Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I worden na onderdeel U twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
U1
In artikel 9.30a, tweede lid, onderdeel b, vervalt «, eerste lid,».
U2
In artikel 9.33, eerste lid, onderdeel b, vervalt «eerste lid,».
B
In artikel I worden na onderdeel W twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
W1
In artikel 10.16b, tweede lid, onderdeel b, vervalt «, eerste lid,».
W2
In artikel 10.20, eerste lid, onderdeel b, vervalt «eerste lid,».
C
In artikel I worden na onderdeel Z twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
Z1
In artikel 16.14, tweede lid, wordt «1.18, eerste lid, eerste en tweede volzin, en
tweede lid,» vervangen door «1.18, eerste en tweede volzin,».
Z2
In artikel 18.2, eerste lid, vervalt «eerste lid,».
D
In artikel I worden na onderdeel AA twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
AA1
In artikel 18.29, eerste lid, vervalt «eerste lid,».
AA2
In artikel 18.30, eerste lid, vervalt «eerste lid,».
E
Na artikel VIII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIIA WIJZIGING VAN DE POLITIEWET 2012
In artikel 102, eerste lid, van de Politiewet 2012 vervalt «eerste lid,».
Toelichting
Bij nadere bestudering is gebleken dat de wijziging van artikel 1.18 van de Wet op
het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek consequenties heeft voor een aantal
andere bepalingen omdat daarin verwezen wordt naar het eerste lid van dat artikel
terwijl het nieuwe artikel 1.18 geen indeling in leden meer kent. Inhoudelijk is er
niets veranderd in vergelijking met de huidige bepalingen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven