Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2017
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit1 houdende technische wijzigingen van enkele algemene maatregelen van bestuur op het
terrein van milieu, vervoer en water. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs
ik u naar de ontwerp-nota van toelichting2.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
van artikel 1, zevende lid, van de Drinkwaterwet, artikel 76, eerste lid, van de Kernenergiewet,
artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 7.4 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht en artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling
advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Ter voldoening aan artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 76,
eerste lid, van de Kernenergiewet is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekendgemaakt
om een ieder de gelegenheid te geven om tot 6 februari 2018 wensen en bedenkingen
kenbaar te maken.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn
in verband met het kerstreces van uw Kamer verlengd tot 6 februari 2018.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga