34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2018

Nr. 146 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2018

Bij brief van 21 juni heeft uw Kamer mij verzocht om een reactie op het advies van de Onderwijsraad inzake het Tjalling Koopmans College te Harderwijk. Hierbij informeer ik uw Kamer dat ik het advies van de Onderwijsraad heb overgenomen en de stichtingsaanvraag van het Tjalling Koopmans College te Harderwijk heb afgewezen.

De stichtingsaanvraag voor het Tjalling Koopmans College te Harderwijk heb ik voor de wettelijke termijn van 1 november 2016 ontvangen. Het betrof een aanvraag voor stichting van een school voor havo op basis van een combinatie van een aantal verschillende richtingen. In afwachting van de uitspraak van de Raad van State inzake De Ozonlaag is deze stichtingsaanvraag, in overleg met de aanvrager, aangehouden.

De uitspraak van de Raad van State inzake De Ozonlaag heeft jurisprudentie tot stand gebracht over het toekennen van bekostiging voor een school of scholengemeenschap op basis van een combinatie van richtingen. De uitspraak van de Raad van State van 20 september 2017 geeft aan dat ik bij beoordeling van een stichtingsaanvraag er niet zondermeer vanuit kan gaan dat de belangstelling voor de ene richting opgeteld bij de belangstelling van een andere richting leidt tot een representatieve belangstelling voor die combinatie van richtingen.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State moet per combinatie van richtingen bekeken worden of die combinatie leidt tot een representatieve belangstelling. Om dit te beoordelen vraag ik onafhankelijk advies aan de Onderwijsraad bij stichtingsaanvragen op basis van een combinatie van richtingen; zo ook voor het Tjalling Koopmans College te Harderwijk. In het advies van 7 juni 2018 concludeert de Onderwijsraad dat in dit geval redelijkerwijs niet kan worden aangenomen dat de optelsom van de richtingen een belangstelling oplevert die representatief is voor de combinatie van die richtingen; te weten de richtingen algemeen bijzonder, rooms katholiek, islamitisch, antroposofisch, gereformeerd vrijgemaakt en reformatorisch.

Ik heb besloten dit advies te volgen en de stichtingsaanvraag af te wijzen. Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant. Ik heb deze publicatie bijgevoegd bij deze brief1.

Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven