constateert de commissie dat de Gezondheidsraad zich in de communicatie steeds meer richt op het breed toegankelijk maken van zijn adviezen en daarin steeds beter slaagt.

De commissie gaat ook in op een terugkerend punt van zorg: de lange doorlooptijden van de adviezen. Ten opzichte van de vorige evaluatie over de periode 2010–20134, waarin de doorlooptijden toen ook al als aandachtspunt zijn benoemd, zijn deze niet verbeterd. De commissie wijdt de lange doorlooptijden aan diverse oorzaken, waaronder de interne werkprocessen van het wetenschappelijk secretariaat.

Aanbevelingen van de evaluatiecommissie

De commissie heeft tevens aanbevelingen gedaan om de toekomstbestendigheid van de Gezondheidsraad op de langere termijn te waarborgen. Op basis van haar onderzoek doet de commissie vier aanbevelingen:

Koester het wetenschappelijke profiel van de Gezondheidsraad door de toetsing van de adviezen in de Beraadgroep te verstevigen, door alleen te adviseren bij voldoende wetenschappelijk bewijs, door de transparantie van de methoden en van de onderliggende redenering van de adviezen te vergroten, door processen te standaardiseren, en door maatschappelijke partners alleen te betrekken bij de vraagarticulatie en implementatie van de adviezen.

Pas de werkwijzen grondig aan, onder andere door meer gebruik te maken van vaste commissies, door innovatieve technieken afkomstig uit de informatietechnologie toe te passen, door internationaal meer samen te werken, en door een efficiëntere inrichting van het adviestraject, zoals door middel van meerdaagse commissievergaderingen.

Versterk de leiding van de Gezondheidsraad door de interne organisatie te versterken, onder andere door de Presidiumcommissie meer gewicht te geven.

Creëer een wetenschappelijk secretariaat waarin de vernieuwing breed wordt omarmd en dat de competenties heeft om nieuwe werkwijzen toe te passen. De commissie is van oordeel dat de benodigde vernieuwingen slechts kans van slagen hebben, nadat het wetenschappelijk secretariaat fundamenteel is gereorganiseerd en vernieuwd.

Reactie Gezondheidsraad

De Gezondheidsraad deelt de visie van de evaluatiecommissie dat het wetenschappelijke profiel van de raad bestendiging verdient, omdat de raad hieraan zijn gezag ontleent. Daarnaast onderschrijft de Gezondheidsraad de overige aandachtspunten bij deze aanbeveling.

Om de doorlooptijden te verbeteren onderzoekt de Gezondheidsraad de instelling van meer vaste commissies en wordt het gebruik van geavanceerde technieken voor literatuuronderzoek verkend. Ook zal de Gezondheidsraad per werkterrein nagaan welke vorm van internationale uitwisseling het meeste rendabel is. Bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van internationale experts in commissies en bij peer reviews. Daarnaast onderzoekt de Gezondheidsraad de mogelijkheden om het adviestraject efficiënter in te richten.

De Gezondheidsraad is voornemens de interne organisatie beter te stroomlijnen en de positie van de leiding daarbij te verstevigen. De Gezondheidsraad onderschrijft de aanbeveling om de beraadsgroepen een duidelijker omschreven mandaat te geven, zodat de toetsing van conceptadviezen minder vrijblijvend wordt. Hierbij wordt ook verdere standaardisering van werkwijzen van commissies onder de loep genomen. De Gezondheidsraad voegt de beraadsgroepen niet samen zoals de commissie voorstelt.

Dit jaar staat wat het wetenschappelijk secretariaat betreft, in het teken van een reorganisatie. Het doel daarvan is het creëren van een wetenschappelijk secretariaat dat is toegesneden op een veranderende omgeving en beter weet aan te sluiten bij de behoeften van opdrachtgevers. Een secretariaat dat vernieuwing omarmt en de competenties heeft om te experimenteren met innovatieve werkwijzen.

Beleidsreactie

Het evaluatierapport geeft een helder oordeel over de positie en het functioneren van de Gezondheidsraad. Het bevestigt voor mij de belangrijke rol van de Gezondheidsraad in het politiek en publieke debat en het siert de Gezondheidsraad dat de wetenschappelijke kwaliteit van haar adviezen geroemd wordt. Het rapport maakt ook melding van de voortdurende zorgen over de lange doorlooptijden van adviezen. Dit zorgpunt deel ik en ik heb de Gezondheidsraad gevraagd dit onderwerp voortvarend op te pakken.

De commissie doet een serie aanbevelingen die mijns inziens de toekomstbestendigheid van de Gezondheidsraad kunnen versterken. In de reactie van de Gezondheidsraad lees ik dat zij met de aanbevelingen aan de slag gaan. In de gesprekken met de Gezondheidsraad zal de voortgang worden gemonitord, en zal worden bezien waar het ministerie hen kan ondersteunen. Hieronder zal ik op enkele specifieke aanbevelingen in gaan.

Bewaken wetenschappelijk profiel van de Gezondheidsraad

De commissie constateert dat de wetenschappelijke degelijkheid van de Gezondheidsraad zijn een unieke positie geeft. Ik vind de brede gezaghebbende rol die de Gezondheidsraad via zijn diverse adviezen in het politieke en publieke debat inneemt erg belangrijk. De meerwaarde van de Gezondheidsraad zit met name in het duiden van de stand van de wetenschap en aangeven hoe dat door kan werken in publiek beleid.

Ik hecht aan de kwaliteit van deze adviezen en zie de acties van de Gezondheidsraad om de wetenschappelijke kwaliteit vast te houden en verder te vergroten met vertrouwen tegemoet. Bijvoorbeeld door het nog duidelijker aangeven in de adviezen waar de beschrijving van de stand van wetenschappelijk onderzoek ophoudt en de normatieve afweging begint, verder kan het meer betrekken van jongere wetenschappers een extra dynamiek geven aan het wetenschappelijk profiel. En door gebruik te maken van meer innovatieve onderzoeksmethoden en meer internationale samenwerking. De Gezondheidsraad moet daarbij goed afwegen welke initiatieven ook daadwerkelijk op een efficiënte wijze bijdragen aan een betere Gezondheidsraad.

Doorlooptijden verbeteren

Uit de evaluatie blijkt dat de doorlooptijd van de adviezen opnieuw het zwakke punt is. Dit is een hardnekkig aandachtspunt en ik heb mijn zorgen over dit thema overgebracht aan de Gezondheidsraad. Ik vind het bemoedigend dat de Gezondheidsraad de interne werkwijze aanpast. Zeker ook gezien de terughoudendheid die de commissie constateert in haar advies. Dit loopt via meerdere sporen. Allereerst onderzoekt de Gezondheidsraad de instelling van meer vaste adviescommissies. Daarnaast verkent de Gezondheidsraad nieuwe technieken om literatuuronderzoek uit te voeren. Ik ga hierover graag verder in gesprek met de Gezondheidsraad. Eventuele aanpassingen mogen uiteraard geen afbreuk doen aan de wetenschappelijke kwaliteit van de Gezondheidsraad.

Versterken interne organisatie

De evaluatiecommissie constateert dat de Gezondheidsraad baat kan hebben bij een sterkere interne organisatie en de daarbij behorende sturing. De Gezondheidsraad reageert hier positief op. De raad geeft aan de presidiumcommissie in haar rol te versterken en er wordt een duidelijker scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de leiding van de Gezondheidsraad en het wetenschappelijk secretariaat aangebracht. Ik ben benieuwd hoe de Gezondheidsraad deze trajecten verder vorm wil geven en kijk uit naar de resultaten. Gedurende de implementatie zal ik een vinger aan de pols houden via de reguliere overleggen.

Wetenschappelijk secretariaat

De evaluatiecommissie prijst de kwaliteit van de adviezen en het gezag van de Gezondheidsraad. Deze lofuiting komt ook toe aan het wetenschappelijk secretariaat, vanwege hun aandeel bij de totstandkoming van een advies of rapport. Tegelijkertijd constateert de evaluatiecommissie ruimte voor verbetering. Ik vind het belangrijk te constateren dat het wetenschappelijk secretariaat open staat voor initiatieven die bijdragen aan vernieuwing en versnelling van de adviezen. Ik vind het bemoedigend dat de Gezondheidsraad al begonnen is met een veranderingstraject binnen het wetenschappelijk secretariaat. Ik volg dit traject op de voet, omdat ik de onderliggende doelen (beter aansluiten bij behoeften van opdrachtgevers, omarmen van vernieuwing, versterking aanpassingsvermogen en werkwijze innoveren) van groot belang vind voor de Gezondheidsraad als geheel.

Op basis van het rapport van de evaluatiecommissie en de adequate reactie daarop van de Gezondheidsraad, zie ik de komende periode met vertrouwen tegemoet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 123

X Noot
2

«Evaluatie van de Gezondheidsraad Periode 2013 – 2016»

X Noot
3

Prof. dr. Wim Derksen (voorzitter)

X Noot
4

Kamerstuk 33 750 XVI, nr. 88

Naar boven