34 641 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het opnemen van een specifieke strafuitsluitingsgrond voor opsporingsambtenaren die geweld hebben gebruikt in de rechtmatige uitoefening van hun taak en een strafbaarstelling van schending van de geweldsinstructie en wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het opnemen van een grondslag voor het doen van strafrechtelijk onderzoek naar geweldgebruik door opsporingsambtenaren (geweldsaanwending opsporingsambtenaar)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2019

Op 10 september 2019 is u de nota naar aanleiding van het nader verslag (Kamerstuk 34 641, nr. 11) alsmede een tweede nota van wijziging (Kamerstuk 34 641, nr. 12) bij het wetsvoorstel geweldsaanwending opsporingsambtenaar aangeboden.1

Genoemd wetsvoorstel hangt samen met de volgende wijzigingsbesluiten:

  • het ontwerpbesluit houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren, het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar en het Besluit politiegegevens in verband met de herziening van de geweldsmelding (hierna: wijziging Ambtsinstructie eerste tranche);

  • het ontwerpbesluit houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren, het Besluit bewapening en uitrusting politie en het Besluit reis-,verblijf- en verhuiskosten politie in verband met de wijziging en invoering van voorschriften omtrent het gebruik van geweldmiddelen en vrijheidsbeperkende middelen en bijbehorende nota van toelichting (hierna: wijziging Ambtsinstructie tweede tranche).

De drie genoemde voorstellen maken onderdeel uit van de «Integrale stelselherziening geweldsaanwending».

In december 2018 begreep ik dat de commissie voor Justitie en Veiligheid kennis wenste te nemen van de wijziging Ambtsinstructie tweede tranche, om zich zodoende een beter oordeel te kunnen vormen over het wetsvoorstel. Dit ontwerpbesluit heb ik vervolgens op 20 december 2018 aan u aangeboden.2

Het nader verslag bij het wetsvoorstel geweldsaanwending opsporingsambtenaar is door uw Kamer vastgesteld op 12 februari 2019.3 Omdat het nader verslag zowel vragen over het wetsvoorstel als over de eerste en tweede tranche wijzigingen van de Ambtsinstructie bevat, is gewacht met het zetten van verdere stappen in de regelgevingstrajecten van de Ambtsinstructie.

Met het uitbrengen van de nota naar aanleiding van het nader verslag zijn de vragen over de eerste en tweede tranche wijzigingen van de Ambtsinstructie beantwoord. Ik ga ervanuit dat uw Kamer op dit moment voldoende is geïnformeerd om een beslissing te kunnen nemen over een volgende stap in het wetgevingstraject van het wetsvoorstel geweldsaanwending opsporingsambtenaar. Zonder tegenbericht ben ik dan ook voornemens de regelgevingstrajecten van de eerste en tweede tranche wijzigingen van de Ambtsinstructie eind september weer op te pakken en de noodzakelijke vervolgstappen te zetten.

Mocht op enig moment blijken dat de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren nadere aanpassing behoeft, dan kan die wijziging altijd in een afzonderlijk wijzigingstraject worden meegenomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 34 641

X Noot
2

Kamerstuk 34 641, nr. 9

X Noot
3

Kamerstuk 34 641, nr. 10

Naar boven