Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2018
Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport van de Auditdienst Rijk (ADR) «Munitievoorziening
bij crisisbeheersingsoperaties» aan1, zoals verzocht door het lid Bruins Slot (CDA) tijdens het VAO «Integrale aanpak
veiligheid en integriteit» op 16 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 81, item 10). Zoals toegezegd in de «Verzamelbrief algemeen overleg Integrale aanpak veiligheid
en integriteit» (Kamerstuk 34 775 X, nr. 106) wordt het rapport vanwege de operationele veiligheid in vertrouwen aangeboden.
In dit rapport, dat op verzoek van Defensie is opgesteld, geeft de ADR antwoord op
de centrale vraag: «Hoe kan de sturing en beheersing van de munitievoorziening bij
crisisbeheersingsoperaties (CBO) worden verbeterd?»
De ADR doet in het rapport vijf aanbevelingen. Deze hebben betrekking op: (a) het
verbeteren van de samenwerking in de munitieketen; (b) het verbeteren van de toegankelijkheid
van de regelgeving; (c) het aanstellen van een ketenregisseur; (d) het verbeteren
van de kennis en het inzicht op het gebied van munitie; en (e) het verbeteren van
het lerend vermogen van de organisatie.
Zoals verwoord in de beleidsreactie op het OVV-rapport «Mortierongeval Mali» dat op
28 maart 2018 is verzonden naar de Kamer (Kamerstuk 34 775 X, nr. 94), heeft Defensie vier van de vijf aanbevelingen vertaald in maatregelen. Dit betreft
de aanbevelingen (a), (b), (d). en (e).
De ADR adviseert in aanbeveling (c) een ketenregisseur aan te wijzen die het niveau
van de afzonderlijke ketenpartners kan ontstijgen en zorg kan dragen voor een omgeving
waarin men bereid is om te verbeteren en samen naar oplossingen te zoeken. De ketenregisseur
zou daarbij specifiek aandacht moeten besteden aan coördinatie, afstemming en communicatie
in de keten.
Defensie kiest niet voor het aanstellen van een ketenregisseur omdat dit zich niet
goed verhoudt tot de bestaande wijze van aansturing en daarmee de aansturing complexer
zou maken. Er wordt geïnvesteerd in het versterken van de schakels in de keten en
het duidelijker beleggen van de onderlinge verantwoordelijkheden. Dit is in lijn met
de aanbevolen wijze van ketensturing in de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur
(NORA)2.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser