Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2018
Gedeputeerde staten van de provincie Utrecht hebben aan de Minister voor Basis- en
Voortgezet Onderwijs en Media en het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Utrecht te kennen gegeven toe te willen treden tot de Gemeenschappelijke
regeling Het Utrechts Archief.
Het Utrechts Archief is de opvolger van het voormalig Rijksarchief in de provincie
en beheert de overgebrachte archieven van de gemeente Utrecht en rijksorganen in de
provincie Utrecht (zoals rechterlijke instellingen en het notariaat). Deelnemers aan
deze regeling zijn op dit moment de gemeente Utrecht en de Minister van OCW namens
het Rijk. De samenwerking tussen deze overheden vindt plaats op basis van de Wet gemeenschappelijke
regelingen (WGR).
Hierbij bied ik u aan de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Utrechts
Archief in verband met de toetreding van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht
per 1 januari 20191.
Met deze wijziging wordt de toetreding van de provincie Utrecht tot de gemeenschappelijke
regeling geregeld. Tevens wordt aan gedeputeerde staten en het college de mogelijkheid
geboden om Het Utrechts Archief op te dragen hun archiefbescheiden, die nog niet conform
de Archiefwet 1995 zijn overgebracht, te beheren. Deze wijziging geeft Het Utrechts
Archief de mogelijkheid om haar deelnemers te ondersteunen bij het duurzaam beheer
van hun digitale informatie.
De hoogte van de financiële bijdragen van alle deelnemers is gelijk gebleven. De door
de overige deelnemers ondertekende wijzigingsregeling treft u aan als bijlage bij
deze brief2.
De voorlegging van het besluit tot deelneming geschiedt in het kader van artikel 97,
tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit artikel biedt uw Kamer gedurende
vier weken de mogelijkheid om de wens kenbaar te maken dat de inwerkingtreding van
dit besluit bij wet geregeld wordt. Indien u van deze mogelijkheid geen gebruik maakt
zal het besluit tot deelneming na afloop van deze termijn gepubliceerd worden in de
Staatscourant, waarbij de gewijzigde gemeenschappelijke regeling als bijlage bij de
toelichting wordt gevoegd. Het besluit tot deelneming zal in werking treden op een
bij afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit te bepalen tijdstip.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob