34 700 Kabinetsformatie 2017

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2018

Transparantie van het (in)formatieproces is geregeld onderwerp van discussie. De belangen van toegankelijkheid van informatie en van verantwoording staan daarbij naast die van de noodzaak van het in vertrouwen verkennen van standpunten tussen potentiële coalitiepartners. In de publieke discussie die is ontstaan over de totstandkoming van het voornemen van het kabinet om de dividendbelasting af te schaffen spelen deze belangen eveneens een rol.

In het Kamerdebat van 15 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 22, item 6) heb ik gezegd dat er naar mijn beste weten geen memo over de dividendbelasting heeft gelegen die is uitgevraagd via de informateur of informeel, maar natuurlijk wel allerlei teksten in wording die onderdeel zijn van een formatieproces. Daarmee heb ik onbedoeld de suggestie gewekt dat er geen memo’s over de dividendbelasting ten behoeve van de formatie zouden zijn.

Minister Wiebes heeft afgelopen vrijdag na de ministerraad met de media gesproken. Dat gesprek ging – in zijn beleving – over de «veelbesproken» memo over afschaffing van de dividendbelasting ten behoeve van de formatie. Minister Wiebes heeft in dat gesprek aangegeven niet te weten om welk document het ging en dat hij dit document niet kent. De Minister hecht eraan hierbij opgemerkt te hebben dat hij daarbij had moeten aangegeven dat dit niet betekende dat hij in het geheel geen stukken kende over de ontwikkelingen rond de dividendbelasting.

Hiermee is een situatie gecreëerd waarin onduidelijkheid is ontstaan over de vraag of er stukken waren ten behoeve van de onderhandelingen over dit onderwerp in de informatie. Dat heeft mij aanleiding gegeven de kwestie van de openbaarheid van stukken ten behoeve van de over dit onderwerp onderhandelende partijen in de afgelopen informatie opnieuw tegen het licht te houden en deze stukken alsnog aan uw Kamer te verstrekken. Ik licht dat als volgt toe.

Het is al geruime tijd de praktijk dat de informateur en de formateur door middel van openbare verslagen uw Kamer informeren. Ook is het al geruime tijd vaste praktijk dat de informateur en de formateur een archief aanleggen. Dit archief wordt door de formateur na afloop van de formatie overgedragen aan het Ministerie van Algemene Zaken dat het toegankelijk maakt voor het publiek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur. De Minister-President draagt een afschrift van het openbare archief over aan de voorzitter van de Tweede Kamer.

In het archief worden, naast de correspondentie van de informateur met de voorzitter van uw Kamer, opgenomen de stukken die onderhandelende partijen via de informateur hebben ontvangen en afschriften van de vragen die namens de onderhandelende partijen door de informateur aan departementen zijn gesteld, de antwoorden daarop en stukken die de informateur van derden ontvangt. Het archief over de (in)formatie 2017 is na de formatie openbaar gemaakt (Kamerstuk 34 700, nr. 45).

Voor overige stukken die de onderhandelende partijen, al dan niet afzonderlijk, bij hun werkzaamheden hebben gebruikt, geldt dat deze niet openbaar zijn. Dat is het geval omdat dergelijke stukken veelal inzicht bieden in de voorstellen die deelnemende partijen hebben overwogen en de gezichtspunten, argumenten en feitelijke gegevens die daarin wel of niet zijn betrokken. Openbaarmaking van dergelijke stukken doet namelijk afbreuk aan de bescherming van de noodzakelijke vertrouwelijkheid waarin informatiebesprekingen en onderhandelingen plaatsvinden en waarbinnen de daaraan deelnemende partijen hun standpunten moeten kunnen bepalen. Ook kan de openbaarmaking van dergelijke documenten ertoe leiden dat het vertrouwen en de verstandhouding tussen coalitiepartijen, kabinet, specifieke bewindspersonen en Kamerfracties, ook na voltooiing van de formatie, worden verstoord en onder druk komen te staan. Voorts geldt het uitgangspunt persoonlijke beleidsopvattingen in documenten die zijn opgesteld voor intern beraad geen onderwerp te maken van politiek debat. Tot slot wordt geen informatie verstrekt indien de uitzonderingsgronden en beperkingen van artikel 10 van de Wob van toepassing zijn.

Deze overwegingen lagen ten grondslag aan een besluit van Staatssecretaris Snel van Financiën op een Wob-verzoek inzake de dividendbelasting dat mede betrekking heeft op documenten uit 2017 die zijn opgesteld ten behoeve van de informatie. Voor de goede orde zij vermeld dat dit besluit onder de rechter ligt.

In de debatten met uw Kamer over de dividendbelasting heb ik voornoemde lijn ook nadrukkelijk aan de orde gesteld. Echter, gelet op vragen van leden van uw Kamer naar aanleiding van het besluit tot afschaffing van de dividendbelasting en de uitlatingen over dit onderwerp, is een situatie ontstaan met zodanige misverstanden dat er aanleiding is een uitzondering te maken op de vertrouwelijkheid van deze stukken uit de formatie. Dit met het oog op de vereiste duidelijkheid en zorgvuldigheid in het overleg tussen regering en Staten-Generaal. Zonder dat ik daarmee absolute volledigheid kan garanderen geef ik daarmee antwoord op de vraag naar de stukken over de afschaffing van de dividendbelasting tijdens de informatie. Voor de toegankelijkheid is een inventarislijst bijgevoegd1. Ik ga niet in op de exacte verspreiding van de stukken en waar zij aan de orde zijn gekomen omdat dit raakt aan de kern van de vertrouwelijkheid van de informatie. Dit mede in reactie op het verzoek van het lid Klaver in de regeling van werkzaamheden van heden om een tijdlijn op te stellen (Handelingen II 2017/18, nr. 77, Regeling van Werkzaamheden). Ik licht de verstrekte documenten hieronder toe.

Documenten ten behoeve van de onderhandelende partijen tijdens de formatie

Het betreft ten eerste documenten over de afschaffing van de dividendbelasting die zijn opgesteld ten behoeve van de onderhandelende partijen van 15 maart tot 26 oktober 2017, waarop het genoemde besluit op het Wob-verzoek mede betrekking heeft. (inventarisnummers 5 en 7 t/m 10)2

Interne notities Financiën en Economische Zaken

Voorts verstrek ik een aantal interne ambtelijke notities over de afschaffing van de dividendbelasting van het Ministerie van Financiën, die toenmalig Staatssecretaris Wiebes ontving in de periode van de informatie maar niet ten behoeve daarvan. Ook op deze stukken heeft het genoemde besluit op het Wob-verzoek betrekking. (inventarisnummers 1 t/m 4 en 6)3

Ik heb daarnaast bij andere departementen navraag gedaan naar stukken over de afschaffing van de dividendbelasting uit de periode 15 maart tot 26 oktober 2017 die zijn gemaakt ten behoeve van de onderhandelende partijen. Dat leverde een aantal stukken op die zijn gemaakt door het Ministerie van EZ. Deze zijn eveneens bijgevoegd. (inventarisnummer 12)4

Een partijdocument

Tot slot verstrek ik uw Kamer een stuk dat binnen mijn eigen partij door toenmalig Staatssecretaris Wiebes is opgesteld na consultaties binnen de partij. Hierbij is onder meer gebruik gemaakt van informatie afkomstig uit hiervoor genoemde ambtelijke stukken van Financiën en Economische Zaken. Met het stuk poogde mijn partij een voorstel te doen op het terrein van dividendbelasting en aanverwante dossiers dat als geheel aanvaardbaar kon zijn voor de andere partijen en de basis zou kunnen vormen voor een tekst in het regeerakkoord. Ik heb dit stuk tijdens de onderhandelingen gebruikt in informele bilaterale gesprekken met de onderhandelaars. Het stuk behoort dus niet tot de formeel via de informateur of informeel uitgevraagde stukken, maar in deze uitzonderlijke situatie acht ik het van belang ook dit stuk nu aan uw Kamer te verstrekken. (inventarisnummer 11)5

In de bijgevoegde stukken worden enkele passages niet verstrekt. Dit betreft vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Passages waarin kwalificaties ten aanzien van derden zoals bedrijven zijn opgenomen komen voor rekening van degene die verantwoordelijk is voor de stukken waarin deze voorkomen. De ambtelijke advisering en ambtelijke opvattingen in deze stukken zijn in verband met de bijzondere omstandigheden van dit geval openbaar gemaakt.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven