34 775 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018

Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG C.S.

Ontvangen 19 december 2017

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 30.000 (x € 1.000).

II

In artikel 11 Uitvoering worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 30.000 (x € 1.000) inclusief uitvoeringskosten.

Toelichting

Om werklozen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie beter te begeleiden naar werk wordt in de WW de mogelijkheid geboden voor scholingstrajecten naar kansberoepen waar veel vraag naar werkenden is. De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe en tegelijkertijd neemt de langdurige werkloosheid nog niet sterk af. Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen krijgt het UWV de mogelijkheid om werklozen met hoge kans op langdurige werkloosheid, waaronder veel 45-plussers, een – bij voorkeur kortdurend (maximaal 1 jaar) – scholingstraject te laten volgen richting een kansberoep.

De scholingstrajecten worden mogelijk voor WW-gerechtigden die volgens de Werkverkenner en/of de beoordeling van de adviseur van het UWV een zwakke of matige arbeidsmarktpositie hebben. Ongeveer 80% van deze groep is ouder dan 45 jaar. De scholingstrajecten kunnen ingezet worden op twee manieren: gericht op directe werkhervatting in een krapteberoep of als scholing die bijdraagt aan een arrangement met een werkgever, waarbij een concrete baan in het vooruitzicht is gesteld. De trajecten zijn bedoeld om competenties te versterken zodat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter matchen. Door de trajecten in te zetten bij WW-gerechtigden kan de scholing (vraag)gericht worden ingezet.

De kosten bedragen maximaal € 2.500 per traject. Als de ondersteuning van de scholing wordt geboden in het kader van een arrangement met een werkgever kan van dit maximum worden afgeweken door het UWV.

Met een verwacht gemiddeld bedrag van € 2.100 kunnen ongeveer 12.500 werkzoekenden een traject volgen. Dekking wordt gevonden in de onderuitputting sectorplannen. Logica voor deze dekking is met name dat de regeling nauw aansluit bij het doel van de sectorplannen. Het amendement beoogt dat de trajecten over een periode van drie jaar (2018–2020) zullen worden aangeboden. De middelen op artikel 11 worden daarom verdeeld over de jaren 2018–2020 (€ 8 mln. in 2018 en € 11 mln. in 2019 en € 11 mln. in 2020). Over de voortgang en resultaten van de trajecten zal jaarlijks voor de begroting worden gerapporteerd en de inzet van deze scholingsmiddelen wordt geëvalueerd.

Van Weyenberg Wiersma Heerma Bruins

Naar boven