34 679 Wijziging van de Wet milieubeheer en van de Woningwet in verband met het invoeren van het landelijk asbestvolgsysteem en enige andere wijzigingen van de Wet milieubeheer

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 13 april 2017

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

1

Algemeen

2

Achtergrond en aanleiding

3

Inhoud van het wetsvoorstel

4

Enkele juridische aspecten

5

Toezicht en handhaving

5

Gevolgen voor de rijksbegroting

5

Totstandkoming van het wetsvoorstel

5

Overig

6

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de wijziging van de Wet milieubeheer en van de Woningwet in verband met het invoeren van het landelijk asbestvolgsysteem en enige andere wijzigingen van de Wet milieubeheer (Kamerstuk 34 679) (hierna: het wetsvoorstel) en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie reageren positief op dit wetsvoorstel dat het invoeren van het (digitaal) landelijk asbestvolgsysteem (LAVS) tot doel heeft. De leden van deze fractie beschouwen het invoeren van het LAVS als een belangrijke stap om te komen tot een snellere en effectievere asbestsanering in Nederland. Deze leden hebben nog een aantal vragen en opmerkingen over dit wetsvoorstel.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden zijn enthousiast over het voornemen van de regering om een wettelijke en verplichtende grondslag in te voeren voor het (tot op heden vrijwillige) gebruik van het LAVS. Naar aanleiding van het wetsvoorstel hebben deze leden vragen over een aantal onderwerpen.

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daar nog enkele vragen over.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat asbestsanering goedkoper, sneller en eenvoudiger moet worden. In hoeverre draagt de invoering van het landelijk asbestvolgsysteem LAVS hieraan bij?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de operationalisering van de voorgestelde wet plaats zal vinden in de uitvoeringsregelgeving op grond van de Wet milieubeheer en de Woningwet, waarin de vigerende informatieverplichtingen zijn gesteld, te weten het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Bouwbesluit 2012. Het wetsvoorstel biedt de benodigde wettelijke grondslagen om daarin voor te schrijven dat de vereiste informatie langs elektronische weg moet worden verstrekt. Wat is de planning van de wijziging van beide besluiten? Worden beide gewijzigde besluiten, in tegenstelling tot dit wetsvoorstel, wel in consultatie gebracht? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd in hoeverre het LAVS door de sector al op vrijwillige basis wordt gebruikt. Kan de regering een indicatie geven hoeveel procent van de asbestsaneringsketen al gebruikmaakt van dit systeem? Ook zijn deze leden benieuwd wat de argumenten zijn van de bedrijven die er tot dusverre geen gebruik van maken om dat niet te doen. Sowieso willen deze leden graag weten of er bezwaar gemaakt is tegen de wettelijke verplichting van dit systeem en wat de redenen daarvoor waren.

De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de algemene maatregel van bestuur (AMvB) ter uitvoering van dit wetsvoorstel wordt verwacht. Deze leden vragen waarom de AMvB niet gelijktijdig met het wetsvoorstel aan de Kamer wordt aangeboden. Is het niet zo dat de reikwijdte en de daarmee gepaard gaande regeldruk die uit het wetsvoorstel voortkomt pas duidelijk wordt door uitwerking in de AMvB en dat deze daarom gezamenlijk beoordeeld zouden moeten worden?

De leden van de GroenLinks-fractie staan positief tegenover het invoeren van het LAVS. De regering geeft aan dat het naast een vereenvoudig en verlaging van de regeldruk voor ondernemers ook bijdraagt aan een betere naleving van informatieverplichtingen. Dit doordat bedrijven elkaar aan kunnen spreken op onjuiste of onvolledige informatie. Hoe ziet de regering dat concreet voor zich?

Achtergrond en aanleiding

De leden van de VVD-fractie constateren dat de verwachting is dat het LAVS ook leidt tot het eerder ontdekken van onder andere illegale asbestsaneringen. Doordat alle benodigde informatie voor toezichthouders en handhavers op één plaats beschikbaar is en zij die informatie ook op locatie kunnen raadplegen, kunnen zij eerder illegale asbestsaneringen op het spoor komen. Deze leden vragen of kan worden toegelicht hoe dit er momenteel in de praktijk precies uitziet. Immers, om illegale saneringen op te sporen moet bekend zijn waar wel en waar geen asbest is gebruikt. Dat is nu niet altijd het geval. Wordt er een bepaalde straf of boete opgelegd voor het bewust niet invoeren van bepaalde informatie in het LAVS? Of is daar alleen sprake van als dat leidt tot het vinden van bijvoorbeeld illegale asbestsaneringen?

De leden van de PVV-fractie zijn onaangenaam verrast door de stelling van de regering dat er jaarlijks honderden mensen sterven door handelingen met asbest. Deze leden willen graag wat meer weten over de onderbouwing van deze bewering. Hoe zeker kan inmiddels vastgesteld worden dat de doodsoorzaak asbest is? Verder zijn deze leden benieuwd hoe het risico van asbest zich verhoudt tot bijvoorbeeld sigaretten. Daarvan wordt immers ook gesteld dat daar jaarlijks honderden mensen aan overlijden, maar dit is niet verboden. Overigens willen deze leden hiermee geenszins de risico’s van asbest bagatelliseren, maar louter verduidelijken. Verder willen deze leden graag wat meer weten over het risicoklassesysteem en het onderscheid dat daarin gemaakt wordt. Kan de regering aangeven op welke wijze vooraf wordt vastgesteld of het asbest van risicoklasse 1 of 2/2A betreft en met hoeveel zekerheid dit vooraf kan worden vastgesteld. Waarom mag asbest van risicoklasse 1 ook door bedrijven zonder certificaat verwijderd worden? En hoe wordt vastgesteld dat deze bedrijven deskundig zijn als ze geen certificaat hebben? Een ander punt dat deze leden merkwaardig vinden is dat burgers zelf hun asbest kunnen inleveren bij de milieustraat in vrijwel alle gemeenten. Waarom gelden voor burgers deze eisen kennelijk niet? En hoe verhoudt dat zich tot de eerder benoemde fatale gevolgen?

De leden van de CDA-fractie vragen of toegelicht kan worden hoe het LAVS het doorlopen van wettelijke procedures zal vergemakkelijken en de administratieve lasten zal beperken. Is het aan- en afmelden juist niet een extra administratieve last?

De leden van de SP-fractie vragen of de regering bereid is om een jaar na invoering te evalueren of het verplichtend gebruik van het LAVS inderdaad heeft geleid tot een verbetering van de informatie-uitwisseling tussen bedrijven en opdrachtgevers. Kan de regering eveneens toezeggen dat na een jaar zal worden gekeken of de ingebruikname van het LAVS heeft geleid tot een verbetering van toezicht en handhaving, zoals door de regering wordt beoogd?

Bestaat er voor bedrijven die in een eerder stadium reeds hebben voldaan aan de informatieverplichting de mogelijkheid om hun gegevens op vrijwillige basis alsnog in te voeren in het LAVS, bijvoorbeeld ter bevordering van kennisdeling en voor het opbouwen van een digitaal dossier op een centrale locatie?

Inhoud van het wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie lezen dat een kopie van de sloopmelding die op grond van het Bouwbesluit 2012 via het Omgevingsloket Online (OLO) is ingediend, ook opgeslagen wordt in het LAVS. Gebeurt dat automatisch of vergt dat een actieve handeling? In hoeverre is, indien dat laatste het geval is, het gebruik van twee systemen, zijnde het OLO en het LAVS, wenselijk vanuit de één-loketgedachte vanuit de Omgevingswet?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het LAVS (voorlopig) niet toegankelijk is voor particulieren, maar dat particulieren wel informatie kunnen opvragen bij de beheerder van het LAVS. Is deze informatie in de vorm van een verslag of krijgt de particulier toegang tot alle details? Zo nee, waarom krijgen particulieren een beperkt verslag en niet alle informatie? Deze leden lezen dat «indien er een breed draagvlak zou blijken te bestaan om het LAVS op termijn ook voor particulieren toegankelijk te maken om de daarin opgeslagen informatie over hun eigen project te kunnen raadplegen, [onderzocht] kan worden welke mogelijkheden daartoe kunnen worden verwezenlijkt en hoe dat kan worden gefinancierd». Wanneer en hoe wordt dit geëvalueerd en hoe wordt vastgesteld of er draagvlak onder particulieren blijkt te bestaan?

De leden van de PVV-fractie vragen waarom ervoor is gekozen om de registratie van verwijdering van asbest in risicoklasse 1 vrijwillig te maken. Als het geen verplichting is, waarom wordt deze mogelijkheid dan toch opengehouden? Er komt dan immers een hoop overbodige informatie in het systeem te staan en bedrijven hebben de mogelijkheid om deze overbodige werkzaamheden in rekening te brengen bij nietsvermoedende klanten. Zou het daarom niet verstandiger zijn om deze mogelijkheid uit te sluiten? Verder begrijpen deze leden dat het niet de bedoeling is dat particulieren of niet-gecertificeerde bedrijven zaken gaan wijzigen in het LAVS. Waarom zouden ze daar echter geen informatie in op mogen zoeken, bijvoorbeeld over hun eigen of aanstaande panden of woningen? Is er geen andere veilige digitale toegangsmethode voorhanden dan eHerkenning? Waarom voldoet het DigiD-systeem blijkbaar niet? Het komt deze leden nogal omslachtig voor dat particulieren deze informatie alleen via derden kunnen verkrijgen, te weten via de gecertificeerde asbestinventarisatiebedrijven en asbestverwijderingsbedrijven. Als particulieren via deze omweg dus wel over deze informatie mogen beschikken, waarom zou dat dan niet rechtstreeks mogen? Deze leden vragen om een uitvoerige reactie waarin in ieder geval alle technische en juridische bezwaren worden vermeld die er mogelijk zijn om dit alsnog te regelen.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de mogelijke gevolgen en/of sancties kunnen zijn als iemand geen gevolg geeft aan de verplichting waarvoor dit wetsvoorstel de mogelijkheid creëert.

De leden van de D66-fractie vragen of nader ingegaan kan worden op de koppeling tussen het OLO en het LAVS, en in het verlengde daarvan op de voortgang van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) waar het OLO in op zal gaan. Deze leden hechten grote waarde aan het tijdig realiseren van digitale voorzieningen als OLO en DSO. Deze leden vragen naar de laatste stand van zaken hieromtrent. Zij vragen voorts of het OLO en het DSO op tijd gereed zijn, opdat de koppeling die gemaakt moet worden met LAVS inderdaad op tijd gemaakt kan worden en er geen digitaal «gat» zal ontstaan, met alle gevolgen van dien.

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat particulieren geen toegang hebben tot het LAVS, maar dat er wel informatie over particulieren wordt opgenomen in het systeem. Deze leden vragen hoe de overheid dit actief gaat bevorderen, zodat particulieren goed op de hoogte zijn dat deze informatie wel degelijk opvraagbaar is. Zou het niet mogelijk moeten zijn om met een simpele handeling als particulier het eigen dossier op te kunnen vragen? En waarom is het niet mogelijk om als burger informatie op te vragen over de saneringen van asbest in publieke voorzieningen in zijn of haar directe omgeving, al dan niet geanonimiseerd?

De leden van de SP-fractie vragen of de regering bereid is om bedrijven en opdrachtgevers die te maken hebben met de verwijdering van asbest in risicoklasse 1 actief te wijzen op de mogelijkheid om hun informatie op vrijwillige basis in het LAVS te plaatsen.

De leden van de SP-fractie vragen de regering om aan te geven of er bedrijven en opdrachtgevers bekend zijn die tot op heden nog gebruikmaken van de schriftelijke weg om de vereiste informatie aan te leveren. Zo ja, hoe gaat de regering om met partijen die er niet in slagen om spoedig vertrouwd te raken met het LAVS? Meent de regering dat de capaciteit die wordt uitgetrokken voor het beheer van het LAVS, maar ook voor toezicht en handhaving, hiervoor voldoende is?

Op basis van welke criteria stelt de regering vast of er voldoende draagvlak is voor het (in de toekomst) eventueel toegankelijk maken van het LAVS voor particulieren en op welke termijn wil de regering dit gaan beoordelen?

Is de regering bereid om professionele opdrachtgevers zoals woningcorporaties te wijzen op de mogelijkheid om gegevens over hun projecten (op vrijwillige basis) in het LAVS in te voeren?

Enkele juridische aspecten

De leden van de VVD-fractie merken op dat woningcorporaties niet verplicht zijn om gegevens over hun projecten in het LAVS in te voeren. Waarom niet, zo vragen deze leden. Om effectief toezicht te houden is het toch op zijn minst nodig dat adresgegevens van bepaalde projecten bekend zijn? Zo nee, waarom niet?

Toezicht en handhaving

De regering stelt volgens de SP-fractie terecht vast dat de naleving van de asbestregelgeving te wensen overlaat. Houdt de regering er rekening mee dat de beoogde verbetering van de informatievoorziening kan leiden tot een nieuw capaciteitsprobleem als gevolg van een mogelijke toename van het aantal geregistreerde overtredingen? Kan de regering een overzicht geven van de sanctiemaatregelen die kunnen worden opgelegd aan partijen die niet (tijdig) voldoen aan de wettelijke informatieverplichting?

Gevolgen voor de Rijksbegroting

De leden van de CDA-fractie vragen naar de precieze opbouw van de kosten van € 800.000 voor het LAVS.

Totstandkoming van het wetsvoorstel

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat er een Privacy Impact Assessment (PIA) is uitgevoerd en vragen of de inhoud van deze PIA beschikbaar gesteld kan worden aan de Kamer. De leden van deze fractie lezen voorts dat bij het raadplegen van persoonsgegevens de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo klein mogelijk moet worden gehouden. Deze leden vragen of de regering nader kan onderbouwen op welke manier zij dit gaat waarborgen. Welke criteria worden daarbij precies richting de gebruikers van het systeem gehanteerd en zijn die criteria vanaf het eerste moment helder voor diegenen die het systeem moeten vullen en/of raadplegen? Biedt het systeem bijvoorbeeld de mogelijkheid dat gebruikers – al dan niet bewust – méér gegevens in het systeem kunnen zetten dan wenselijk is, of is dit in het systeem zelf strikt gelimiteerd?

De leden van de D66-fractie vragen daarnaast of de regering meer inzicht kan geven in de wijze waarop zij de toegankelijkheid van het LAVS uit wil werken. De leden van deze fractie vragen hoe de bedoelingen die in dit wetsvoorstel staan opgenomen door de regering in het systeem en de uitvoeringspraktijk precies vorm zullen krijgen. Deze leden vragen in het bijzonder of er een voorziening wordt getroffen waarmee gecontroleerd kan worden of er geen ongeautoriseerde toegang plaatsvindt.

De leden van de D66-fractie vragen of de regering de keuze om over dit wetsvoorstel geen internetconsultatie te organiseren nader kan toelichten. Deze leden vragen voorts of de regering voornemens is om de AMvB waarin, in tegenstelling tot deze wetswijziging, wel degelijk zaken in verwerkt kunnen worden die noemenswaardige gevolgen hebben voor burgers, bedrijven en instellingen, voor te leggen aan de Kamer.

Overig

De leden van de VVD-fractie constateren dat het tijdig saneren van het asbestdak primair de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het asbestdak is. Gemeenten zouden hun bewoners hierin kunnen faciliteren door hen te informeren dat zij bijvoorbeeld over een asbestdek beschikken. Zouden gemeenten niet een actievere rol moeten krijgen bij het creëren van een totaalbeeld van de panden waar asbest is gebruikt in hun gemeenten? Zou het LAVS als registratiesysteem daarin een rol kunnen spelen? Zo nee, waarom niet? Kan in dat kader ook het risicogestuurd toezicht worden toegelicht? Immers, als niet bekend waar asbest aanwezig is, is het lastig om het toezicht risicogestuurd in te richten.

De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen over de kwaliteit van het LAVS. Deze leden vernemen dat het LAVS dat nu vier jaar in werking is nog steeds erg traag is. Is dit de regering bekend en wat wordt daaraan gedaan? Hoe wordt de stabiliteit van het LAVS vergroot? Is het LAVS wel altijd toegankelijk? En is het mogelijk voor saneerders om niet voor elke nieuwe invoer in te moeten loggen? In hoeverre is de helpdesk van het LAVS toegankelijk en is er wel voldoende kennis en kunde aanwezig bij de helpdesk? Is de regering bereid om in overleg met de asbestsaneerderssector de kwaliteit van het LAVS te verbeteren voorafgaand aan het verplichten van het gebruik van het LAVS?

De leden van de CDA-fractie vragen of toegelicht kan worden of bij het ingaan van het verbod op asbestdaken het nog mogelijk zal zijn om gebouwen met asbestdaken te verzekeren.

Vanuit het werkveld ontvangen de leden van de SGP-fractie signalen dat het huidige LAVS nog niet naar behoren functioneert. Het systeem zou regelmatig haperen, waardoor invoering van gegevens niet altijd goed mogelijk is. Als er iets ingevoerd is wat niet klopt, zou het niet gewijzigd kunnen worden en moet men weer van voren af aan beginnen, zo hoorden deze leden. Is de regering voornemens om er in overleg met betrokken partijen voor te zorgen dat het systeem, alvorens het gebruik te verplichten, gebruiksvriendelijk en zonder problemen functioneert? Kan de regering garanderen dat het systeem alvorens het verplicht gesteld wordt zodanig verbeterd wordt dat het gebruiksvriendelijk is en zonder problemen functioneert?

De leden van de SGP-fractie krijgen ook het signaal dat verschillende bedrijven nu gebruikmaken van zowel een eigen informatiesysteem ten behoeve van werk- en veiligheidsplannen, als het vrijwillige LAVS, en dat er nog geen koppeling mogelijk is tussen deze systemen. Is de regering bereid om, alvorens het gebruik van LAVS daadwerkelijk te verplichten, in overleg met betrokken partijen te bezien hoe de verschillende informatiesystemen aan elkaar gekoppeld kunnen worden, opdat onnodig dubbel werk voorkomen wordt?

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven

De adjunct-griffier van de commissie, Jansma

Naar boven