De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd: en wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969.
II
In de beweegreden wordt na «van het Rijk behoren» ingevoegd: alsook dat het noodzakelijk
is de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aan te passen teneinde te kunnen voorzien
in dekking voor meer middelen voor werkdrukvermindering en salaris voor leraren in
het primair onderwijs.
III
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3a
In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt in de tabel van artikel 22, onder
IV, «25%» vervangen door: 26,28%.
IV
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 700.000 (x € 1.000).
Toelichting
Een achterblijvende beloning, een angstaanjagende hoeveelheid burn-outs, een toenemende
werkdruk en te grote klassen, zetten het primair onderwijs onder grote druk. Een van
onderaf opgekomen beweging van leraren als PO in Actie is hier een direct gevolg van.
Het regeerakkoord en de begroting OCW voor 2018 voorzien in enkele maatregelen, echter
niet in een afdoende totaalpakket dat het primair onderwijs de aandacht en financiële
ruimte geeft waar de sector zo naar snakt.
De indieners zijn van mening dat primair onderwijs van topniveau, gegeven door meesters
en juffen die de waardering krijgen die ze verdienen, van onschatbare waarde is. Teneinde
hier toch een financiële uiting aan te geven, zoeken zij aansluiting bij de eisen,
zoals geformuleerd door PO in Actie.
De voorgestelde 700 miljoen geven de ruimte om zowel op het gebied van beloning als
op het gebied van werkdruk tegemoet te komen aan de voorstellen van PO in Actie. Middels
een verhoging van de vpb dragen via dit voorstel de grote bedrijven iets meer bij
aan een hoogwaardige kenniseconomie, waar ook zij van profiteren.
Van den Hul Kwint Westerveld