34 739 Regels over de informatie-uitwisseling betreffende bovengrondse en ondergrondse infrastructuur van netten en netwerken ter voorkoming van graafschade en ter bevordering van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid, alsmede wijziging van de Telecommunicatiewet ter bevordering van medegebruik van fysieke infrastructuur en van de gecoördineerde aanleg van civiele werken (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken)

Nr. 9 HERDRUK1 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERG C.S.

Ontvangen 15 november 2017

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 36, onderdeel E, wordt in onderdeel c «verzoekt» vervangen door: een redelijk verzoek doet.

Toelichting

Het amendement heeft als doel dat alleen redelijke verzoeken aanleiding kunnen vormen voor het opruimen van aangelegde kabels die gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar geen deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Uit de memorie van toelichting op het wetsvoorstel kan worden afgeleid dat in lijn met richtlijn 2014/61/EU van het Europese parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid een verzoek tot verwijdering geen betrekking kan hebben op kabels die gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar geen deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en die geschikt zijn voor breedband, dan wel op kabels ten behoeve van het aansluiten van gebruikers op een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in het derde en vierde lid van artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet. De richtlijn heeft tot doel om door het gezamenlijk gebruik van bestaande fysieke infrastructuur de efficiënte aanleg van breedbandnetwerken mogelijk te maken en daarmee de kosten te verminderen. Gelet op de doelstelling van de richtlijn is het opruimen van ongebruikte kabels die geschikt zijn voor breedband of het aansluiten van gebruikers op een openbaar elektronisch communicatienetwerk een vorm van kapitaalvernietiging en volgens de indieners daarom niet wenselijk. Uit het oogpunt van kosten en maatschappelijke overlast is het bovendien wenselijk verwijderingswerkzaamheden uit te voeren op een moment dat reeds andere graafwerkzaamheden plaatsvinden. Dit voorkomt dat de grond meermaals open moet. Een redelijk verzoek houdt rekening met genoemde aspecten door mee te wegen of opruimwerkzaamheden gelijktijdig met andere graafwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd of anderszins geen onnodige graafoverlast oplevert. Een verzoek tot opruiming van ongebruikte kabels is in beginsel niet redelijk indien het infrastructuur betreft die technisch geschikt is voor breedband of voor het aansluiten van gebruikers op een openbaar elektronisch netwerk.

De indieners vinden het proportioneel dat de wetgever de kaders van de wet stelt en dat die op lokaal niveau geëffectueerd kunnen worden in plaats van dat de kaderstelling wordt overgelaten aan bedrijven en gedoogplichtigen. De wijziging biedt rechtszekerheid doordat de systematiek van de redelijke verzoeken op meerdere plaatsen in de Telecommunicatiewet en het voorliggende wetsvoorstel wordt gebruikt, mede met het doel toezichthouders een maatstaf te geven om die belangenafweging te kunnen toetsen.

Van den Berg Weverling Paternotte Bruins


X Noot
1

I.v.m. correctie in ondertekening.

Naar boven