34 775 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2018

Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2017

Van 27 november tot en met 3 december 2017 heb ik een kennismakingsbezoek gebracht aan de Bovenwindse Eilanden. Aan het slot van deze reis heb ik Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit Koningin Máxima mogen begeleiden. Zij waren in het Caribisch gebied ter gelegenheid van de viering van Saba Dag op 1 december en grepen de gelegenheid aan om ook in Sint Eustatius en Sint Maarten een beeld te krijgen van het herstel na de orkanen Irma en Maria. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de hoofdlijn van mijn politieke contacten, gesprekken en bevindingen.

Op Sint Maarten heb ik met Gouverneur Holiday teruggeblikt op het politiek-bestuurlijk handelen na de orkaan en gesproken over de actuele politieke situatie in het land Sint Maarten. Vlak voor mijn bezoek was na een aanwijzing van de Rijksministerraad een einde gekomen aan de ontoelaatbare patstelling, veroorzaakt door het aanblijven van demissionair premier Marlin na een tweede motie van wantrouwen. Op dit moment vindt de formatie van een interim-kabinet plaats en op 26 februari 2018 zijn er verkiezingen gepland.

Met demissionair Minister-President Boasman en de demissionaire Ministers Gibson (Financiën), Jacobs (OCJS) en Emanuel (VROMI) besprak ik de wederopbouw, de middelen die Nederland daarvoor beschikbaar heeft gesteld en de voorwaarden die daarbij gelden. De heer Boasman dankte voor het fonds van 550 miljoen euro dat Nederland beschikbaar heeft gesteld en gaf aan dat na het advies van de Raad van Advies de Staten nu naar verwachting snel zullen besluiten over het landsbesluit tot oprichting van de Integriteitskamer. Van mijn kant heb ik benadrukt dat in het belang van de bevolking van Sint Maarten nu snel zichtbaar resultaat moet worden geboekt. Daarbij heb ik de noodzaak van een goede samenwerking met Saint Martin onderstreept. Ook is toegelicht dat Nederland onderzoekt of een derde partij, bij voorkeur de Wereldbank, bij de wederopbouwinspanningen kan worden betrokken. In het aansluitende gesprek met parlementsvoorzitter Wescott kwamen deze onderwerpen ook aan de orde. Met Minister Lee (VSA) heb ik later die week kunnen spreken, onder meer over de plannen voor nieuwbouw van het ziekenhuis, ook van belang voor de inwoners van Saba en Sint Eustatius.

Een scherp beeld van de uitdaging waarvoor Sint Maarten staat kreeg ik tijdens een bezoek aan het havenbedrijf, een tocht met de kustwacht door de lagune en een rondrit over het eiland waarbij ik mensen sprak die zeer zwaar getroffen zijn door de orkaan. De veerkracht van de samenleving geeft hoop voor de toekomst. Maar structureel zicht op verbetering ontstaat pas als herstelwerkzaamheden het mogelijk maken dat de toeristenstroom weer op gang komt en de economie opkrabbelt. Dit beeld werd bevestigd door contact met vertegenwoordigers van een groot aantal niet-gouvernementele organisaties (Ngo’s). Medewerkers van deze Ngo’s maakten vaak letterlijk het verschil in de eerste periode na de orkaan. Het Rode Kruis en het Wit-Gele Kruis zijn daarvan goede voorbeelden. Van deze kracht zullen we ook tijdens de wederopbouw gebruik moeten maken om duurzaam succesvol te zijn en ook om sociale uitdagingen op de kortere termijn het hoofd te bieden.

Met de prefect van Saint Martin, mevrouw Laubies, besprak ik de noodzaak van een intensieve samenwerking bij de wederopbouw. De regering van Sint Maarten heeft die contacten de laatste tijd gemeden. Heden heb ik met mijn Franse ambtsgenoot Girardin besproken hoe onze inspanningen elkaar kunnen versterken.

Saba heeft zich de afgelopen weken zeer ingespannen om de ravage die de orkanen op het eiland achterlieten op te ruimen en het herstel ter hand te nemen. Evenals op de andere eilanden was er bij bestuurders en bevolking grote waardering voor de rol die de Nederlandse militairen gespeeld hebben in de cruciale fase na de ramp, zowel bij het aanleveren van noodzakelijke eerste levensbehoeften als bij opruim- en herstelwerkzaamheden. Ik heb gezaghebber Johnson en de gedeputeerden Zagers en Wilson gecomplimenteerd met de wijze waarop het bestuurscollege invulling geeft aan haar taken en verantwoordelijkheden. Ter ondersteuning van de eilandelijke taken heb ik twee miljoen euro toegezegd, waarbij Saba de ruimte krijgt deze middelen maximaal aan te laten sluiten bij de lokale behoeften. Daarmee geeft Nederland aan dat goed bestuur loont. Het adagium «more for more, less for less» is daarbij leidend.

Hoewel de haven weer bruikbaar is gemaakt, zal duurzaam herstel nog een grote inspanning vergen.

Tijdens mijn verblijf heb ik een goed beeld gekregen hoe op maat oplossingen worden gezocht die aansluiten bij de kleine schaal. De sociale woningbouw en investeringen in duurzame voedselproductie mogen hiervoor model staan.

Mijn bezoek aan Sint Eustatius stond in het teken van de grote zorgen die er bestaan over de kwaliteit van het bestuur. Niet voor niets bestaat er voorafgaand toezicht door het College Financieel Toezicht en is een Commissie van Wijzen ingesteld, die kort na de jaarwisseling met een bestandsopname en aanbevelingen voor de toekomst komt. Waarnemend gezaghebber J. Woodley is zich zeer bewust van de ernst van de situatie, maar heeft in de praktijk te maken met een bestuurscollege, gesteund door de meerderheid van de eilandraad, dat bestaande afspraken (i.c. de WolBES) met voeten treedt.

Gedeputeerde C. Woodley had voor mijn komst al publiekelijk te kennen gegeven het contact met mij te zullen mijden; gedeputeerde Simmons heb ik wel ontmoet. Hem heb ik aangegeven dat Nederland klaar staat om te helpen bij het herstel van de orkaanschade, maar dat bestaande wet- en regelgeving zal moeten worden gerespecteerd. De twee miljoen euro die Nederland beschikbaar heeft gesteld ter ondersteuning van de eilandelijke taken is daarom – anders dan bij Saba – aan strikte voorwaarden gebonden.

De hele eilandsraad was uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Raadslid Sneek was niet in de gelegenheid wegens een bezoek aan Nederland. De heer Van Putten was zonder bericht van verhindering afwezig, wat mij de mogelijkheid ontnam rechtstreeks te melden hoe onbestaanbaar zijn recente uitlatingen over de bejegening van Nederlandse militairen zijn. Vanzelfsprekend heb ik mijn opvattingen daarover tijdens het bezoek wel gedeeld. Met de drie overige eilandraadsleden besprak ik de relatie tussen Sint Eustatius en Nederland. Zoals ook tijdens de behandeling van de begroting Koninkrijksrelaties met uw Kamer besproken, heb ik daarbij onderstreept dat alleen goed bestuur kan leiden tot meer eigen beleidsruimte. Eigenmachtig handelen zal die ruimte kleiner maken.

Ook op Sint Eustatius valt nog veel orkaanschade te herstellen. De inwoners zijn blij met de middelen die de overheid daarvoor beschikbaar heeft gesteld, heb ik in gesprekken met getroffenen kunnen vaststellen. Gelukkig is er al het nodige gebeurd. De leden van het comité wederopbouw hebben hun ambities voor de komende periode gedeeld, die er toe moeten leiden dat iedereen weer kan beschikken over elementaire basisbehoeften.

De orkanen hebben ook de natuur boven en onder water flinke schade berokkend. De natuurbeschermingsorganisatie Stenapa, die binnenkort haar 20-jarig jubileum viert, heeft daarvan een indringend beeld geschetst. Van mijn kant heb ik benadrukt dat met goede projectplannen ook op dit terrein gebruik gemaakt kan worden van de middelen bestemd voor wederopbouw. Duurzaamheid en natuurbescherming speelden ook een belangrijke rol bij de werkbezoeken van Z.M. de Koning en H.M. Koningin Máxima rond de viering van Saba Dag. Op Sint Eustatius bezochten zij het zonnepanelenpark gekoppeld aan een tuinbouwproject, dat gaat voorzien in de helft van de lokale energiebehoefte en de noodzaak duur voedsel te importeren vermindert. Met hun duik bij de Saba Bank en de daaraan voorafgaande briefing door de Saba Conservation Foundation over de onschatbare waarde van dit gebied, heeft het koninklijk paar het belang van vitaal koraal onder de aandacht van een groot publiek gebracht.

Het bezoek aan de Bovenwindse Eilanden onderstreept nog eens de verbondenheid binnen het Koninkrijk. Na de noodhulp, direct nadat de orkanen Irma en Maria toesloegen, begint nu de fase van wederopbouw. De mensen in Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius zijn gebaat bij snelle en zichtbare resultaten. Bij het herstel van elementaire voorzieningen, beperking van de sociale gevolgen van de ramp en het op gang brengen van de economie.

Andere wederopbouwinspanningen zullen een langere adem vergen. Met de inspanning van iedereen die daarbij verantwoordelijkheid draagt moet het gaan lukken. Ik zal uw Kamer regelmatig over de voortgang informeren.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven