34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

11 juni 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Handelsregisterwet 2007 te wijzigen naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel op te nemen, zodat ter versterking van de rechtszekerheid in het economisch verkeer, de kwaliteit van het handelsregister en de slagvaardigheid van de Kamer van Koophandel bij de uitvoering van de handelsregistertaak worden vergroot;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 19a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Een in het handelsregister ingeschreven naamloze vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, of vereniging of stichting die een onderneming drijft, wordt door een beschikking van de Kamer van Koophandel ontbonden, indien de Kamer is gebleken dat ten minste twee van de volgende omstandigheden zich voordoen:

    • a. er staan gedurende ten minste een jaar geen bestuurders van de rechtspersoon in het register ingeschreven, terwijl gedurende die periode ook geen opgaaf tot inschrijving is gedaan, dan wel er doet zich, indien er wel een bestuurder staat ingeschreven, met betrekking tot elke ingeschreven bestuurder ten minste een jaar een of meer van de navolgende omstandigheden voor:

      • 1°. de bestuurder is overleden;

      • 2°. de bestuurder is niet bereikbaar gebleken op het in het register vermelde adres, en evenmin op het in de basisregistratie personen vermelde adres, of betrokkene is niet ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • b. de rechtspersoon is ten minste een jaar in gebreke met de nakoming van de verplichting tot openbaarmaking van de jaarrekening overeenkomstig de artikelen 394, 395a, 396 of 397;

    • c. de rechtspersoon heeft ten minste een jaar geen gevolg gegeven aan een aanmaning als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot het doen van aangifte voor de vennootschapsbelasting;

    • d. de rechtspersoon is niet of niet meer bereikbaar gebleken op het in het handelsregister ingeschreven adres, terwijl ook geen opgave tot wijziging van de inschrijving is gedaan.

2. In het tweede lid wordt «de omstandigheid, genoemd in het eerste lid, onder a, zich voordoet en zij ten minste een jaar in gebreke is voor inschrijving in het handelsregister verschuldigde bedrag te voldoen» vervangen door: de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen.

3. In het derde lid wordt na «het register» ingevoegd «in», wordt «Als de omstandigheid, bedoeld in het eerste lid, onder a, zich voordoet, doet de Kamer van het voornemen tot ontbinding tevens een mededeling opnemen in de Staatscourant» vervangen door «Als de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen, geeft de Kamer van het voornemen tot ontbinding kennis in de Staatscourant», en wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

4. In het vierde lid wordt na «aangetekende brief» ingevoegd «of de publicatie in de Staatscourant», en wordt «de omstandigheden die ingevolge het derde lid zijn vermeld,» vervangen door: de gronden, bedoeld in de leden 1 en 2, voor het voornemen.

5. In het vijfde lid wordt na «bestuurders» ingevoegd: , tenzij de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen.

6. In het zesde lid wordt «doet van de ontbinding een mededeling opnemen» vervangen door: geeft van de ontbinding kennis.

7. In het achtste lid wordt «doet de Kamer een mededeling daarvan opnemen» vervangen door: geeft de Kamer kennis daarvan.

ARTIKEL II

De Handelsregisterwet 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • p. indicatie van het aantal arbeidsverhoudingen: indicatie van het aantal werknemers als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 1, onderdeel o, van de Wet financiering sociale verzekeringen, die in dienstbetrekking staan tot een onderneming of rechtspersoon.

B

In artikel 2, onderdeel c, wordt na «functioneren van» ingevoegd: en de rechtshandhaving door.

C

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, in aanvulling op het eerste lid, onderdeel c, onderdelen van een publiekrechtelijke rechtspersoon kunnen worden ingeschreven in het handelsregister.

D

Aan artikel 9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier) volgens NEN 17442:2012, die de Kamer of een andere tot uitgifte van de LEI geaccrediteerde instantie uitgeeft aan een in het handelsregister ingeschreven onderneming.

E

Aan artikel 12 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier) volgens NEN 17442:2012, die de Kamer of een andere tot uitgifte van de LEI geaccrediteerde instantie uitgeeft aan een in het handelsregister ingeschreven rechtspersoon.

F

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16b

  • 1. In het handelsregister wordt over een rechtspersoon dan wel een onderneming een indicatie van het aantal arbeidsverhoudingen opgenomen, samengesteld op basis van gegevens uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, met een aanduiding van de verhouding naar in ieder geval geslacht en arbeidsduur.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ter uitvoering van het eerste lid, betreffende in ieder geval de werkwijze omtrent het opnemen van de indicatie van het aantal arbeidsverhoudingen in het handelsregister en de samenstelling van die indicatie.

  • 3. De artikelen 25 en 32, derde en vierde lid, zijn niet van toepassing op de in het eerste lid bedoelde gegevens.

G

Artikel 17, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «, onderdeel a en b,» geschrapt.

2. In onderdeel c wordt na «derde lid» een komma ingevoegd.

H

Artikel 21, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «De in artikel» wordt vervangen door: De in de artikelen.

2. Na «artikel 17» wordt ingevoegd: , eerste lid,.

I

In artikel 22, derde lid, wordt «een kamer» vervangen door: de Kamer.

J

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Bij het verstrekken van gegevens omtrent de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen worden deze gegevens uitsluitend gerangschikt naar natuurlijke personen, indien het verzoek daartoe wordt gedaan door een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in het kader van de uitoefening van zijn wettelijke taak of bevoegdheid.

K

Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 29

  • 1. De Kamer registreert bij het handelsregister:

    • a. de bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontzetting uit het beroep van een bestuurder dan wel commissaris van een rechtspersoon, bedoeld in artikel 28, eerste lid, sub 5°, van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur waarvoor het is opgelegd;

    • b. het bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontslag van een bestuurder, alsmede de termijn van vijf jaar na het ontslag dat de ontslagen bestuurder geen bestuurder van een stichting kan worden, bedoeld in artikel 298, eerste lid, respectievelijk derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2. Daartoe doet de griffier van de rechtbank of, in geval van hoger beroep, het gerechtshof, de betreffende uitspraak met bekwame spoed aan de Kamer toekomen, die overeenkomstig de uitspraak terstond overgaat tot uitschrijving van de betrokken bestuurder uit het handelsregister.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens in verband met de in het eerste lid, respectievelijk artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet bedoelde uitspraak bij het handelsregister worden geregistreerd en welke daarvan door een ieder kunnen worden ingezien.

  • 4. De op grond van het derde lid bij het handelsregister geregistreerde gegevens blijven gedurende acht jaar na het verstrijken van een bestuursverbod beschikbaar voor een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in het kader van de uitoefening van zijn wettelijke taak of bevoegdheid.

  • 5. De betrokken bestuurder of commissaris kan bij de Kamer een opgave doen om ervoor te zorgen dat de gegevens, bedoeld in het derde lid, juist en volledig bij het handelsregister zijn geregistreerd.

L

Aan artikel 32 worden twee leden toegevoegd, luidende:

M

In artikel 33 wordt «de kamer» vervangen door: de Kamer.

N

In artikel 34, eerste lid, wordt «artikel 32, eerste lid» vervangen door: artikel 32, eerste en derde lid.

O

In artikel 37 wordt «artikel 32, tweede lid» vervangen door: artikel 32, tweede en vierde lid.

P

Aan artikel 50 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de bestuursorganen door wie, de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de vergoeding voor de inzage of de verstrekking van gegevens door middel van een abonnement wordt voldaan.

Q

In artikel 50a wordt «Een kamer» vervangen door: De Kamer.

Qa

Artikel 50b

  • 1. Voor de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier), bedoeld in de artikelen 9, onderdeel f, en 12, onderdeel e, welke door de Kamer wordt uitgegeven, is een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen eenmalige uitgiftevergoeding en een jaarlijkse vergoeding verschuldigd.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoedingen zijn verschuldigd zonder dat deze bij beschikking zijn vastgesteld.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de betalingstermijn vastgesteld.

R

Na artikel 51 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 51a

Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Databankenwet is, ten aanzien van het handelsregister, voorbehouden aan de Kamer.

S

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «artikel 32» steeds ingevoegd: , eerste en tweede lid,.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van artikel 32, derde en vierde lid, kunnen gedurende zes jaar na de inwerkingtreding van artikel 32, derde en vierde lid, bij ministeriële regeling, in overeenstemming met Onze betrokken Ministers, bestuursorganen worden aangewezen voor wie de in artikel 32, derde en vierde lid, genoemde verplichting uitsluitend geldt.

ARTIKEL III

Artikel 34 van de Wet op de Kamer van Koophandel wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verschuldigd, zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de betalingstermijn vastgesteld.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De Kamer is bevoegd de betaling van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, af te dwingen door het uitvaardigen van een dwangbevel.

ARTIKEL IIIA

In artikel 5.3 van de Wet normering topinkomens wordt «de Kamer van Koophandel,» geschrapt.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 juli 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving (33 980) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, komt artikel V van die wet te vervallen.

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 juli 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (33 996) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, komt artikel VII van die wet te vervallen.

ARTIKEL VA

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juni 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en toezicht rechtspersonen) (34 491) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt dan deze wet, komt artikel I, onderdeel K, artikel 29 (nieuw), eerste lid, onderdeel b, van deze wet te luiden:

  • b. het bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontslag van een bestuurder of een commissaris, alsmede de termijn van vijf jaar na het ontslag dat de ontslagen bestuurder of commissaris geen bestuurder of commissaris van een stichting kan worden, bedoeld in artikel 298, eerste, derde en vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL VB

Indien het bij koninklijke boodschap van 10 november 2017 ingediende voorstel van wet houdende regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PbEU 2016, L157) (Wet bescherming bedrijfsgeheimen) (Kamerstukken 34 821) tot wet is of wordt verheven, wordt het in artikel 10, onderdeel B, voorgestelde artikel 1019ie gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld in welke gevallen de rechter de in het ongelijk gestelde partij kan veroordelen in de kosten, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL VI

Voor de inzage of de verstrekking van gegevens door de Kamer aan een bestuursorgaan in de periode van 1 januari 2014 tot de inwerkingtreding van deze wet vindt geen verrekening plaats, mits de vergoeding voor die inzage of verstrekking ten tijde van de inwerkingtreding van deze wet reeds door middel van een vast voorschot was voldaan.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven