Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2017
Het openbaar lichaam Nieuw Land Erfgoedcentrum (NLE) in Lelystad beheert de overgebrachte
archieven van de provincie Flevoland, de gemeenten Lelystad, Dronten, Urk en Zeewolde,
het waterschap Zuiderzeeland en de rijksorganen in de provincie Flevoland. Daarnaast
vervult het de taken van het archeologisch depot van de provincie Flevoland. Naast
de gedeputeerde staten van de provincie, de colleges van burgemeester en wethouders
van de gemeenten en het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap, nemen ook
de besturen van de stichting Nieuw Land en de stichting voor het Bevolkingsonderzoek
in de drooggelegde Zuiderzeepolders deel aan deze gemeenschappelijke regeling. Ten
slotte wordt door de Minister van OCW namens het Rijk deelgenomen aan deze gemeenschappelijke
regeling.
Recentelijk is de gemeenschappelijke regeling NLE aangepast naar aanleiding van de
inwerkingtreding van de Wet van 9 juli 2014 (Stb. 2014, nr. 306), waarbij de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) werd gewijzigd. Per brief van
21 december 2016 bent u over deze wijziging geïnformeerd (Kamerstuk 34 643, nr. 1).
Naast deze aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de gewijzigde Wgr heeft
zich eveneens een reorganisatie van het Nieuw Land Erfgoedcentrum voltrokken. Deze
reorganisatie heeft ertoe geleid dat de stichting Nieuw Land en de stichting voor
het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders uittreden uit de regeling
en dat de provincie haar wettelijke taak op basis van de Erfgoedwet ten aanzien van
behoud van archeologische waarde overgebracht heeft naar de in 2014 opgerichte stichting
Erfgoedpark Batavialand. De provincie heeft haar wettelijke taak op basis van de Archiefwet
ingebracht in de gewijzigde gemeenschappelijke regeling. Deze taak werd voorheen door
het Nieuw Land Erfgoedcentrum uitgevoerd op basis van publiek-publieke samenwerking.
De financiële bijdragen van het Rijk, de gemeenten Dronten, Lelystad, Urk en Zeewolde
en het waterschap Zuiderzeeland zijn ongewijzigd gebleven. De bijdrage van de provincie
Flevoland is gelijk aan de bijdrage die voor de publiek-publieke samenwerking gehanteerd
werd.
Hierbij bied ik u aan mijn Besluit1, houdende deelneming in de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum
Het Flevolands Archief. De door de overige deelnemers ondertekende gemeenschappelijke
regeling treft u aan als bijlage bij deze brief2.
De belangrijkste wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling betreffen de wijzigingen
in de deelnemers aan de regeling en de daarbij horende invulling van het algemeen
en dagelijks bestuur. Met deze wijziging wordt de naam van de gemeenschappelijke regeling
gewijzigd naar «Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Het Flevolands
Archief».
De voorlegging van mijn besluit tot deelneming geschiedt in het kader van artikel
94, tweede lid van de Wgr. Conform deze bepaling bied ik uw Kamer gedurende vier weken
de mogelijkheid om de wens kenbaar te maken dat de inwerkingtreding van het besluit
bij wet geregeld wordt. Indien u van deze mogelijkheid geen gebruik maakt zal het
besluit tot deelneming na afloop van deze termijn gepubliceerd worden in de Staatscourant,
waarbij de betreffende (gewijzigde) gemeenschappelijke regeling als bijlage bij de
toelichting wordt gevoegd. Het besluit tot deelneming zal in werking treden op een
bij afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit te bepalen tijdstip.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker