34 641 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het opnemen van een specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak en een strafbaarstelling van schending van de geweldsinstructie en wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het opnemen van een grondslag voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar geweldgebruik door opsporingsambtenaren (geweldsaanwending opsporingsambtenaar)

R BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd, naar aanleiding van vragen van de leden Recourt (PvdA), Dittrich (D66) en Baay-Timmerman (50PLUS), om de kwestie «bijtgedrag van politiehonden in de nek en het gezicht», onder de aandacht van de politie te brengen en ook tijdens de periodieke training hier extra aandacht aan te laten besteden.1

De toezegging wordt toegelicht in het eerste halfjaarbericht politie aan de Tweede Kamer. Daarom ontvangt u hierbij een afschrift van het eerste halfjaarbericht politie, inclusief bijlagen. Deze heb ik 17 juni 2022 toegezonden aan de Tweede Kamer.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2022

De politie voert de strafrechtelijke rechtshandhaving uit, handhaaft de openbare orde en verleent hulp aan hen die dat behoeven. Achter deze formele terminologie, afkomstig uit de Politiewet 2012, gaat onvoorstelbaar veel schuil. De politie staat midden in de samenleving en heeft een cruciale rol in de veiligheid van Nederland. Politiemedewerkers zetten zich dag en nacht in voor een land waarin we ons veilig voelen, waar we vrij zijn en waar we onszelf kunnen zijn. Ik zie dat politiemedewerkers toegewijd zijn en werken met hart en ziel voor de samenleving. Dat verdient respect en waardering.

Ik zie ook de uitdagingen waar de politie voor staat. Over kwantitatief en kwalitatief voldoende politiemedewerkers beschikken, digitale opsporing verstevigen, discriminatie tegengaan en de ondermijnende criminaliteit aanpakken zijn maar enkele voorbeelden. Om nog maar niet te spreken over de ontwikkelingen bij de Landelijke Eenheid, waar ik uw Kamer in een separate brief over informeer. Daarom is er fors geïnvesteerd in het politiewerk om de basis voor de komende jaren goed op orde te krijgen. Het geld dat de politie jaarlijks ter beschikking staat, is sinds de start van de nationale politie sterk toegenomen en deze lijn zet ik voort. De komende jaren wordt er verder geïnvesteerd, zoals te zien in de begroting met 200 miljoen in het Regeerakkoord voor de basis op orde en 135 miljoen uit de motie Hermans. Daarnaast ben ik erg verheugd dat er een arbeidsvoorwaardenakkoord is gesloten met een gemiddelde loonsverhoging van 9,5% over 2,5 jaar. In dit akkoord waarderen en erkennen wij het belangrijke werk van de uitvoerende politiemedewerkers in een tijd van verzwarende werkomstandigheden als gevolg van de onderbezetting met een tijdelijke financiële tegemoetkoming boven op de salarisverhoging.

Dit alles is nodig zodat de politie in staat blijft de oren en ogen te zijn in de wijk, en voldoende toegerust is op de uitdagingen van de toekomst.

Deze brief

In deze brief informeer ik u over de staat van de politie. Ik informeer uw Kamer langs drie lijnen, te weten: de positie van de politie in de samenleving, de toerusting van de politieorganisatie en de ontwikkeling van de taakuitvoering en het werkaanbod. In bijlage 1 heb ik ten aanzien van deze lijnen kerncijfers visueel weergegeven. Deze kerncijfers helpen bij het beeld van de ontwikkeling en trends van de politieorganisatie en de context waarin zij acteren. In bijlage 2 informeer ik u over de gedane toezeggingen, moties en over een aantal aanvullende zaken.

Positie van de politie in de samenleving

Een goed functionerende politie begint met een betrouwbare politie. De reputatie van de politie en het vertrouwen dat burgers hebben in de politie zijn voor de legitimiteit van de politie essentieel. In opdracht van de politie wordt sinds 2020 onder burgers gemeten hoe het met de reputatie van- en het vertrouwen in de politie is gesteld. Uit de metingen blijkt dat de reputatie van- en het vertrouwen in de politie onder burgers overwegend goed is.2 Het beeld van de tevredenheid over het functioneren van de politie in de buurt en tevredenheid over het laatste politiecontact afkomstig uit de meest recente Veiligheidsmonitor (2021) laten een vergelijkbaar beeld zien van overwegende tevredenheid over de politie. Daarnaast blijkt uit de CBS-cijfers over 2021 dat de politie het publieke instituut is dat het grootste vertrouwen kent.3 Dit is bewonderingswaardig te noemen tijdens de coronacrisis waarin er veel van de politie gevraagd is. Deze resultaten zijn opgenomen in de bijlage kerncijfers politie.

De politie gebruikt de monitoring van reputatie en vertrouwen om de dienstverlening en de communicatie van de politie te optimaliseren met als doel om het vertrouwen in- en de reputatie van de politie onder burgers te vergroten.

In de kerncijfers4 is te zien dat slachtofferschap van traditionele criminaliteit (vermogens-, gewelds- en vandalismedelicten) en geregistreerde aangiften van criminaliteit net als voorgaande jaren afnemen. Slachtofferschap van cybercrime heeft nu een omvang die vergelijkbaar is met het slachtofferschap van traditionele criminaliteit (17%). De verschuivingen tussen verschillende soorten criminaliteit blijft hierin een aandachtspunt zal de komende periode om stappen vragen. Het aantal klachten van burgers over het optreden van de politie is toegenomen en de tevredenheid van burgers over het laatste contact met politie in de eigen gemeente is afgenomen ten opzichte van vorig jaar, maar dit tevredenheidscijfer ligt hoger dan bij de vorming van de Nationale Politie. Het percentage incidenten waarbij de politie geweld gebruikt blijft klein. In 0,12% van alle incidenten waarbij de politie is ingezet, werd geweld door politieambtenaren (GDPA) toegepast. De financiële middelen en personele capaciteit van de politie nemen toe. Het percentage ziekteverzuim van 5,6% (gemiddelde over 12 maanden in 2021) is vergelijkbaar met het verzuimpercentage van 2020, maar is nog steeds lager dan het verzuimpercentage in de jaren 2013- 2019.

Dit halfjaarbericht en de kerncijfers zijn opgesteld zodat de ontwikkelingen zo goed als mogelijk te volgen zijn voor u als Kamer. Dit is een dynamisch geheel, elk halfjaar probeer ik dit steeds beter te doen met ook de inbreng vanuit de Kamer.

Toerusting van de politieorganisatie

Personele capaciteit

In het vorige halfjaarbericht van december jl.5 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over de druk op de politiecapaciteit, met name in de gebiedsgebonden politiezorg en in de basisteams. De formeel vastgestelde strategische personeelsprognose uit de Begroting en Beheersplan 2022–26 van politie wees toen uit dat de operationele formatie en de bezetting in 2024–2025 weer in balans komen. Ik heb uw Kamer toegezegd in de halfjaarberichten steeds een zo gedetailleerd mogelijk overzicht te geven van de politiecapaciteit, met cijfers voor instroom en uitstroom, het aantal politiemedewerkers in opleiding en de totale formatie. Een concrete uitsplitsing is toegevoegd in bijlage 2.

In deze uitsplitsing ga ik tevens in op de (externe) instroomcijfers bij de politieacademie in relatie tot de verwachte (externe) instroom, de uitvalcijfers van aspiranten in relatie tot de verwachte uitval en de onvoorziene uitstroomcijfers in de operationele sterkte (minus aspiranten) in relatie tot de verwachte onvoorziene uitstroomcijfers en het aantal zij-instromers.

Uit de cijfers blijkt dat het korps een forse groei heeft doorgemaakt, namelijk van een operationele formatie van 49.803 fte in 2016 naar 51.728 fte eind 2021. De totale operationele bezetting valt lager uit dan de formatie, doordat het opleiden van grote aantallen nieuwe medewerkers voor de uitbreiding van de bezetting en de vervanging van vertrekkend personeel tijd kost. Deze groeit nog door tot 2026 en zal dan 52.254 bedragen. Dit is nog exclusief de 700 fte uit de motie Hermans.

Politievrijwilligers

In het Commissiedebat Politie van 17 februari 2022 en 11 mei 2022 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over politievrijwilligers: in-, zij en doorstroom. Naar aanleiding van de motie Bisschop, over een plan van aanpak voor het streven naar de norm van 10% politievrijwilligers voor eind 2027, worden de mogelijkheden voor behoud, verbreding en vergroting van de inzet van politievrijwilligers geschetst. In de komende maanden wordt dit plan van aanpak gemaakt. In bijlage 2 informeer ik u nader over de voortgang rondom politievrijwilligers.

Invulling 200 mln CA-middelen

In het kader van het Coalitieakkoord is door dit kabinet een bedrag oplopend tot € 200 miljoen beschikbaar gesteld ter versterking van de politieorganisatie. Hiermee worden de prioritaire knelpunten in de bedrijfsvoering van de politie gedekt. Er wordt onder andere geïnvesteerd in de basisvoorzieningen IV, de operationele sterkte bij de meldkamers en taakontwikkeling als gevolg van algemene wet- en regelgeving. Een belangrijke andere post is een intensivering op bijzondere zorg, ter ondersteuning van medewerkers die kampen met PTSS.

Politieonderwijs

Met mijn brief van 29 april jl. heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over het politieonderwijs.6 In dit halfjaarbericht ga ik in op het Politieonderwijsverslag 2021 dat door de Inspectie van Justitie en Veiligheid (hierna Inspectie) is opgesteld en waarover de Inspectie mij op 18 mei jl. heeft geïnformeerd. De Inspectie schetst een positief beeld over het politieonderwijs en concludeert dat de Politieacademie op de goede weg is. Er zijn de afgelopen jaren forse stappen gezet. In bijlage 6 vat ik de bevindingen van de Inspectie kort samen.

Stelsel beroepsgerelateerd letsel

Ik acht het van groot belang dat politiemedewerkers die als gevolg van hun werk te maken hebben met letsel gehoord en geholpen worden. Dit geldt in het bijzonder voor (voormalig) agenten die kampen met PTSS. Daarom wordt door de politie, de vakbonden en mijn ministerie hard gewerkt aan de realisatie van het nieuwe stelsel beroepsgerelateerd letsel voor de politie. In dit nieuwe stelsel worden knelpunten uit het huidige stelsel geadresseerd en komt de nadruk te liggen op preventie en de zorg en begeleiding die nodig is bij herstel en re-integratie. Toegang tot het stelsel vindt plaats op basis van vertrouwen. Bij de realisatie wordt nauw samengewerkt met politie, de vakorganisaties en de Centrale Ondernemingsraad van de politie Recent is een akkoord bereikt over de laatste openstaande punten, waaronder de wijze van schadevaststelling- en afwikkeling en de re-integratie van aspiranten. Nu deze stap gezet is, verschuift de focus naar het uitwerken van de regelgeving en verdere uitwerking van de gemaakte afspraken, zodat het stelsel per de beoogde datum van 1 januari 2023 ingevoerd kan worden. Ook de implementatie van het nieuwe stelsel wordt voorbereid. Gezien het belang van een goede uitvoering van het nieuwe stelsel is met de politievakorganisaties afgesproken dat zij en de Centrale Ondernemingsraad de voorbereidingen nauwgezet zullen volgen. In bijlage 2 van dit halfjaarbericht wordt ook ingegaan op de gedane toezeggingen over de lopende restschadezaken en een advies van de Commissie van Advies Restschade Afwikkeling Politie.

Politie voor Iedereen

De politie levert veel inspanningen om te komen tot een diverse en inclusieve organisatie die herkenbaar en benaderbaar is voor alle burgers en groepen in onze samenleving. Hiervoor is het realiseren van een veilige werkomgeving voor alle medewerkers een essentiële voorwaarde. Dit is dan ook een belangrijk onderdeel van het realisatieplan Politie voor Iedereen. Recente verhalen van politiemedewerkers in de documentaire «De Blauwe Familie» over hun ervaringen binnen de politie met discriminatie en uitsluiting, heeft de noodzaak van deze inspanningen nogmaals benadrukt en stimuleert tegelijkertijd om ze met kracht voor te zetten. Binnen de politieorganisatie is geen plek voor discriminatie en een politie die discriminatie aanpakt in de samenleving, moet zelf ook veilig en inclusief zijn. Ik vind het ontzettend moedig dat deze collega’s een stap naar voren hebben gezet om hun verhaal te vertellen en ik ben blij dat de politieleiding dit actief en diepgaand oppakt. Op dit moment wordt nader bezien door de korpsleiding welke aanvullende maatregelen naar aanleiding van de signalen genomen worden. Dit sluit aan op de maatregelen die al in voorbereiding waren na de dialoogsessies in het korps over hoe om te gaan met discriminerend gedrag en de normstelling hiervoor. De uitkomsten hiervan worden op korte termijn met uw Kamer gedeeld. Over de voortgang van het totale realisatieplan Politie voor Iedereen informeer ik u verderop in deze brief (bijlage 2).

De ontwikkeling van de taakuitvoering en de werkvraag

Geweldsmiddelen politie

De politie werkt continue aan verdere professionalisering van hun optreden en verbetering van het gebruik van geweldsmiddelen door opleiding en training. In bijlage 2 van deze brief neem ik u mee in recente ontwikkelingen op het gebied van de politiehond en het stroomstootwapen.

Landelijke Eenheid

Zoals toegezegd in mijn brief van 4 april jl.7 informeer ik uw Kamer voortaan in het halfjaarbericht over de voortgang van de veranderingen bij de Landelijke Eenheid. Ik heb in deze brief gemeld dat de Landelijke Eenheid een transitie zal moeten doormaken. Er zijn fundamentele ingrepen nodig op het vlak van de positionering in het bestel, de organisatie-inrichting, de werkcultuur, het leiderschap en de bedrijfsmatige ondersteuning. Ik verwacht uw Kamer voor het zomerreces in mijn beleidsreactie op het eindadvies van de commissie Schneiders te kunnen informeren over de kaders van de transitie.

Op een aantal plekken in de Landelijke Eenheid zijn de afgelopen periode al maatregelen getroffen, onder meer naar aanleiding van aanbevelingen van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de commissie Brouwer. In mijn brief van 4 april jl. heb ik al een aantal concrete maatregelen toegelicht die de korpschef heeft getroffen. In aanvulling hierop heeft de korpschef mij geïnformeerd over de volgende ontwikkelingen.

Bij de afdeling Afgeschermde Operaties van de Dienst Specialistische Operaties is een programmamanager aangesteld voor de aansturing van de opvolging van de aanbevelingen van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de commissie Brouwer. In de afgelopen maanden zijn er weer stappen gezet om de personeelszorg te verbeteren. Er zijn extra leidinggevenden aangesteld en de werkverbanden zijn verkleind, zodat het zicht op de mensen en de operaties is verbeterd. Tevens is een (concept)zorgplan voor medewerkers in het heimelijk domein opgesteld, in nauwe samenwerking met de korpspsycholoog. Voor de mentale begeleiding van medewerkers in het heimelijke domein worden op korte termijn twee psychologen geselecteerd. Deze psychologen komen dicht op de operatie te werken, zodat zij tijdig kunnen adviseren over het mentale welzijn van de daarbij betrokken politiemensen.

Daarnaast is voortgang te melden bij het vormgeven van de tijdelijke voorziening voor toetsing van morele en ethische aspecten van heimelijke trajecten. Deze voorziening wordt ingesteld in afwachting van het advies van de commissie Sorgdrager over de waarborgen voor heimelijk werken, dat voor het einde van het jaar wordt verwacht. De heer Oebele Brouwer is bereid gevonden om een tijdelijke commissie te vormen voor de toetsing van de ethische en morele aspecten van heimelijke traject. De heer Brouwer zal tevens dienstdoen als meldpunt voor zorgen over veiligheid, moraliteit en ethiek medewerkers uit het heimelijk domein en hun naasten.

Bij het cluster Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering wordt doorgewerkt aan de maatregelen ten aanzien van het aanbrengen van focus in de operaties. Tevens zijn de autorisaties voor toegang tot informatiebakken geverifieerd, zodat gegarandeerd is dat medewerkers alleen toegang hebben tot informatie waarvoor zij bevoegd zijn. Bij de Dienst Landelijke Informatieorganisatie wordt doorgewerkt aan de werkcultuur en het leiderschap. Er worden feedback- en gesprekstrainingen georganiseerd voor leidinggevenden en medewerkers en er wordt in klankbordgroepen gesproken over de ontwikkeling van het vak. In de komende periode wordt de nadruk gelegd op de ontwikkelopgave binnen teams, waarbij gewerkt zal worden aan versterkte taak- en rolduidelijkheid en verbetering van de groepsdynamiek.

Internationale politiesamenwerking

Voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de politietaak is samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Nederlandse en buitenlandse politiediensten cruciaal. De politie heeft hiertoe verschillende instrumenten en kanalen tot haar beschikking. De samenwerking met andere landen binnen Europol en INTERPOL zijn hier belangrijke voorbeelden van, maar ook de strategische allianties met relevante landen (en het versterken daarvan) helpen in de strijd tegen criminaliteit. Door de plaatsing van politieliaisons bij strategische partners en in landen waar in Nederland uitwerkende criminaliteit haar oorsprong vindt, wordt gezorgd voor korte lijnen in de samenwerking. De liaisons zorgen voor een goede informatiepositie t.a.v. criminaliteitsbestrijding in het buitenland. Door inzet van politie in internationale vredesmissies in EU, VN en OVSE verband wordt bijgedragen aan rechtsstaatsopbouw en ontwikkeling en hervorming van de veiligheidssector in de missiegebieden. Waar mogelijk wordt verbinding gezocht met de doelstellingen op het gebied van internationale criminaliteitsbestrijding.

Het kabinet beoogt het instrumentarium voor internationale politiesamenwerking slagvaardig, bijdetijds, robuust en met waarborgen omkleed te houden. Het kabinet draagt actief bij aan deze ontwikkelingen, onder andere in EU-, Benelux- en INTERPOL-verband. Hierbij geldt als belangrijke waarde dat, alvorens nieuwe instrumenten overwogen worden, het kabinet inzet op de verbetering van de reeds bestaande instrumenten. In het vorige halfjaarbericht heb ik aan uw Kamer aangegeven in de halfjaarberichten terug te komen op de internationale politiesamenwerking. In bijlage 5 ga ik gedetailleerder in op recente ontwikkelingen en inspanningen op de verschillende deelterreinen.

Informatievoorziening (IV) – strategie

Begin mei is de nieuwe meerjarige IV-strategie van de politie vastgesteld. Sneller, Simpeler en Samen zijn de termen waarmee stappen gezet worden om de ICT in het hart van de politie te krijgen. Door de snel digitaliserende samenleving en de verwevenheid tussen de fysieke en de virtuele wereld zijn informatie en technologie meer dan ooit onderdeel van de kern van het politiewerk. Het is van levensbelang om de operationele politiecollega’s snel en op een veilige manier precies de benodigde informatie op het juiste moment te bieden. «Up-to-date» zijn is niet meer voldoende: IV voor de politie moet vooroplopen om Nederland veilig te houden. Hierdoor staat de politie volwaardig in een maatschappij waarbij digitalisering geen keuze is, maar een noodzakelijke ontwikkeling. Het besef dat IV in het hart van het politiewerk komt, is direct terug te vinden in de nieuwe IV-strategie. De IV-strategie is een startpunt om op veel thema’s op systeemniveau binnen de politie verbeteringen door te kunnen voeren. Groeiende uitdagingen hierbij zijn de krapte op de arbeidsmarkt en de leeftijdsopbouw van het huidige personeelbestand.

In de IV-bijlage wordt nader ingegaan op de toekomstbestendige inrichting van de informatievoorziening bij de politie: het versterken van de basisinfrastructuur ten behoeve van continuïteit, het realiseren van vernieuwing en het vergroten van de cyberveiligheid.

Tot slot

De politie blijft verder werken aan de grote opgaven die voor liggen. Ook na twee intensieve jaren coronacrisis blijft de druk onverminderd hoog. Met de extra investeringen wordt het fundament bij de politie verder verstevigd en worden de juiste randvoorwaarden gecreëerd om politie in staat te stellen te doen wat zij moeten doen: het beschermen van (kwetsbare) mensen en verder bouwen aan een veilig Nederland.

Ik zal uw kamer blijven informeren over de verschillende ontwikkelingen bij de politie middels verschillende kamerbrieven en het volgende halfjaarbericht.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven