34 699 Voorstel van wet houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid

B VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 augustus 2018

In de commissievergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 van 10 juli 2018 was wetsvoorstel 34 699 Voorstel van wet houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid aan de orde voor het bepalen van de wijze van behandeling. De commissie besloot blanco eindverslag uit te brengen, opdat het wetsvoorstel nog dezelfde dag als hamerstuk zou kunnen worden afgedaan. Niettemin werd ten behoeve van de parlementaire geschiedschrijving de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid per brief van 10 juli 2018 verzocht nog nadere opheldering te verschaffen ten aanzien van een door de fractie van GroenLinks opgeworpen vraag.

De Minister heeft op 15 augustus 2018 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 10 juli 2018

In de commissievergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van heden was wetsvoorstel 34 699 Voorstel van wet houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid aan de orde voor het bepalen van de wijze van behandeling. Van de zijde van de fractie van GroenLinks werd opgemerkt dat er in het MKB nog geen volledige helderheid bestaat welke werkgevers een transitievergoeding verschuldigd zijn en voor compensatie in aanmerking komen. Geldt de compensatie voor alle werkgevers of is er een grens aan de omvang van een werkgever om voor deze compensatie in aanmerking te komen?

Algemeen leefde het gevoelen in de commissie dat het wetsvoorstel bij voorkeur nog voor het zomerreces plenair aanvaard zou moeten worden. Derhalve is besloten blanco eindverslag uit te brengen, opdat het wetsvoorstel nog dezelfde dag als hamerstuk zou kunnen worden afgedaan. Niettemin zou de commissie het op prijs stellen wanneer u ten behoeve van de parlementaire geschiedschrijving nog nadere opheldering zou kunnen verschaffen ten aanzien van de door de fractie van GroenLinks opgeworpen vraag.

De leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien met belangstelling uit naar uw antwoord.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.H.G. Rinnooy Kan

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2018

Onlangs heeft uw Kamer het wetsvoorstel houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid als hamerstuk afgedaan. De leden van de fractie van GroenLinks zagen graag nog enkele vragen beantwoord, welke ik ontvangen heb in de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juli jl. In de voorliggende brief wil ik ingaan op de gestelde vragen over de verschuldigdheid van de transitievergoeding en de mogelijkheid tot aanvragen van compensatie van de transitievergoeding voor het MKB.

Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) per 1 juli 2015 is een transitievergoeding door de werkgever verschuldigd als een arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. Dit geldt voor alle werkgevers, en daarom ook voor MKB-werkgevers. Om werkgevers enige tijd te geven om zich op de maatregel voor te bereiden, is een tijdelijke overbruggingsregeling opgenomen in artikel 673d van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De overbruggingsregeling regelt dat werkgevers die minder dan 25 werknemers in dienst hebben en financiële problemen hebben de dienstjaren van werknemers voor 1 mei 2013 niet mee hoeven te rekenen voor het bepalen van de hoogte van de transitievergoeding. Deze tijdelijke maatregel vervalt met ingang van 1 januari 2020. Hiernaast is voor kleine werkgevers een uitzondering opgenomen in artikel 673a van Boek 7 van het BW voor de hogere transitievergoeding die tot 1 januari 2020 betaald moet worden aan werknemers van 50 jaar en ouder.

Werkgevers kunnen gebruik maken van de compensatieregeling (artikel 673e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) als zij een werknemer ontslaan wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (daarbij rekening houdend met het opzegverbod gedurende de eerste 104 weken ziekte). De compensatieregeling houdt in dat de betaalde transitievergoeding in deze gevallen gecompenseerd kan worden tot de hoogte van de betaalde transitievergoeding of de hoogte van de loondoorbetaling bij ziekte als dit bedrag lager is dan de betaalde transitievergoeding. Ook als de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid met wederzijds goedvinden is beëindigd, kan de werkgever in aanmerking komen voor compensatie voor de betaalde (ontslag)vergoeding, gemaximeerd tot het bedrag aan wettelijke transitievergoeding.

De compensatieregeling is erop gericht de cumulatie aan kosten voor werkgevers bij ziekte van de werknemer weg te nemen. De cumulatie aan kosten bestaat bij iedere werkgever, niet alleen bij kleine werkgevers. Daarom is ervoor gekozen geen grens te stellen aan de omvang van de onderneming van de werkgever voor het aanvragen van compensatie.

Met bovenstaande hoop ik de vragen van de leden van de fractie van GroenLinks beantwoord te hebben.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Ester (CU) (vice-voorzitter), De Grave (VVD), Postema (PvdA),Sent (PvdA), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Lokin-Sassen (CDA), Don (SP), Van Hattem (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Lintmeijer (GL), Meijer (SP), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Rinnooy Kan (D66) (voorzitter), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), vac. (PvdA), A.J.M. van Kesteren (PVV).

Naar boven