De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Tijdelijke
experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging
van de werkingsduur van die wet. Zij hebben nog enkele opmerkingen en vragen over
het wetsvoorstel.
Deze leden zijn van mening dat voor kiezers in het buitenland stemmen via internet
op termijn wettelijk mogelijk zou moeten worden gemaakt, mits de veiligheid en integriteit
van het stemproces voldoende kan worden gegaran-deerd. Zij zien om die reden uit naar
de test die zo snel mogelijk zal plaats-vinden voor Nederlanders in het buitenland.
De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel
dat op grond van deze Tijdelijke experimentenwet bij de Euro-pees Parlementsverkiezing
in 2014 voor het eerst met het nieuwe stembiljet is geëxperimenteerd. Dat experiment
is succesvol verlopen volgens de regering. Kan de regering nut en noodzaak van nieuwe
experimenten met het nieuwe stembiljet uiteenzetten? Welke toegevoegde waarde hebben
nieuwe experimenten met een nieuw stembiljet, nu de Tweede Kamer in 2016 het wetsvoorstel
Experimenten met een nieuw stembiljet in het stemlokaal (TK 34 288) heeft verworpen? Deelt de regering de opvatting van de leden van de VVD-fractie
dat middelen beter kunnen worden besteed aan het testen met internetstemmen voor Nederlanders
in het buitenland en experimenten met elektronische hulpmiddelen voor kiezers in Nederland?
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot verlenging van
de werkingsduur van de Tijdelijke experimentenwet stembiljet-ten en centrale stemopneming.
In de memorie van toelichting stelt de regering dat het eerste experiment met het
nieuwe stembiljet bij de Europees Parlementsverkiezing in 2014 succes-vol is verlopen.
De evaluatie van dit experiment heeft uitgewezen dat het nieuwe stembiljet begrijpelijk
is voor de kiezers in het buitenland. Uit de evaluatie blijkt ook dat de briefstembureaus
hebben geconstateerd dat het nieuwe stembiljet makkelijker en sneller te tellen is.
Ook bij het referendum op 6 april 2016 over de Wet tot goedkeuring van het EU-associatieakkoord
met Oekraïne konden kiezers in het buitenland via de e-mail een stembiljet ontvangen.
Waarom verwijst de regering niet naar de evaluatie van het referendum? Hoeveel kiezers
in het buitenland hebben bij het bedoelde referendum een briefstem uitgebracht? Hoeveel
daarvan waren ongeldig?
Deze leden vragen, of de regering met het voorstel tot verlenging van de werkingsduur
van de Tijdelijke experimentenwet niet vooruitloopt op de eva-luatie van de gehouden
experimenten. De regering stelt in de memorie van toelichting: «Om bij eventuele verkiezingen voorafgaande aan de inwerking-treding van een eventuele
definitieve wettelijke regeling verwarring te voor-komen is het noodzakelijk om de
mogelijkheid te behouden om experimenten te organiseren.» Kan de regering de betekenis van deze zin nader uiteen-zetten? Betekent dit, dat
de regering de huidige bepalingen in de Kieswet als afgeschaft beschouwt?
Door de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet blijft de mogelijk-heid bestaan
van een experiment met centraal tellen. Is de regering voorne-mens nieuwe experimenten
te starten met centrale stemopneming, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja,
hoe verhoudt zich dat tot de oorspronkelijke mededeling dat de evaluaties van de experimenten
met cen-traal stemmen in 2014 en 2015 geen aanleiding geven hiermee nog een experiment
te houden?
De Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVvB) stelt in haar advies, dat zij het
bevreemdend vindt dat alleen de kiezers in het buitenland met een ander model stembiljet
mogen stemmen. De NVvB is van mening dat een stembiljet voor een verkiezing na experimenten
uiteindelijk voor alle kiezers hetzelfde moet zijn. De leden van de CDA-fractie vragen,
wat het standpunt van de regering hierover is.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx