34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders)

G/ nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 8 april 2021.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 8 mei 2021.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2021

Hierbij zend ik u het Besluit houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi in verband met de invoering van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza)1. De datum van inwerkingtreding van het besluit wordt bij koninklijk besluit vastgesteld.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure, geregeld in artikel 65 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). In dat artikel is bepaald dat een krachtens die wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal en in werking treedt op een tijdstip dat – nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken – bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn van dertig dagen door of namens een der Kamers de wens te kennen is gegeven dat het in de algemene maatregel van bestuur geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld.

Het onderhavige besluit strekt ertoe een aantal technische aanpassingen aan te brengen in het Uitvoeringsbesluit WTZi. Deze technische aanpassingen zijn noodzakelijk in verband met de in artikel I van de AWtza opgenomen wijzigingen van de WTZi, waarmee de in de WTZi opgenomen bepalingen met betrekking tot de toelating worden geschrapt. De reden voor het schrappen van die bepalingen is dat het toelatingssysteem van de WTZi wordt vervangen door de meldplicht en het vergunningsysteem van de Wet toetreding zorgaanbieders.

Voor uw informatie zijn het (blanco) advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over dit besluit alsmede het nader rapport ter zake, bij deze brief gevoegd2.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 januari 2022.

Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven