34 700 Kabinetsformatie 2017

Nr. 8 BRIEF VAN DE INFORMATEUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2017

Op 28 maart 2017 nam de Tweede Kamer de (gewijzigde) motie-Rutte c.s. (Kamerstuk 34 700, nr. 5) aan om mij tot informateur te benoemen (Handelingen II 2016/17, nr. 60, item 10). De opdracht luidde om, met inachtneming van het verslag van de verkenning (Kamerstuk 34 700, nr. 1), «de mogelijkheid te onderzoeken van een stabiel kabinet uit VVD, CDA, D66 en Groen Links en hierover verslag uit te brengen met een advies over de voortgang van de kabinets(in)formatie ten behoeve van de voorbereiding van een debat op basis van artikel 139a van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer». U heeft mij na de stemming op dezelfde dag ontvangen ter bevestiging van de benoeming en de opdracht (Kamerstuk 34 700, nr. 6). Daarna hebben u en ik enkele malen contact gehad over de voortgang van de gesprekken met betrekking tot de informatie. Op donderdag 11 mei jl. heb ik u, naar aanleiding van vragen van leden van de Tweede Kamer over de voortgang, schriftelijk geïnformeerd (Kamerstuk 34 700, nr. 7).

De opdracht van de Tweede Kamer was inhoudelijk moeilijk. De winnaars van de verkiezingen en de grootste partij waren voor de informatie vooral bijeengebracht op basis van de verkiezingsuitslag, niet op basis van programmatische overeenkomsten. Dat betekende dat een breed politiek inhoudelijk spectrum overbrugd zou moeten worden om een coalitie te kunnen vormen. Ik ben de informatie daarom begonnen met bilaterale gesprekken met elk van de betrokken fractievoorzitters. In deze gesprekken heb ik geïnventariseerd welke verwachtingen er bij hen bestonden ten aanzien van het door mij te verrichten onderzoek en wat hun inzet zou zijn in deze informatie. Hieruit bleek dat migratie, klimaat en inkomensbeleid hoofdonderwerpen van bespreking zouden zijn. Dit waren hoofdonderwerpen in inhoudelijke zin, maar ook met het oog op de politieke verschillen die op deze onderwerpen groot zijn.

De voorbereiding voor de besprekingen van alle onderwerpen vond op verschillende manieren plaats. Onderwerpen werden door mij, of door de deelnemers – in verschillende samenstelling – inhoudelijk voorbereid. Zo nodig werden schriftelijke vragen gesteld aan bewindspersonen. Daarnaast gaven ambtenaren een technische toelichting.

Alle belangrijke vraagstukken zijn eenmaal of meerdere malen aan de orde geweest. Op enkele onderwerpen kon een voorlopige of voorwaardelijke overeenstemming worden bereikt of leek overeenstemming in het verschiet te liggen. Besluiten en compromissen kunnen evenwel pas definitief zijn als overeenstemming over een totaal akkoord is bereikt. De onderwerpen migratie, klimaat en inkomensbeleid kwamen vanaf het begin frequent aan de orde. Dit waren overkoepelende thema’s die ook terugkeerden in hiermee nauw verweven deelonderwerpen. Relevant voor klimaat zijn onder andere mobiliteit, landbouw, emissiehandel en gebouwde omgeving. Voor inkomen zijn deelonderwerpen relevant zoals arbeidsmarkt, belastingstelsel, eigen betalingen in de zorg en pensioen. Voor migratie zijn dat de Europese context, de lokale context en juridische vraagstukken. Al deze onderwerpen vergden in meer of mindere mate nader technisch onderzoek over feiten en opties. Op alle terreinen werd – soms meer en soms minder – voortgang geboekt.

Op meerdere aspecten van het onderwerp migratie konden de vier fractievoorzitters op 11 mei uiteindelijk geen overeenstemming bereiken en stemden zij in met voortzetting van de besprekingen hierover op maandag 15 mei. Tijdens het weekeinde heb ik de vier fractievoorzitters elk afzonderlijk gevraagd maandag 15 mei tot besluiten te komen, omdat uitstel geen nieuwe inzichten zou opleveren. Maandagochtend 15 mei zijn de besprekingen over het onderwerp migratie hervat.

Ondanks verschillende schorsingen en bilateralen heb ik aan het einde van de middag moeten vaststellen dat de gezamenlijke conclusie van de vier fractievoorzitters is dat bij dit belangrijke onderwerp de vereiste gemeenschappelijke basis voor voortzetting van de besprekingen en de totstandkoming van een akkoord ontbreekt. In deze omstandigheden acht ik voortzetting van mijn onderzoek zinvol noch geboden. Hierover heb ik u gisteren geïnformeerd, evenals Z.M. de Koning.

Gelet op mijn opdracht en op grond van het door mij verrichte onderzoek, zoals toegelicht in dit verslag, stel ik vast dat de gevoerde besprekingen niet hebben geleid tot de mogelijkheid van totstandkoming van een kabinet uit VVD, CDA, D66 en Groen Links en adviseer ik u, conform mijn opdracht en met instemming van de voorzitters van de fracties van VVD, CDA, D66 en Groen Links, om in een debat op basis van artikel 139a van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer de benoeming te bespreken van een informateur.

Deze informateur zou als opdracht kunnen krijgen om, met inachtneming van dit verslag, op korte termijn de mogelijkheden te verkennen die er thans zijn voor de vorming van een kabinet dat kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en daarbij aan te geven op welke wijze dit tot stand kan komen.

Met de aanbieding van dit verslag beschouw ik mijn werkzaamheden als informateur als beëindigd.

Ik dank u, de voorzitters van de fracties van VVD, CDA, D66 en Groen Links en de fractieleden die hen vergezelden voor het in mij gestelde vertrouwen. Gaarne ben ik bereid een debat over dit verslag bij te wonen en de leden van de Tweede Kamer dan desgevraagd inlichtingen te verstrekken.

E.I. Schippers

Naar boven