Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34717 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34717 nr. B |
Vastgesteld 30 januari 2018
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel Implementatie EU-Richtlijn betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog een aantal vragen.
De fractieleden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding daarvan nog een aantal vragen.
De fractieleden van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van de Richtlijn (EU) 2015/1513 (hierna: de richtlijn) en de wijze waarop Nederland deze implementeert. Zij willen graag nog een aantal vragen stellen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie constateren dat in Nederland sojaolie en palmolie momenteel niet worden gebruikt in de biobrandstof. In het wetsvoorstel blijft deze mogelijkheid echter nog wel bestaan. Waarom is er niet voor gekozen om het gebruik ook in de toekomst te voorkomen?
De fractieleden van de D66 hebben vernomen dat er tot 2020 nog een dubbeltelling zal blijven bestaan. Een weging van de factor twee zorgt voor een zeer sterke prikkel om een brandstof in de categorie van niet-conventionele biobrandstof te krijgen. Door middel van blending en splitsing kunnen fysieke eigenschappen van brandstoffen gemanipuleerd worden en kan er fraude worden gepleegd. Hoe zou dit voorkomen kunnen worden? De D66-fractieleden maken zich ook zorgen over de kosten van de handhaving. Kan de regering daarvan een indicatie geven?
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat in Europees verband moet worden ingezet op biobrandstofbeleid waarbij een realistische inschatting wordt gemaakt voor daadwerkelijke CO2-uitstoot en landgebruik van verschillende biobrandstoffen. De huidige categorisering lijkt niet volledig recht te doen aan duurzaamheid van de vele variaties. Is de categorisering in het wetsvoorstel voldoende doelmatig?
De fractieleden van D66 hebben kennisgenomen van Europese voornemens om de richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen2 te vernieuwen. Kan de regering aangeven wat hieromtrent de Nederlandse inzet is in termen van de hernieuwbare energie-doelstelling in 2030? Hoe verhoudt de Nederlandse ambitie zich ten opzichte van andere Europese lidstaten? Vindt de regering daarnaast dat nationale doelstellingen omtrent hernieuwbare energie nodig zijn? Of is een gezamenlijk Europees doel meer wenselijk?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Door de menging van fossiele brandstof met biobrandstof is meer landbouwgrond nodig om deze biobrandstoffen te realiseren. Dit gaat ten koste van landerijen waar nu voedsel wordt verbouwd. Kan de regering aangeven om hoeveel hectare het gaat? Kan zij tevens aangeven of bij de productie van deze biobrandstoffen wederom budget wordt vrijgemaakt om deze producenten te subsidiëren? Zo nee, als het zo lucratief is om grondstoffen voor biobrandstoffen te verbouwen, waarom doen boeren dat nu dan niet?
Bij 10% van de oudere auto’s wordt het problematisch om op E10-brandstof nog een goede verbranding te hebben. Zal er voor deze voertuigen nog wel voldoende brandstof aan de pomp verkrijgbaar zijn om zonder problemen te kunnen rijden?
E10-brandstof is duurder dan de gebruikelijke euro98. Gaat de Nederlandse automobilist hiervoor worden gecompenseerd? In België heeft de regering de accijnzen verlaagd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Momenteel stopt Nederland geen voedselgewassen in de brandstoftank. Dat is ook voor de toekomst niet de bedoeling. In hoeverre garandeert de regering dat dit ook in de toekomst niet zal gebeuren? Wanneer het duidelijk niet de bedoeling is voedselgewassen in de brandstof te doen, waarom maakt Nederland dan niet duidelijk dat dit een no-go is? Wat is de reden om blijkbaar akkoord te gaan met een percentage van 5%?
Welke pogingen gaat de regering ondernemen om te bewerkstelligen dat het doel dat ook in de rest van Europa geen voedselgewassen in de tank verdwijnen, versneld wordt bereikt?
Hoeveel landbouwgrond wordt nu ingezet voor de productie van biobrandstoffen, en hoeveel zal dat in de nabije toekomst zijn? Oftewel: hoeveel landbouwgrond wordt daar de komende jaren voor ingezet? Weet u welke Nederlandse bedrijven hierin investeren en om hoeveel grond het gaat?
In hoeverre wordt met dit wetsvoorstel gewerkt aan de opgave tot CO2-reductie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De richtlijn verplicht Nederland om in 2020 minimaal jaarlijks 10% van de energie voor vervoer uit hernieuwbare bronnen te laten bestaan. Dit draagt bij aan het behalen van de doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020.
Nederland wil het aandeel «hernieuwbaar» in energie voor vervoer uit maximaal 5% voedselgewassen laten bestaan en gaat daarmee verder dan de richtlijn die het maximum op 7% stelt. Toch hebben de GroenLinks-fractieleden hier kritische vragen over. Inmiddels onderhandelt de EU over een nieuwe richtlijn die strengere eisen gaat stellen aan de kwaliteit en herkomst van de biomassa in energie voor vervoer. De EU zet in op een verbod op palmolie en sojaolie (het Europees Parlement heeft onlangs gestemd voor een verbod op palmolie als brandstof) en zet ook in op volledige uitfasering van voedselgewassen als brandstof na 2030. Waarom anticipeert de regering niet op deze aanscherping vanaf 2021 door het aandeel voedselgewassen c.q. eerste generatie biobrandstoffen te bevriezen op het huidige niveau, zoals het Verenigd Koninkrijk doet? Het huidige aandeel is 1,4 tot 1,8% in de mix. De 5% die de regering voorstelt, ligt daar aanzienlijk boven en biedt ruimte voor extra voedselgewassen, waaronder bijvoorbeeld palmolie en sojaolie. Graag een reactie van de regering.
Hoe voorkomt de regering dat het aandeel eerste generatie biobrandstoffen c.q. voedselgewassen sterk groeit, en straks vanaf 2021 weer omlaag moet worden gebracht? Is zij het met de fractieleden van GroenLinks eens dat dit onwenselijk is en tot economische en ecologische schade leidt?
Waarom zet de regering de jaarverplichting tot bijmenging van biomassa in brandstof niet op maximaal 10%?
Welke aanscherpingen van criteria voor biomassa zal de regering voorstellen, zodat de ruimte die nu bestaat voor niet-duurzame biomassa, verdringing van voedselproductie, en extra kappen van bos voor biomassa in brandstof, nihil zal zijn? Graag een reactie van de regering.
De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 23 februari 2018.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Nooren
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer
Samenstelling:
Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Sent (PvdA), Vos (GL), P. van Dijk (PVV), Vlietstra (PvdA), Atsma (CDA), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vice-voorzitter), N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Nooren (PvdA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV),Van der Sluijs (PVV)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34717-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.