34 757 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Verzamelwet IenM 2018)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is in de Wet luchtvaart, de Spoorwegwet, de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, de Wet havenstaatcontrole, de Wet zeevarenden, de Wet pleziervaartuigen 2016 en de Wet personenvervoer 2000 wijzigingen, bijstellingen en technische verbeteringen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Aan het slot van de omschrijving van het begrip «basisverordening» wordt het volgende zinsdeel toegevoegd: of een verordening die daarvoor in de plaats treedt.

B

In artikel 8.25dj, vierde lid, wordt «overeenkomstig de artikelen 8.25d tot en met 8.25h« vervangen door «overeenkomstig de artikelen 8.25d tot en met 8.25h en de krachtens deze artikelen gestelde regels», wordt «artikel 8.25d, eerste, vierde, vijfde en zesde lid» vervangen door «artikel 8.25d» en wordt «artikel 8.25di» vervangen door «deze artikelen».

C

Artikel 8.58 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Provinciale staten kunnen voor een luchthaven een commissie regionaal overleg luchthaven instellen.

2. In het tweede lid wordt «De commissie bestaat uit» vervangen door: Indien provinciale staten voor een luchthaven een commissie instellen, bestaat de commissie uit.

ARTIKEL II

De Spoorwegwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 51a, vierde lid, onder b, wordt «Onze Minister» vervangen door: degene onder wiens gezag de veiligheidsfunctie, bedoeld in de aanhef, wordt uitgeoefend.

B

In artikel 57, vierde lid, wordt «artikel 20, eerste of derde lid, van de Wet personenvervoer 2000» vervangen door: artikel 20, eerste en vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000.

ARTIKEL III

In artikel 43, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt «en 72, eerste en derde lid van verordening (EU) Nr. 528/2012» vervangen door: 72, eerste en derde lid en 95, tweede lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012.

ARTIKEL IV

Artikel 11d van de Wet havenstaatcontrole komt te luiden:

Artikel 11d

  • 1. Onze Minister kan een besluit nemen tot verwijdering van een schip uit een haven indien bij een inspectie wordt vastgesteld dat het certificaat, bedoeld in bijlage IV, onder 41, van de richtlijn of het conformiteitsdocument, bedoeld in bijlage IV, onder 50, van de richtlijn, niet aan boord is.

  • 2. De havenbeheerder van een haven weigert een schip de toegang tot zijn haven, indien met betrekking tot dit schip in een haven van een lidstaat een besluit is genomen tot verwijdering ervan vanwege het niet aan boord hebben van het certificaat, bedoeld in bijlage IV, onder 41, van de richtlijn of het conformiteitsdocument, bedoeld in bijlage IV, onder 50, van de richtlijn, totdat de exploitant kennis geeft van een dergelijk bewijs.

ARTIKEL V

Na artikel 78 van de Wet zeevarenden wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 79

Ingeval bij of krachtens deze wet regels worden gesteld ter uitvoering van het STCW-Verdrag, het SOLAS-verdrag of het Maritiem Arbeidsverdrag, kan overtreding van die regels ook als strafbaar feit worden aangemerkt dan wel worden bestraft met een bestuurlijke sanctie indien deze regels in de Engelse taal zijn gesteld en bekend gemaakt.

ARTIKEL VI

Aan artikel 6 van de Wet pleziervaartuigen 2016 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het in artikel 7, zevende lid, en artikel 9, vierde lid, van de richtlijn bedoelde product gaat vergezeld van een handleiding in de door Onze Minister vast te stellen talen.

ARTIKEL VII

In artikel 19b, eerste en derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 wordt «artikel 20, eerste of derde lid» vervangen door: artikel 20, eerste en vierde lid.

ARTIKEL VIII

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IX

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet IenM 2018.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Naar boven