De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het
voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet
genoegzaam voorbereid.
1. Inleiding
De leden van de SP-fractie hebben over het algemeen met goedkeuring kennisgenomen
van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben hierover slechts een paar kritische vragen.
Voornoemde leden lezen dat de aanpassingen van technische aard zijn. Dit betekent
dus dat er geen inhoudelijke wijzigingen in de nationale insolventieprocedures plaatsvinden?
Op welke wijze staat deze verordening in verhouding tot de nog in onderhandeling zijnde
richtlijn herstructurering en insolventie?
De aan het woord zijnde leden ontvangen voorts graag een uitgebreide reactie op de
door de Nederlandse Orde van Advocaten aangevoerde knelpunten zoals verwoord in hun
brief van 30 juni 20171 aan de vaste commissie van Veiligheid en Justitie.
2. Herstructureringsprocedures
De leden van de SP-fractie lezen dat het materiële toepassingsgebied wordt uitgebreid.
Gaat dit niet verder dan slechts een, zoals hiervoor genoemde, aanpassing van technische
aard? Zo nee, waarom niet? In hoeverre bestaat de kans dat er hierdoor in Nederland
herstructureringsprocedures kunnen worden toegepast waarbij de positie van werknemers,
schuldeisers en derden slechter zijn gewaarborgd dan naar Nederlands recht? Kan het
antwoord worden toegelicht?
3. Centrum van de voornaamste belangen en vestiging
De leden van de SP-fractie willen weten of de aanscherping van de opening van een
territoriale procedure leidt tot consequenties in de praktijk. Zo ja, wat voor consequenties?
Zo nee, waarom niet?
4. Secundaire insolventieprocedures
Een rechter kan straks om voor de leden van de SP-fractie begrijpelijke redenen, een
aangevraagde opening van een secundaire insolventieprocedure weigeren of uitstellen.
Klopt het dat de rechter dit alleen mag doen als alsnog in de hoofdinsolventieprocedure
voldoende rekening gehouden wordt met de bescherming van plaatselijke schuldeisers?
Wat de aan het woord zijnde leden betreft is dat een zeer belangrijke voorwaarde.
Graag ontvangen zij uitsluitsel hierover.
5. Insolventieregisters en standaardformulieren
De Raad voor de rechtspraak zal nog bezien in hoeverre het Centraal Insolventieregister
aanpassing behoeft. De leden van de SP-fractie vragen of dit reeds is gebeurd of dat
dit in ieder geval gebeurd zal zijn voor inwerkingtreding van onderhavig wetsvoorstel.
De fungerend voorzitter van de commissie, Visser
Adjunct-griffier van de commissie, Zeldenrijk