Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2019
Op 12 maart 2019 heeft uw Kamer het initiatiefwetsvoorstel Bergkamp, Van den Hul en
Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) ter nadere invulling
van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Wet verduidelijking
rechtspositie transgender personen en intersekse personen, Kamerstukken 34 650; hierna: het initiatiefwetsvoorstel) aanvaard.
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer heb ik de volgende
drie toezeggingen gedaan.
Naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA) heb ik toegezegd de verantwoordelijke
bewindslieden te vragen het Actieplan Veiligheid LHBTI 2019–2022 ook naar de Eerste
Kamer te sturen.1 Op 12 juni heeft de Minister van Justitie en Veiligheid dit actieplan aan uw Kamer
gezonden.
Naar aanleiding van vragen van de leden Lintmeijer (GroenLinks) en Meijer (SP) heb
ik toegezegd de verantwoordelijke bewindslieden het verzoek over te brengen om de
Eerste Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rondom het tegengaan van
onnodige geslachtsregistratie.2 Hierover wordt u op korte termijn geïnformeerd door de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.
Ten slotte heb ik naar aanleiding van een vraag van het lid Meijer (SP) toegezegd
aan de verantwoordelijke bewindspersoon het verzoek over te brengen om de Eerste Kamer
op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rondom de kwartiermaker wachttijden transgenderzorg.3 De Minister voor Medische Zorg en Sport heeft uw Kamer op 29 mei 2019 conform deze
toezegging geïnformeerd over het advies van de kwartiermaker transgenderzorg.
Hiermee acht ik de toezeggingen (voldoende) afgedaan.
Vervolgens heb ik de bekrachtiging van het initiatiefwetsvoorstel ter instemming aan
de ministerraad voorgelegd. Door middel van deze brief informeer ik u, mede namens
de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat
de ministerraad op vrijdag 21 juni 2019 akkoord is gegaan met het voordragen van het
wetsvoorstel voor bekrachtiging.
Het kabinet zal zorg dragen voor een zo spoedig mogelijke bekrachtiging en plaatsing
in het Staatsblad en voor een inwerkingtredingsbesluit. Ik ben voornemens de wet zo
spoedig mogelijk in werking te laten treden. Een brief van gelijke strekking heb ik
gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren