Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2018
De motie van de leden Van den Berg, Diertens, Bosman, Van der Graaf, Kuiken en Van
Raak (Kamerstuk 34 775 IV, nr. 23) verzoekt de regering, in overleg met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba de mogelijkheden te onderzoeken om met expertise van bijvoorbeeld Wageningen
Universiteit een innovatief land- en tuinbouwbeleid te ondersteunen en te realiseren,
zodat de eilanden zoveel mogelijk in de eigen voedselproductie kunnen voorzien.
Het kabinet onderschrijft de strekking van deze motie. Vordering op het gebied van
innovatieve voedselproductie maakt de eilanden minder afhankelijk van de import van
goederen, draagt bij aan de armoedebestrijding en is onderdeel van een duurzaam ontwikkelingstraject.
De afgelopen jaren heeft Wageningen University and Research (WUR) met betrekking tot
diverse landbouwprojecten op Bonaire, Sint Eustatius en Saba rapporten opgeleverd.
Een terugkomend feit is dat op de eilanden, en met name op Bonaire en Sint Eustatius,
er sprake is van droogte en overbegrazing. Dat vormt een uitdaging voor het land-
en tuinbouwbeleid, waar een oplossing voor gevonden dient te worden wil het land-
en tuinbouwbeleid effectief zijn.
De WUR doet in opdracht van de Stichting Plattelandsontwikkeling Bonaire onderzoek
naar welke alternatieve gewassen er verbouwd kunnen worden om als veevoer in gebruik
te nemen. Daarnaast heeft de WUR een onderzoek gedaan naar de geitenhouderij op het
eiland. Uit het onderzoek blijkt dat de geitenhouderij in de huidige vorm geen toekomst
heeft: er zijn veel problemen met diefstal en wilde honden. De prijs van geitenvlees
is laag en de opbrengsten zijn marginaal. Het openbaar lichaam Bonaire heeft aan de
WUR gevraagd een plan op te stellen voor de professionalisering van de geitenhouderij.
De kunukero’s en geitenhouders willen hun geiten wel binnen de hekken houden, mits
essentiële behoeften als voldoende water en betaalbaar veevoer beschikbaar zijn.
Tezamen helpen deze maatregelen de juiste randvoorwaarden te creëren voor duurzaam
land- en tuinbouwbeleid op de eilanden.
Door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel (LNV) zijn reeds projecten gestimuleerd
voor het verbouwen van groenten met zilt water, en de ontwikkeling van het landbouwgebied
Tras Montagna op Bonaire. Verder zijn twee kassenprojecten voor scholen geïnitieerd,
met als doel om de kennis over en interesse in het verbouwen van groente en fruit
te vergroten. Het eerste kassenproject start op Bonaire. Een tweede kassenproject zal starten op Saba. Ook op Sint Eustatius wordt geïnventariseerd op welke
manier het potentieel voor land- en tuinbouw zo effectief mogelijk kan worden ondersteund.
Dit zijn positieve ontwikkelingen. Een meer structurele inzet op land- en tuinbouwontwikkeling
is echter nodig willen de eilanden stappen kunnen maken naar zelfvoorzienende en innovatieve
voedselproductie. Hiervoor is uiteraard de medewerking van de openbare lichamen noodzakelijk.
Dat vraagt in den brede om besluitvaardigheid en continuïteit van het lokale bestuur
op de eilanden en om lokale projectuitvoering waarvoor vertrouwen en commitment uitgangspunten
zijn. Goed bestuur is een vereiste om deze programma’s uit te voeren. De Minister
van LNV is met inachtneming van deze omstandigheden bereid om met de eilandbesturen
in overleg te treden om eigen land- en tuinbouwprogramma’s op de eilanden te ontwikkelen
samen met de kennisinstituten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops