34 607 Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 januari 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Het opschrift komt te luiden:

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk.

2

De considerans komt te luiden:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is een aantal bepalingen in de onderwijswetgeving aan te passen om deze wetgeving beter te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en dat het wenselijk is de Wet studiefinanciering BES op een aantal punten in overeenstemming te brengen met de ontstane uitvoeringspraktijk en tevens diverse technische en redactionele verbeteringen door te voeren, de Wet primair onderwijs BES, de Wet voortgezet onderwijs BES en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES aan te passen met het oog op het overgangsrecht voor de voorziening in de onderwijshuisvesting en de Wet studiefinanciering 2000 te wijzigen om een technische verbetering door te voeren;.

3

In artikel VII wordt na onderdeel L een onderdeel toegevoegd, luidende:

M

Artikel 208 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift, eerste, tweede en achtste lid wordt «voor de jaren 2011 tot en met 2017» telkens vervangen door: voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

2. In het negende lid wordt «Met ingang van het jaar 2018» vervangen door: Met ingang van het in het achtste lid genoemde tijdstip.

4

In artikel VIII wordt na onderdeel I een onderdeel toegevoegd, luidende:

J

In artikel 167a, opschrift, eerste en tweede lid, wordt «voor de jaren 2011 tot en met 2017» telkens vervangen door: voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

5

In artikel IX wordt na onderdeel D een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

In artikel 11.1b, opschrift, eerste en tweede lid, wordt «voor de jaren 2011 tot en met 2017» telkens vervangen door: voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

6

Na artikel XII worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIIa. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING BES

De Wet studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de begripsomschrijving van «ander openbaar lichaam» te luiden:

ander openbaar lichaam: het openbaar lichaam waar de studerende een opleiding volgt, niet zijnde het openbaar lichaam waar de ouders van de studerende wonen of een van diens ouders woont,.

2. In het eerste lid komt onderdeel a van de begripsomschrijving van «beroepsopleiding» te luiden:

a. op grond van artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES erkende beroepsopleiding, en.

3. In de alfabetische rangschikking wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

ouder: natuurlijke ouder of adoptiefouder in de zin van de artikelen 197 tot en met 232aa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES,

4. In het tweede lid wordt «Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek» vervangen door: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

B

Artikel 1.3, onderdeel c, komt te luiden:

c. onderwijssoort als bedoeld in paragraaf 2.5.

C

Artikel 1.4 komt te luiden:

Artikel 1.4. Nationaliteit en woonplaats

Voor studiefinanciering BES en een opstarttoelage kan een studerende in aanmerking komen die in de periode van drie maanden voorafgaand aan het studiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft woonplaats had in een openbaar lichaam en:

a. de Nederlandse nationaliteit bezit; of

b. voorafgaand aan dat studiejaar ten minste tien jaar, al dan niet aaneengesloten, in een openbaar lichaam heeft gewoond.

D

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Voor de opstarttoelage kan in aanmerking komen degene die aanspraak heeft op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de WSF 2000.

2. Vóór de slotpunt van het eerste lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: , met uitzondering van de deelnemer, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, tweede volzin, van de WSF 2000.

E

Artikel 1.6 komt te luiden:

Artikel 1.6. Inspecteur bepaalt inkomen of loon

Op verzoek van Onze Minister bepaalt de inspecteur, bedoeld in artikel 1.3 van de Belastingwet BES, het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3 van de Wet inkomstenbelasting BES, van de debiteur.

F

In artikel 2.2 wordt in tabel 1, tweede kolom, telkens na «Verenigde Staten van Amerika» toegevoegd: en Canada.

G

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

2. In het eerste lid komt onderdeel d te luiden:

d. een document of documenten waarmee aannemelijk wordt gemaakt welke opleiding de studerende zal gaan volgen.

3. Het tweede lid komt te luiden:

2. De aanvraag voor een opstarttoelage wordt ingediend voorafgaand aan de maand waarin de opleiding begint.

H

Artikel 2.5, derde lid, komt te luiden:

3. De opstarttoelage wordt slechts toegekend indien zij betrekking heeft op een nog niet aangevangen opleiding.

I

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «studerenden beroepsonderwijs opleiding niveau 3 of 4» vervangen door: studerenden aan een opleiding niveau 3 of 4.

2. In het vierde lid wordt «hoger onderwis» vervangen door: hoger onderwijs.

J

Artikel 2.9, tweede lid, komt te luiden:

2. Voor een opstarttoelage kan in aanmerking komen degene die aannemelijk kan maken dat hij in het Europese deel van Nederland een opleiding niveau 3 of 4 als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de WSF 2000 of hoger onderwijs gaat volgen.

K

Artikel 2.10, tweede lid, komt te luiden:

2. De aanspraak op de opstarttoelage vervalt indien de studerende niet binnen een termijn van 2 maanden na aanvang van de betreffende opleiding is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid.

L

Artikel 2.12 komt te luiden:

Artikel 2.12. Aanspraak bij einde studie beroepsonderwijs

1. De aanspraak op studiefinanciering BES eindigt met ingang van de maand die volgt op de dag waarop de deelnemer het afrondende studiejaar van een opleiding met goed gevolg heeft afgesloten.

2. Indien de deelnemer aansluitend aan het afrondende studiejaar, opnieuw begint aan dat afrondende studiejaar zonder dat dat studiejaar met goed gevolg was afgesloten, ontstaat aanspraak op studiefinanciering BES voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar.

3. Indien de deelnemer na zijn uitschrijving in juli per 1 september daaropvolgend hoger onderwijs in de zin van deze wet gaat volgen, blijft op zijn aanvraag de aanspraak op studiefinanciering in de maand augustus bestaan. Hij wordt in die periode aangemerkt als deelnemer aan de eerste opleiding. In afwijking van artikel 2.5, tweede lid, kan de aanvraag in het daarop volgende studiejaar worden ingediend.

M

In artikel 3.1, eerste lid, wordt «een beroepsopleiding niveau 3 of 4» vervangen door: een opleiding niveau 3 of 4.

N

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de begripsomschrijving van «minimumloon» te luiden:

minimumloon: het bij of krachtens de Wet minimumlonen BES geldende minimum maandloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van die wet, vermenigvuldigd met 12, waarbij voor het aantal gewerkte uren wordt gelezen 40 en waarbij voor het minimumuurloon wordt gelezen het hoogste in het peiljaar geldende bruto minimumuurloon,.

2. In het eerste lid wordt in de begripsomschrijving van «toetsingsinkomen» «de belastbare som, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES» vervangen door: het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3 van de Wet inkomstenbelasting BES.

O

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. «over de maand oktober» wordt vervangen door: over de maand september.

2. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het rentepercentage wordt vastgesteld op nul indien deze overeenkomstig de eerste volzin minder dan nul procent bedraagt.

P

Artikel 4.4, derde lid, komt te luiden:

3. Bij de berekening van de rente, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt voor elk kalenderjaar het rentepercentage gehanteerd dat in het voorafgaande jaar op grond van artikel 4.3 is vastgesteld.

Q

Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «De terugbetalingsperiode vangt wat betreft de studiefinanciering BES aan op» vervangen door: De terugbetalingsperiode van de studiefinanciering BES vangt aan op.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De terugbetalingsperiode van de opstarttoelage vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering op grond van de WSF 2000.

R

Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: of uit hoofde van artikel 5.2.

2. In het derde lid wordt «bedoeld in artikel 4.12» vervangen door: bedoeld in artikel 4.12, eerste lid.

S

In het eerste en vijfde lid van artikel 4.11 wordt «in het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de draagkracht wordt vastgesteld» telkens vervangen door: in het peiljaar.

T

In artikel 4.13, tweede lid, wordt telkens na «studiefinanciering BES» ingevoegd «of studiefinanciering op grond van de WSF 2000» en vervalt de zinsnede: van een studerende.

U

Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. op basis van onjuiste of onjuist verwerkte gegevens anders dan bedoeld onder a te veel of te weinig studiefinanciering BES is toegekend, wel of geen opstarttoelage is toegekend, de vorm van de studiefinanciering BES onjuist is vastgelegd, de termijn te hoog of te laag is vastgesteld, de draagkracht van de debiteur te hoog of te laag is vastgesteld,.

2. Het derde lid wordt vervangen door twee leden, luidende:

3. Behoudens in het geval van bedrog kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, voor zover het betreft de vorm van de studiefinanciering BES slechts geschieden binnen 5 jaren na:

a. het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;

b. het kalenderjaar waarvoor de termijn is vastgesteld; of

c. het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.

4. Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening anders dan bedoeld in het derde lid, slechts geschieden binnen 18 maanden na:

a. het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;

b. het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 voor zover het de opstarttoelage betreft;

c. het kalenderjaar waarvoor de termijn is vastgesteld; of

d. het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.

V

Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De uitbetaling van de opstarttoelage vindt in één keer plaats.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de studiefinanciering BES in een ander betaalritme dan per maand wordt uitbetaald indien dat wenselijk is gelet op de situatie in het land waar de opleiding wordt gevolgd.

W

In artikel 7.1, derde lid, wordt na «minder studiefinanciering BES» ingevoegd: , tot afwijzing van de opstarttoelage.

X

Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «landen buiten het Koninkrijk» vervangen door: andere landen binnen en buiten het Koninkrijk.

2. In het eerste en derde lid wordt «een staat buiten het Koninkrijk» vervangen door: Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een staat buiten het Koninkrijk.

Y

Artikel 9.1 vervalt.

Z

Na artikel 9.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9.3. Persoonsgebonden nummer BES buiten toepassing

Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip blijven de begripsomschrijving van «persoonsgebonden nummer BES» in artikel 1.1, eerste lid, en de artikelen, 1.7 en 2.3, eerste lid, onderdeel b, buiten toepassing.

ARTIKEL XIIb. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING 2000

Artikel 5.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet studiefinanciering 2000 komt te luiden:

a. voor een opleiding in het hoger beroepsonderwijs gedurende:

1°. de periode waarop de studielast van een bacheloropleiding op grond van artikel 7.4b, eerste lid, van de WHW is gebaseerd; of

2°. één jaar voor een masteropleiding genoemd in artikel 7.4b, tweede tot en met zevende lid, van de WHW; of.

7

Artikel XIII komt te luiden:

ARTIKEL XIII. INWERKINGTREDING

1. Deze wet treedt, met uitzondering van artikel XIIa, onderdeel O, subonderdeel 2, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en werkt wat betreft artikel XIIb terug tot en met 1 september 2015.

2. Artikel XIIa, onderdeel O, subonderdeel 2, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat een-op-een dezelfde bepalingen als de artikelen I, II, III, IV en V, onderdeel B, van het wetsvoorstel Aanpassingswet studiefinanciering BES dat thans aanhangig is bij de Eerste Kamer.1 Dat wetsvoorstel zal door middel van een novelle worden gewijzigd voor wat betreft de daarin opgenomen bepalingen met betrekking tot het onterecht bezit en gebruik van de OV-studentenkaart en ligt dus stil in afwachting van die novelle. Ik wil voorkomen dat de onderwerpen die in de hiervoor genoemde artikelen worden geregeld en die in zekere zin, omdat ze niet ter discussie staan «onnodig» stilliggen, niet tijdig in werking kunnen treden. Daarom kies ik ervoor om die onderwerpen in een ander wetsvoorstel (wederom) in procedure te brengen in de hoop en verwachting dat de beoogde wijzigingen nog deze zomer in werking kunnen treden (zie verdere toelichting in de nota naar aanleiding van het verslag). Het bij de Eerste Kamer aanhangige voorstel zal, zoals gezegd, later door middel van een novelle worden gewijzigd, waarbij tevens de genoemde artikelen uit dat wetsvoorstel worden geschrapt.

Kortheidshalve is ervoor gekozen om de algemene en artikelsgewijze toelichting op de voorstellen tot wetswijzigingen die zijn opgenomen in deze nota van wijziging, niet ook weer integraal over te nemen uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Aanpassingswet studiefinanciering BES en in de eerste nota van wijziging bij dat wetsvoorstel.2 Ten behoeve van de vindbaarheid wordt hieronder een transponeringstabel opgenomen, met de daarbij behorende vindplaats voor de algemene en artikelsgewijze toelichting. De betreffende Kamerstukken zijn ook als bijlage bij deze toelichting bijgevoegd.

Transponeringstabel

Onderhavig wetsvoorstel

Aanpassingswet studiefinanciering BES1

Vindplaats toelichting

Artikel VII, onderdeel M

Artikel II. Wijziging WPO BES (overgangsbepaling onderwijshuisvesting CN)

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

Artikel VIII, onderdeel J

Artikel III. Wijziging WVO BES (overgangsbepaling onderwijshuisvesting CN)

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

Artikel IX, onderdeel E

Artikel IV. Wijziging WEB BES (overgangsbepaling onderwijshuisvesting CN)

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

Artikel XIIa

Artikel I. Wijzigingen van de Wet studiefinanciering BES

 

– onderdelen A t/m N

– onderdelen A t/m N

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

– onderdeel O

– onderdeel N1

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 5

– onderdelen P t/m Z

– onderdelen O t/m Y

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

Artikel XIIb

Artikel V. Technische wijziging WSF 2000

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3

X Noot
1

Kamerstukken I 2016/17, 34 331, A.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstukken I 2016/17, 34 331, A.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 34 331, nr. 3 (memorie van toelichting) en nr. 5 (eerste nota van wijziging).

Naar boven