34 775 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2018

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juli 2018

Op 24 augustus 2017 heeft mijn voorganger u geïnformeerd over de juridische procedure die de Nederlandse staat is gestart tegen Deutsche Bank AG (DB) om duidelijkheid te verkrijgen over de uitleg van het International Swaps and Derivatives Association (ISDA) contract (Kamerstuk 34 550 IX, nr. 30). De aanleiding voor deze procedure is een verschil van mening over de negatieve rentevergoeding over onderpand dat DB in contanten stort bij de Nederlandse staat. Op het ISDA-contract is Engels recht van toepassing en om die reden is de procedure aanhangig gemaakt bij de Commercial Court in Londen.

Vandaag heeft de Engelse rechter uitspraak gedaan en is de Nederlandse staat in het ongelijk gesteld. De uitspraak komt erop neer dat negatieve rente niet betaald en ook niet verrekend hoeft te worden met het onderpand in contanten dat DB bij de staat heeft gestort. Voor de staat betekent dit een verlies dat inmiddels is opgelopen tot circa 18 miljoen euro.

Gelet op deze uitslag heb ik juridisch advies ingewonnen bij mijn advocaten. Zij hebben geadviseerd om hoger beroep in te stellen. Ik heb dan ook besloten om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak. Ook deze beroepsprocedure wordt gevoerd voor de Engelse rechter, ditmaal de Court of Appeal te Londen.

Ik zal u over de uitkomst van deze beroepsprocedure te zijner tijd informeren.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven