34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de proef met het rijden onder begeleiding om te zetten in een definitieve regeling;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

z. begeleiden:

het actief coachen, het geven van suggesties ter verbetering van het rijgedrag, het wijzen op fouten en onzorgvuldigheden in het rijgedrag van de bestuurder van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B die op de leeftijd van zeventien jaren zijn rijbewijs B heeft behaald totdat die bestuurder de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt;

za. begeleider:

op de begeleiderspas vermelde persoon die is gezeten op de zitplaats naast de bestuurder die de bestuurder van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B die overeenkomstig artikel 111a, eerste lid, zijn rijbewijs B heeft verkregen begeleidt;

zb. begeleiderspas:

pas die aan een persoon is afgegeven die op de leeftijd van zeventien jaren zijn rijbewijs B heeft behaald en waarop de naam van zijn begeleiders is vermeld.

B

Aan artikel 4b, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • s. het behandelen van aanvragen tot afgifte van een begeleiderspas en de afgifte van die begeleiderspas, het registreren van gegevens in het rijbewijzenregister betreffende de begeleiderspas.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «of als bestuurder te doen besturen» vervangen door «, als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden» en wordt na «tot behoorlijk besturen» ingevoegd: of tot behoorlijk te begeleiden.

2. In het tweede lid wordt «of als bestuurder te doen besturen» vervangen door: , als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In afwijking van het tweede lid is het de bestuurder van een motorrijtuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, verboden dat motorrijtuig te besturen of als bestuurder te doen besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat:

    • a. het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, dan wel

    • b. het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan 0,2 milligram per milliliter bloed,

      indien:

      • 1°. sedert de datum waarop hem voor de eerste maal een rijbewijs voor de categorie AM of T is afgegeven nog geen zeven jaren zijn verstreken en hij op het tijdstip van afgifte van dat rijbewijs de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,

      • 2°. sedert de datum waarop hem voor het eerst een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken en hij op het tijdstip van afgifte van dat rijbewijs de leeftijd van ten minste achttien jaar heeft bereikt, dan wel

      • 3°. indien sedert de datum waarop hem voor het eerst een rijbewijs voor de categorie B is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken en hij op het tijdstip van afgifte van het rijbewijs voor de categorie B nog niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, ongeacht of hij op dat tijdstip van afgifte van het rijbewijs voor de categorie B al in het bezit was van een rijbewijs voor de categorie AM of T.

4. In het zesde lid wordt na «buiten Nederland» ingevoegd: en wordt voor de toepassing van het derde lid, aanhef en onderdelen 1° en 3°, met een rijbewijs voor de categorie AM of T gelijk gesteld een rijbewijs voor de categorie A1, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland aan een persoon die op het tijdstip van afgifte nog niet de leeftijd van achttien jaar had bereikt.

D

Na artikel 111 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 111a

  • 1. Indien het rijbewijs voor de rijbewijscategorie B wordt aangevraagd door een aanvrager die op het tijdstip van de aanvraag nog niet de krachtens artikel 111, eerste lid, onderdeel a, vastgestelde minimumleeftijd voor het besturen van motorrijtuigen van die rijbewijscategorie heeft bereikt, maar wel de leeftijd van 17 jaar, worden in aanvulling op de in dan wel krachtens de artikelen 111 tot en met 113, 116 tot en met 118a, en 120a tot en met 122, gestelde voorwaarden bij algemene maatregel van bestuur aanvullende voorwaarden gesteld aan de aanvraag en het verkrijgen van dat rijbewijs. Deze aanvullende voorwaarden hebben onder meer betrekking op:

    • a. de aanvraag en afgifte van een begeleiderspas, waarvan de kosten door de Dienst Wegverkeer worden vastgesteld;

    • b. de aanvullende voorwaarden voor de aanvraag en de afgifte van het rijbewijs voor de categorie B, en

    • c. de eisen waaraan een begeleider op het tijdstip van de aanvraag tot vermelding op de begeleiderspas moet voldoen, inclusief de controle van deze eisen door de Dienst Wegverkeer.

  • 2. Op de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde aanvraag van de begeleiderspas is artikel 114 van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het is een houder van een op basis van het eerste lid afgegeven rijbewijs verboden om tot het bereiken van de leeftijd van achttien jaren een motorrijtuig van de categorie B te besturen:

    • a. buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland, tenzij dit rijbewijs is erkend in een andere staat buiten Nederland;

    • b. zonder de aan hem afgegeven geldige begeleiderspas bij zich te hebben, en

    • c. zonder dat tijdens het besturen van het motorrijtuig van de categorie B een op de aan hem afgegeven geldige begeleiderspas vermelde begeleider, op de zitplaats naast de bestuurder is gezeten.

  • 4. De begeleiderspas verliest van rechtswege zijn geldigheid:

    • a. door uitreiking van een nieuwe begeleiderspas;

    • b. door het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen;

    • c. door wijziging van de geslachtsnaam, de voornamen of de plaats of datum van geboorte van één van de daarop vermelde personen;

    • d. op de dag waarop de houder de leeftijd van achttien jaren bereikt.

  • 5. Een begeleiderspas wordt door de Dienst Wegverkeer ongeldig verklaard indien:

    • a. de begeleiderspas is afgegeven op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en hij niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest;

    • b. na afgifte van de begeleiderspas blijkt dat hij kennelijk abusievelijk aan de houder is afgegeven.

  • 6. De ongeldigverklaring is van kracht met ingang van de zevende dag na die waarop het besluit tot ongeldigverklaring aan de houder van de begeleiderspas bekend is gemaakt.

  • 7. De begeleiderspas dient:

    • a. te voldoen aan bij ministeriële regeling vastgestelde eisen inzake inrichting, uitvoering en invulling;

    • b. zijn geldigheid niet te hebben verloren en

    • c. behoorlijk leesbaar te zijn.

Artikel 111b

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld waaraan de begeleider tijdens het begeleiden voldoet. Deze regels kunnen alleen het rijbewijs en het verkeersgedrag van de begeleider betreffen.

E

Aan artikel 126, tweede lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • i. de begeleider;

  • j. de aanvraag en de afgifte van begeleiderspassen;

  • k. het verlies van geldigheid of de ongeldigverklaring van begeleiderspassen overeenkomstig artikel 111a, vierde lid, respectievelijk artikel 111a, vijfde lid.

F

Artikel 160 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. de begeleiderspas.

2. In het vijfde lid wordt «en degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen» vervangen door: , degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen en de begeleider.

3. In het zevende lid wordt na «bestuurder van een voertuig» ingevoegd: of de begeleider.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Op eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de begeleider verplicht zijn rijbewijs behoorlijk ter inzage af te geven.

G

Artikel 162 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Indien de betrokken bestuurder of degene die aanstalten maakt om een voertuig te gaan besturen tevens is geregistreerd als begeleider, dan geldt het opgelegde rijverbod tevens als begeleidingsverbod.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op de begeleider, met dien verstande dat de begeleider zowel een rijverbod wordt opgelegd als een verbod tot begeleiden voor de tijd gedurende welke redelijkerwijs mag worden verwacht dat de in het eerste lid bedoelde toestand zal voortduren tot ten hoogste vierentwintig uren.

H

Aan artikel 163 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Het eerste tot en met tiende lid is van overeenkomstige toepassing op de begeleider.

I

In artikel 176, vierde lid, wordt «162, derde lid, 163, tweede, zesde, achtste en negende lid,» vervangen door: 162, derde en vierde lid, 163, tweede, zesde, achtste, negende en elfde lid.

J

In artikel 177, eerste lid, onderdeel a, wordt na «110b,» ingevoegd: 111a, tweede, derde en zevende lid,.

ARTIKEL II

  • 1. Onze minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

  • 2. Onverminderd artikel 128 van de Wegenverkeerswet 1994 verstrekt de Dienst Wegverkeer inlichtingen aan Onze Minister en aan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid ten behoeve van het in het eerste lid bedoelde onderzoek naar de doeltreffendheid en de effecten.

ARTIKEL III

Indien artikel I, onderdeel A, van de wet van 26 september 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren van de aanpak van rijden onder invloed van drugs (Stb. 2014, 353) eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan wordt artikel I, onderdeel C, van deze wet als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van onderdeel 4 tot onderdeel 5, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 4. In het vijfde lid wordt «of als bestuurder te doen besturen» vervangen door: , als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden.

2. In onderdeel 5 (nieuw) wordt «zesde lid» vervangen door: zevende lid.

ARTIKEL IV

Indien artikel I, onderdeel A, van de wet van 26 september 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren van de aanpak van rijden onder invloed van drugs (Stb. 2014, 353) later in werking treedt dan deze wet, dan wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A, onder 1, wordt in het vijfde lid «of als bestuurder te doen besturen» vervangen door: , als bestuurder te doen besturen of als begeleider op te treden.

2. In onderdeel B wordt in het vijfde lid, aanhef, «en degene die aanstalten maakt een motorrijtuig als bestuurder te gaan besturen» vervangen door: , degene die aanstalten maakt een motorrijtuig als bestuurder te gaan besturen en de begeleider.

ARTIKEL V

Indien artikel II, onderdeel b, van de wet van 28 september 2016, houdende wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van de bevoegdheid tot het bevelen van een middelenonderzoek bij geweldplegers en enige daarmee samenhangende wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 2016, 353) eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan wordt artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel H wordt voor de tekst van het artikellid de aanduiding «11.» vervangen door «9.» en wordt in dat artikellid «eerste tot en met tiende lid» vervangen door «eerste tot en met achtste lid».

B

Onder verlettering van de onderdelen I en J tot onderdelen J en K wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

I

In artikel 175, derde lid, wordt «Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde of vierde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid» vervangen door: Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid.

C

Onderdeel J (nieuw) komt te luiden:

J

In artikel 176, vierde lid, wordt «162, derde lid, 163, tweede, zesde, achtste en negende lid,» vervangen door: 162, derde en vierde lid, 163, tweede, zesde, zevende en negende lid.

D

Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

L

In artikel 179, eerste lid, wordt «162, derde lid, of 163, tweede, zesde, achtste of negende lid» vervangen door: 162, derde of vierde lid, of 163, tweede, zesde, zevende of negende lid.

ARTIKEL VI

Indien artikel II, onderdeel b, van de wet van 28 september 2016, houdende wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van de bevoegdheid tot het bevelen van een middelenonderzoek bij geweldplegers en enige daarmee samenhangende wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 2016, 353) later in werking treedt dan deze wet, wordt artikel II van die wet als volgt te luiden:

1. In onderdeel b komt onderdeel 3 te luiden:

  • 3°. Het negende tot en met elfde lid worden vernummerd tot zevende tot en met negende lid.

2. Er worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. In artikel 175, derde lid, wordt «Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde of vierde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid» vervangen door: Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid.

  • d. In artikel 176, vierde lid, wordt «162, derde lid, 163, tweede, zesde, achtste, negende en elfde lid,» vervangen door: 162, derde en vierde lid, 163, tweede, zesde, zevende en negende lid.

  • e. In artikel 179, eerste lid, wordt «162, derde lid, of 163, tweede, zesde, achtste of negende lid» vervangen door: 162, derde of vierde lid, of 163, tweede, zesde, zevende of negende lid.

ARTIKEL VII

Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Regeling vaststelling modellen rijbewijzen en daarmee verband houdende formulieren mede op artikel 111a, zevende lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994.

ARTIKEL VIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Naar boven