34 717 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof

Nr. 25 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2018

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren op welke wijze ik het amendement Ziengs/Von Martels (Kamerstuk 34 717, nr. 22) implementeer, dat op 12 december 2017 is aangenomen bij de behandeling van de wijzing van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de ILUC-richtlijn. Tevens geef ik in deze brief antwoord op de vraag die lid Ziengs tijdens het AO Milieuraad van 20 februari 2018 heeft gesteld over SDE+ gesubsidieerde bioCNG.

Amendement Ziengs/Von Martels

Het amendement bewerkstelligt dat niet-conventionele biobrandstoffen die niet opgenomen zijn in bijlage IX van de Richtlijn hernieuwbare energie niet onder de categorie HBE «conventioneel» vallen, waarvoor een limiet geldt, maar gaan vallen onder de categorie HBE «overig», waar ze enkel zullen tellen. Artikel 3 lid 4 onderdeel d van de Richtlijn hernieuwbare energie limiteert het aandeel van energie uit biobrandstoffen geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen en uit gewassen die als hoofdgewas primair voor energiedoeleinden op landbouwgronden worden geteeld. Biobrandstoffen gemaakt van producten of bijproducten van deze gewassen zijn volgens deze bepaling conventionele biobrandstoffen en kunnen volgens de richtlijn dus niet worden ondergebracht in de categorie HBE «overig». In lijn met het amendement Ziengs/Von Martels heb ik de NEa geïnstrueerd de verschuiving van de categorie HBE «conventioneel» naar de categorie HBE «overig» wel mogelijk te maken voor andere bijproducten, zoals dierlijke vet categorie 3, die niet van de eerder genoemde gewassen zijn gemaakt.

SDE+ subsidie bioCNG

Lid Ziengs heeft gevraagd of voor met SDE+ subsidie geproduceerd groen gas (bioCNG) ook Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s) verkregen kunnen worden. Het antwoord op de vraag is negatief. In het Besluit energie vervoer is dit vastgelegd. Indien voor een geleverde hoeveelheid met SDE+ gesubsidieerd groen gas (bioCNG) ook HBE’s verkregen konden worden, dan zou dezelfde hoeveelheid groen gas tweemaal financieel beloond worden. Dit mag volgens de Europese staatssteunregels niet. De producent van groen gas kan kiezen of hij een SDE+ subsidie wil voor groen gas dat ingezet wordt voor de verduurzaming van niet-vervoersectoren of HBE’s, die ingezet worden voor de verduurzaming van de transportsector.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven