Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2018
Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties informeer
ik u hierbij over de evaluatie van de justitiële rijkswetten.
Bij brief van 8 oktober 2015 heeft mijn voorganger conform de Rijkswet Gemeenschappelijk
Hof van Justitie, de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten
en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving
het eindverslag van de Evaluatiecommissie justitiële rijkswetten aan u toegezonden
(Kamerstuk 34 300 IV, nr. 22).
In de brief van 8 oktober 2015 heeft mijn voorganger tevens toegezegd om samen met
de collega Ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten te werken aan
een appreciatie van het eindverslag van de Evaluatiecommissie en deze aan uw Kamer
toe te zenden.
Onder aansturing van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) heeft een speciaal daarvoor
opgerichte interlandelijke werkgroep een gezamenlijke Koninkrijksreactie op de evaluatie
van justitiële Rijkswetten opgesteld. Onlangs is deze reactie door de Rijksministerraad
vastgesteld. Hierbij zend ik u de gezamenlijke Koninkrijksreactie op de evaluatie
van de justitiële Rijkswetten, waarmee ik aan de eerder gedane toezegging gestand
doe1.
Thans zal ik, in samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de actiepunten die
uit de gezamenlijke Koninkrijksreactie voortvloeien ter hand nemen. Het halfjaarlijkse
JVO zal toezien op de voortgang van de uitvoering van de actiepunten. Ik zal uw Kamer
informeren over de relevante ontwikkelingen hierin.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus