34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 29 mei 2018

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie van de regering op hun eerdere inbreng rond het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen. De leden van de fracties van VVD, SP, PvdA en ChristenUnie sluiten zich bij deze vragen aan.

Tussentijdse contacten met vertegenwoordigers van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en de Vereniging Hogescholen (VH) bevestigden de indruk dat ook vanuit de instellingen met de nodige scepsis wordt gekeken naar de door het wetsvoorstel gewekte verwachtingen van besparingen in kosten en tijd. Gevraagd naar de beleidsvoorkeuren bleek dat de universiteiten graag zo gauw mogelijk zouden willen afkoersen op de instellingsaccreditatie naar Vlaams voorbeeld (met opleidingsvisitatie als nadrukkelijk verplicht onderdeel) en dat de hogescholen het liefst de mogelijkheid zouden willen hebben om te kunnen kiezen tussen die instellingsaccreditatie en de huidige opleidingsaccreditatie. Beide beschouwen zodoende de huidige wet als op zijn best een kleine stap in de goede richting, en ervaren de door de Minister in het recente sectorakkoord gedane toezegging van een «verkenning» als wel erg vrijblijvend.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering om een reactie op het bovenstaande. In het bijzonder zouden zij graag van de regering de verzekering krijgen dat de toegezegde verkenning binnen afzienbare tijd (zeg, een jaar) voltooid zal worden en dat onder meer de twee hierboven aangeduide voorkeursvarianten daarin ruimschoots aandacht zullen krijgen. In afwachting daarvan vragen zij de regering om de inspanningen in tijd en geld binnen het stelsel de komende tijd nauwkeurig te blijven volgen, om de impact van mogelijke veranderingen zo accuraat mogelijk in kaart te kunnen brengen.

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de nadere memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor


X Noot
1

Samenstelling: Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA), (voorzitter), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Köhler (SP), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66), (vice-voorzitter), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV) en Van Zandbrink (PvdA).

Naar boven