Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel II, onderdeel A, wordt «Bij verdenking van een terroristisch misdrijf kan
tevens» vervangen door: Bij verdenking van een van de misdrijven omschreven in de
artikelen 114b, 120b, 140a, 176b, 289a, 304b en 415b, van het Wetboek van Strafrecht
kan tevens.
Toelichting
Zoals in het regeerakkoord is aangekondigd wordt het onderdeel van het wetsvoorstel
dat bewerkstelligt dat verdachten van terroristische misdrijven gedurende een langere
termijn in voorlopige hechtenis kunnen worden gehouden op basis van een verdenking
van een terroristisch misdrijf, gewijzigd. Het desbetreffende onderdeel wordt toegespitst
op een specifieke categorie van ernstige terroristische misdrijven. Het gaat daarbij
om de misdrijven waarvan terugkeerders uit de terroristische strijdgebieden in het
Midden-Oosten worden verdacht – een groep van verdachten waar toepassing van de maatregel
nodig zou kunnen zijn: in het bijzonder het plegen van terroristische aanslagen, voorbereiding
van terroristische aanslagen en deelneming aan een terroristische organisatie. Meer
concreet gaat het om de misdrijven in het kader van de voorbereiding van terroristische
misdrijven (terroristische misdrijven waarop artikel 96, tweede lid, Sr van toepassing
is, te weten de misdrijven omschreven in de artikelen 114b, 120b, 176b, 289a, 304b
en 415b Sr) en het misdrijf deelneming aan een terroristische organisatie (artikel 140a Sr).
Op deze wijze wordt de reikwijdte van de maatregel beperkt, terwijl tegelijkertijd
niet wordt uitgesloten dat de maatregel indien noodzakelijk kan worden toegepast in
relatie tot verdachten die van dezelfde zware terroristische misdrijven worden verdacht,
maar die niet, of van wie het niet zeker is of zij, als terugkeerder kunnen worden
aangemerkt.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus