34 620 V Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 21 december 2016

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 8 december 2016 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 20 december 2016 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

1

Kunt u de mutatie van 25 miljoen euro voor een correctie op de toerekening eerstejaarsopvang asielzoekers nader toelichten? Hoe is dit bedrag tot stand gekomen?

Antwoord: De asieltoerekening aan ODA is gebaseerd op het aantal personen dat instroomt bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de periode dat zij in opvang blijven. Bij een administratieve herrekening bleek dat het aantal personen waarvoor kosten in 2015 zijn toegerekend te hoog is. Personen die een tweede of volgende keer opnieuw instroomden bij het COA zijn meegeteld. Daarnaast werd ook instroom meegeteld voor personen zonder asielaanvraag, zoals slachtoffers van mensenhandel of personen die om andere redenen tijdelijk onderdak nodig hebben. Hiervoor wordt nu gecorrigeerd.

2

Wat is de reden voor de verhoging van de afdracht aan de Europese Unie?

3

Heeft Nederland bezwaar gemaakt tegen deze verhoogde afdracht? Zo neen, waarom niet?

9

Waaruit bestaat de structureel hogere EU-afdracht op artikel 3.1/3.10 precies? Welke bedragen zijn hiermee gemoeid? In hoeverre zijn deze bedragen eenmalig? Wat is de verwachting voor de ontwikkeling van de afdracht voor de komen jaren (graag per jaar aangeven)?

Antwoord op vragen 2, 3 en 9:

In de tweede suppletoire begroting is voor de EU-afdrachten een tegenvaller van EUR 2,8 miljard verwerkt. Deze tegenvaller komt doordat de korting op de Nederlandse afdrachten aan de EU later dan verwacht in de kas zal vloeien. Bij Miljoenennota 2017 werd uitgegaan van 2016, maar door latere ratificatie van het Eigen Middelen Besluit zal de teruggave naar verwachting begin 2017 ontvangen worden. Er is kortom geen sprake van een verhoogde EU-afdracht, enkel van een verschuiving van de EU-afdrachten tussen 2016 en 2017.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verwachte uitgaven in 2016, 2017 en 2018 aan EU-afdrachten. Het overzicht is gebaseerd op de miljoenennota en de wijzigingen op de miljoenennota die vermeld zijn in de tweede suppletoire begroting van buitenlandse zaken (kst 34 620 V, nr. 2). Een aantal wijzigingen in de afdrachten voor 2016, 2017 en 2018 is reeds bekend. Het eerste moment waarop deze kunnen worden aangepast in de Nederlandse begroting is bij Voorjaarsnota 2017. In onderstaande tabel zijn deze voor de volledigheid reeds opgenomen. De veranderingen betreffen:

  • De verrekening van de korting over 2014–2016 wordt begin 2017 ontvangen, een bedrag van EUR 2.764,4 mln. onder overige ontvangsten.

  • Daarnaast worden de BTW-afdrachten voor 2017 met 17,6 miljoen opwaarts bijgesteld door een nieuwe berekening van de Britse korting en de BNI-afdracht met EUR 339,9 mln neerwaarts bijgesteld door vertragingen bij de cohesiefondsen. Die laatste bijstelling is een kasschuif. Op dit moment verwachten we dat de lagere afdracht in 2017 wordt gecompenseerd door een gelijke hogere afdracht in een later jaar of in later jaren.

U bent hierover geïnformeerd bij Miljoenennota 2017 en via de Kamerbrief over de vierde aanvullende begroting van 2016 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, 21 501-03, nr. 99). De vierde aanvullende begroting van 2016 en het begrotingsakkoord voor 2017 zijn begin december goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement. De kaseffecten van de vierde aanvullende begroting vallen in 2017, omdat verwerking in 2016 door het late akkoord niet meer mogelijk was.

 

Nederlandse afdracht aan de EU (in euro)

2016

2017

2018

1

BNI-afdracht

4.494,6

3.476,6

5.048,7

2

BTW-afdracht

781,1

537,9

537,2

3

Invoerrechten

3.023,3

3.204,3

3.268,4

4

Perceptiekostenvergoeding

655,7

640,9

653,7

5

Overige ontvangsten

0

2.764,4

0

 

Netto EU-afdracht (1+2+3-4-5)

7.643,3

3.813,5

8.200,6

4

De afdracht aan goed functionerende internationale instellingen is verminderd. Welke internationale instellingen betreft het specifiek?

Antwoord: Het gaat hier om een verlaging van de verplichte bijdrage aan de VN, waaruit onder meer het VN-secretariaat wordt betaald. De Nederlandse bijdrage is afhankelijk van zowel de totale VN-begroting als het percentage hiervan dat aan Nederland wordt doorberekend en is in 2016 naar beneden bijgesteld.

5

Kunt u de vermindering van op Beleidsartikel 1, subartikel 1.2 bij subsidies voor «Bevordering van het vrije woord» toelichten? Wat is hiervan de reden? Welke activiteiten of programma's worden geschrapt?

Antwoord: De vermindering wordt veroorzaakt doordat een bedrag van EUR 2,3 miljoen wordt overgeheveld naar de landenprogramma’s voor mensenrechten, waaruit de nieuwe subsidie voor het Radio Nederland Wereldomroep (RNW-media) programma 2017–2020 wordt gefinancierd. Daarnaast is in 2015, bovenop de oorspronkelijk geraamde subsidie van EUR 14 miljoen, additioneel EUR 1 miljoen betaald. Dit betekent dat dit bedrag in 2016 in mindering is gebracht op de totale bijdrage aan RNW-media. Er worden geen activiteiten of programma’s geschrapt.

6

Kunt u de extra uitgaven ten behoeve van het «speciaal voetbal en life skills programma» nader toelichten? Wat is het «speciaal voetbal en life skills programma»? Wat is de reden dat dit noodzakelijke was voor de campagne VN-Veiligheidsraad-campagne? Wat heeft dit opgeleverd? En hoeveel heeft het «speciaal voetbal programma» exact gekost?

Antwoord:

Het programma financiert in kleine eilandstaten de opleiding van lokale jongeren tot voetbal- en life-coach. Het zal maximaal EUR 562.000 gaan kosten, afhankelijk van het aantal kleine eilandstaten dat zich uiteindelijk aanmeldt. Door de inzet van oud-voetballers heeft het programma een kwaliteitsimpuls gekregen en is veel goodwill gecreëerd voor Nederland in kleine eilandstaten. Dit versterkt toekomstige samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk en de kleine eilandstaten en komt ook ten goede aan onze positie in de VNVR in 2018.

7

Wat is de reden dat de contributie voor de OVSE lager uitvalt dan geraamd?

Antwoord: De belangrijkste reden voor de verlaging van de contributie aan de OVSE wordt veroorzaakt doordat een groot deel van het gereserveerde budget voor detacheringen niet is uitgegeven. Jaarlijks wordt namelijk een bedrag gereserveerd voor Nederlandse detacheringen bij de OVSE. In 2016 was slechts sprake van 3 detacheringen en niet voor de volle 12 maanden.

8

Kunt u nader toelichten hoe het komt dat de liquiditeitsbehoefte van het EOF lager uitvalt dan geraamd?

Antwoord: De lagere uitgaven aan het EOF zijn met name het gevolg van het nog niet volledig operationeel zijn van het Financieel Reglement dat van toepassing is op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat nog niet alle lidstaten hiermee ingestemd hebben waardoor maar een deel van de verplichtingen konden worden aangegaan. Een nadere toelichting is gegeven in de begeleidende nota van de Raad van de Europese Unie (COM(2016) 386 final).

10

Kunt u de vermindering van € 1,63 miljoen op Beleidsartikel 4, subartikel 4.1 bij opdrachten «reisdocumenten en verkiezingen» toelichten? Wat is hiervan de reden? Hoe is deze besparing gerealiseerd?

Antwoord: De kosten van de reisdocumenten zijn afgenomen doordat er minder aanvragen voor reisdocumenten via het postennet worden ingediend. Het aantal aanvragen via de grensgemeenten en de Schipholbalie is toegenomen.

11

In welke landen zijn er meer visa afgegeven dan oorspronkelijk geraamd?

Antwoord: De grootste toename van visumaanvragen komt van ingezetenen uit India, Turkije, Oekraïne, Egypte en Iran.

Naar boven