34 775 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2018

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2017

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, het meerjarenprogramma 2018–2020 van de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) aan1.

De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor het belang van goed toezicht. Twee ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren in het bijzonder belangrijk geweest voor rijksinspecties. Zo heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in 2013 de aanbeveling gedaan aan alle toezichthouders jaarlijks een publieke «staat van de sector» te maken. En zijn in 2015 de «Aanwijzingen van de Minister-President voor de rijksinspecties» verschenen. Hierin herbevestigt de Minister-President het belang van de rol van toezicht en heeft hij regels vastgelegd om de eigen en onafhankelijke ruimte van een rijksinspectie te garanderen.

De Inspectie JenV valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en Veiligheid en voert haar taak als toezichthouder onafhankelijk en zelfstandig uit. Conform de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties bepaalt de Inspectie zelf op welke manier zij de onderzoeken uitvoert en komt zij onafhankelijk tot oordeelsvorming. En is zij transparant over de resultaten van het toezicht. Met haar toezicht geeft de Inspectie JenV informatie over de uitvoering, geeft ze aan of inspanningen het beoogde effect hebben en laat ze zien waar dat niet het geval is en waarom.

De Inspectie bestaat inmiddels vijf jaar. In deze periode is de toezichtbevoegdheid van de Inspectie uitgebreid tot het brede domein van justitie en veiligheid. Dit met respect voor de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de Zittende Magistratuur.

Hoofdlijnen van het meerjarenprogramma

De ontwikkelingen in het veld en het vijfjarig bestaan zijn aanleiding geweest om na te denken over de koers voor de komende jaren. Met dit meerjarenprogramma heeft de Inspectie de koers nu voor de komende jaren vastgesteld.

De koers kent vier hoofdlijnen:

  • De Inspectie bevordert het lerend vermogen van de organisaties waar zij toezicht op houdt.

  • De Inspectie richt haar toezicht meer op het functioneren van ketens en netwerken, met als uitgangspunt de maatschappelijke opgaven van JenV.

  • De Inspectie stelt periodieke beelden op over het functioneren van de uitvoering.

  • De Inspectie heeft een vanzelfsprekende rol bij het onderzoeken van incidenten binnen het terrein van JenV.

Met de uitvoering van de koers wil de Inspectie een bijdrage leveren de vervulling van de maatschappelijke opgaven op het brede domein van justitie en veiligheid.

Het meerjarenprogramma bevat naast de koers voor de komende jaren ook de feitelijke uitwerking. Per toezichtgebied staan de vanuit risicoanalyse bepaalde activiteiten voor de komende jaren benoemd. De ervaring leert dat gedurende het jaar incidenten en actuele onderwerpen opkomen die vragen om onderzoek door de Inspectie. Zij bepaalt in zo’n situatie de prioriteit van de onderzoeken uit haar werkprogramma opnieuw. De Inspectie JenV legt hierover verantwoording af in haar jaarbericht.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven