Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2023
Met uw brief van 5 april jl. hebben leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport aanvullende vragen over mijn plan van aanpak inzake de invoeringstoets
Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) gesteld. Tevens vraagt u mij u te laten weten
of ik de verzoeken zal inwilligen.
Ik zal in de invoeringstoets uw verzoeken zo veel mogelijk herkenbaar laten terugkomen.
Daarbij wil ik wel opmerken dat het in veel gevallen nog te vroeg is om uitgebreid
antwoord te kunnen geven op bepaalde vragen. De invoeringstoets is een eerste indruk
van de werking van de wet. Op een aantal verzoeken waar ik niet of minder uitvoerig
op zal ingaan geef ik graag een reactie.
Gevolgen van de Wtza voor betrokken partijen
De commissie verzoekt of de invoeringstoets kan ingaan op de gevolgen van de wet voor
mensen en private partijen en voor de uitvoering. In de invoeringstoets ga ik in op
de gevolgen voor private partijen (zorgaanbieders) en de uitvoering omdat de Wtza
richt zich tot zorgaanbieders. Via de verschillende brancheorganisaties zijn de zorgaanbieders
nadrukkelijk bevraagd naar hun ervaringen met de Wtza. In mijn plan van aanpak heb
ik ook aangegeven nauw contact te houden met de betrokken uitvoerende en toezichthoudende
partijen, zoals het CIBG, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa). Bovendien worden signalen, vragen en knelpunten die bij het
CIBG of IGJ zijn binnengekomen via hun klantcontactcentra meegenomen. Omdat de Wtza
en onderliggende regelgeving zijn gericht op zorgaanbieders, is er geen rechtstreekse
werking voor burgers (patiënten en cliënten). Deze doelgroep wordt in het kader van
deze invoeringstoets dan ook niet bevraagd.
Scope van de invoeringstoets
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zal de invoeringstoets zich richten op de meldplicht
en vergunningplicht. Daar is inmiddels enige ervaring opgedaan sinds 1 januari 2022
waardoor ook concrete signalen en knelpunten naar boven komen. De onderdelen uit de
Aanpassingswet toetreding zorgaanbieders (AWtza) waar de openbare jaarverantwoording
onderdeel van uit maakt, bevinden zich vanwege het overgangsregime nog in de opstartfase.
Dat betekent dat er nog geen of heel weinig ervaring in de praktijk is opgedaan. Daarmee
is er ook nog weinig zicht op welke knelpunten zich in de praktijk voordoen en hoe
vaak een knelpunt dan voorkomt.
Voor het onderdeel jaarverantwoording zal een eerder aan uw Kamer toegezegde commissie
gevraagd worden nadrukkelijk te kijken naar de regeldruk in de praktijk en de mogelijkheden
voor een zo eenvoudig mogelijke uitvoering van de openbare jaarverantwoording. Zij
kan dat niet voor 2024 doen omdat 31 december 2023 de datum is van de verruimde openbaarmakingstermijn
die geldt voor bestaande zorgaanbieders waarvoor de jaarverantwoording nieuw is.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder