34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 maart 2018

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Het in artikel II, onderdeel D, voorgestelde artikel 9, onderdeel f, komt te luiden:

f. de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier) volgens NEN 17442:2012, die de Kamer of een andere tot uitgifte van de LEI geaccrediteerde instantie uitgeeft aan een in het handelsregister ingeschreven onderneming.

B

Het in artikel II, onderdeel E, voorgestelde artikel 12, onderdeel e, komt te luiden:

e. de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier) volgens NEN 17442:2012, die de Kamer of een andere tot uitgifte van de LEI geaccrediteerde instantie uitgeeft aan een in het handelsregister ingeschreven rechtspersoon.

C

Het in artikel II, onderdeel K, voorgestelde artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29

1. De Kamer registreert bij het handelsregister:

a. de bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontzetting uit het beroep van een bestuurder dan wel commissaris van een rechtspersoon, bedoeld in artikel 28, eerste lid, sub 5°, van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur waarvoor het is opgelegd;

b. het bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontslag van een bestuurder, alsmede de termijn van vijf jaar na het ontslag dat de ontslagen bestuurder geen bestuurder van een stichting kan worden, bedoeld in artikel 298, eerste lid, respectievelijk derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Daartoe doet de griffier van de rechtbank of, in geval van hoger beroep, het gerechtshof, de betreffende uitspraak met bekwame spoed aan de Kamer toekomen, die overeenkomstig de uitspraak terstond overgaat tot uitschrijving van de betrokken bestuurder uit het handelsregister.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens uit de in het eerste lid, respectievelijk artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet bedoelde uitspraak bij het handelsregister worden geregistreerd en welke daarvan door een ieder kunnen worden ingezien.

4. De op grond van het derde lid bij het handelsregister geregistreerde gegevens blijven gedurende acht jaar na het verstrijken van een bestuursverbod beschikbaar voor een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in het kader van de uitoefening van zijn wettelijke taak of bevoegdheid.

D

Na artikel II, onderdeel Q, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

Artikel 50b

1. Voor de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier), bedoeld in de artikelen 9, onderdeel f, en 12, onderdeel e, welke door de Kamer wordt uitgegeven, is een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen eenmalige uitgiftevergoeding en een jaarlijkse vergoeding verschuldigd.

2. De in het eerste lid bedoelde vergoedingen zijn verschuldigd zonder dat deze bij beschikking zijn vastgesteld.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de betalingstermijn vastgesteld.

E

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIA

In artikel 5.3 van de Wet normering topinkomens wordt «de Kamer van Koophandel,» geschrapt.

F

Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VA

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juni 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en toezicht rechtspersonen) (34 491) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt dan deze wet, komt artikel I, onderdeel K, artikel 29 (nieuw), eerste lid, onderdeel b, van deze wet te luiden:

b. het bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontslag van een bestuurder of een commissaris, alsmede de termijn van vijf jaar na het ontslag dat de ontslagen bestuurder of commissaris geen bestuurder of commissaris van een stichting kan worden, bedoeld in artikel 298, eerste, derde en vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Toelichting

Artikel II, onderdelen A en B

De gewijzigde redactie van deze twee onderdelen bewerkstelligt een betere aansluiting bij het doel en de strekking van die onderdelen, zoals die in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zijn weergegeven.

Artikel II, onderdeel C

In artikel 29 zijn enkele leemten in de tekst aangevuld en zijn voorts enkele redactionele verbeteringen aangebracht. Gelet op de redactie van de wijzigingen is dit artikel, in verband met de leesbaarheid, opnieuw vastgesteld.

In het eerste lid, onderdeel a, is verduidelijkt dat registratie van de bij onherroepelijke uitspraak uitgesproken ontzetting uit het beroep van een bestuurder dan wel commissaris plaatsvindt voor de duur waarvoor het is opgelegd. Bij nadere beschouwing is het beter dit reeds in de wetstekst zelf tot uitdrukking te brengen en niet pas op te nemen in de daarop te baseren algemene maatregel van bestuur. Dit strookt ook met de redactie van de hiermee vergelijkbare bepaling van artikel 106b, derde lid, van de Faillissementswet.

In het eerste lid, onderdeel b, is verduidelijkt dat niet alleen het ontslag van de bestuurder van een stichting wordt geregistreerd, maar ook het rechtsgevolg dat artikel 298, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek daaraan verbindt, namelijk dat de ontslagen bestuurder gedurende een termijn van vijf jaar na het ontslag geen bestuurder van een stichting kan worden.

Er wordt een nieuw derde lid ingevoegd. Het huidige eerste lid verschaft weliswaar de rechtsgrondslag voor de registratie van de bedoelde verboden bij het handelsregister, maar zoals ook in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangekondigd, zullen bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden vastgesteld over de gegevens met betrekking tot die verboden en de publicatie ervan op een openbaar raadpleegbare lijst. Het gaat hier om een registratie van gegevens bij het handelsregister. Het huidige artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van de wet, verschaft de rechtsgrondslag om bij algemene maatregel van bestuur nadere gegevens in het handelsregister op te nemen. Voor het opnemen van gegevens bij het handelsregister is een andere rechtsgrondslag noodzakelijk. Deze wordt met dit lid in het wetsvoorstel opgenomen. Tevens wordt bepaald welke van deze gegevens door een ieder kunnen worden ingezien. Dit wordt mogelijk door publicatie op een openbaar raadpleegbare lijst.

Door invoeging van een nieuw derde lid, wordt het huidige derde lid vernummerd tot het vierde lid. Tevens wordt hierdoor de redactie van dit lid gewijzigd om een onnodige herhaling van tekst te voorkomen. Door de nieuwe verwijzing naar de gegevens bedoeld in het derde lid, blijven alle geregistreerde gegevens beschikbaar voor de toezichthouders, ook indien er bij algemene maatregel van bestuur voor wordt gekozen om bepaalde gegevens vanwege privacyoverwegingen niet te publiceren op de openbare lijst.

Artikel II, onderdeel D

In artikel I, onderdelen D en E, van het wetsvoorstel wordt de uitgifte en de registratie in het handelsregister geregeld van de identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier). Er is echter per abuis geen basis opgenomen in het wetsvoorstel voor het vaststellen van tarieven voor de eenmalige uitgifte van het LEI-nummer en de vergoeding die jaarlijks verschuldigd is. Artikel 50 van de Handelsregisterwet 2007 biedt hier onvoldoende rechtsgrondslag voor. Hierin wordt alsnog voorzien.

Artikel II, onderdeel E

In artikel 5.3 van de Wet normering topinkomens is geregeld dat een aantal instanties verplicht is kosteloos gegevens te verstrekken ten behoeve van toezicht op naleving van de Wet normering topinkomens. Met de inwerkingtreding van de Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector naar aanleiding van de wetsevaluatie (Evaluatiewet WNT) op 1 juli 2017 is aan het betreffende artikel per abuis de Kamer van Koophandel toegevoegd.

Dat de Kamer van Koophandel in het kader van het toezicht in het kader van de Wet normering topinkomens kosteloos gegevens zou moeten verstrekken, strookt niet met de betalingssystematiek vastgelegd in de Handelsregisterwet 2007. Bepaalde elektronische standaardinformatieproducten kunnen op basis van een abonnement worden geraadpleegd, voor maatwerkproducten moet apart worden betaald. Bovendien is deze toevoeging niet nodig: Ministers – en toezichthouders die namens hen toezicht op naleving van de Wet normering topinkomens houden – hebben op grond van het nieuwe zesde lid van artikel 50 van de Handelsregisterwet 2007 al de mogelijkheid het handelsregister te raadplegen via inputfinanciering. Om deze omissie te herstellen, wordt de Kamer van Koophandel in artikel 5.3 van de Wet normering topinkomens geschrapt.

Artikel II, onderdeel F

In onderdeel F wordt een samenloopbepaling opgenomen met het voorstel van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en toezicht rechtspersonen) (34 491) dat op 8 juni 2016 is ingediend bij de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven