34 604 EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting COM (2016) 683, 685, 686 en 6871

A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2016

Hiermee stel ik u ervan in kennis dat de commissie Financiën van deze Kamer een subsidiariteitstoets heeft uitgevoerd met betrekking tot de EU-voorstellen:

  • COM (2016) 683 betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB),

  • COM (2016) 685 betreffende een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCTB),

  • COM (2016) 686 betreffende mechanismen ter beslechting van geschillen over dubbele belasting in de Europese Unie, en

  • COM (2016) 687 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft hybride mismatches met derde landen.

Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

In de commissievergadering van 13 december 2016 hebben woordvoerders van de fracties van de VVD en het CDA inbreng geleverd waaruit blijkt dat deze fracties een negatief subsidiariteitsoordeel hebben t.a.v. de voorstellen met de nummers COM(2016)683, COM(2016)685 en COM(2016)687. In de bijlage bij deze brief treft u hun gemotiveerd oordeel over de genoemde voorstellen aan. De woordvoerders van de fracties van de PVV, van de ChristenUnie en van de SGP gaven aan dit oordeel te steunen.

De commissie wil u verzoeken – mede gelet op de deadline van 3 januari 2017 – uiterlijk in de plenaire vergadering van 20 december 2016 het negatieve subsidiariteitsoordeel per afzonderlijk COM-voorstel in stemming te brengen, opdat vastgesteld kan worden of de Kamer in meerderheid dit negatieve subsidiariteitsoordeel deelt.

Voorts verzoekt de commissie u om de Europese Commissie in kennis te stellen van de uitkomst van de subsidiariteitstoets met betrekking tot de genoemde COM-voorstellen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, De Grave

Bijlage Beoordeling subsidiariteit en proportionaliteit door de fracties van VVD en CDA

Binnen de commissie Financiën van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde procedure, de navolgende EU-voorstellen getoetst aan het beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

  • Voorstel voor een richtlijn voor een gemeenschappelijke geconsolideerde vennootschapsbelasting (Common Consolidated Tax Base – CCCTB) (COM(2016)683)2

  • Voorstel voor een richtlijn voor een gemeenschappelijke vennootschapsbelasting (Common Corporate Tax Base – CCTB) (COM(2016)685)3

  • Voorstel voor een richtlijn inzake hybride mismatches met derde landen (COM(2016)687)4

Door de fracties van de VVD en het CDA zijn tijdens de vergadering van de commissie op 13 december jl. de navolgende oordelen ten aanzien van subsidiariteit en proportionaliteit van deze voorstellen schriftelijk kenbaar gemaakt.

Common Consolidated Tax Base – CCCTB (COM(2016)683)

Oordeel van de leden van de VVD-fractie

Het richtlijnvoorstel dat de voorganger vormt van de twee Richtlijnvoorstellen inzake de Common (Consolidated) Corporate Tax Base is eerder in 2011 door de Nederlandse regering kritisch beoordeeld. Die beoordeling heeft toentertijd geleid tot een negatief subsidiariteitsoordeel. De voorliggende voorstellen verdienen nadere bestudering door de leden van de VVD-fractie tijdens het parcours dat deze Richtlijnvoorstellen nog moeten afleggen. De problematiek is omvangrijk en de gevolgen voor de schatkist zijn niet voldoende duidelijk. Het BNC-fiche van de regering is door de leden van de VVD-fractie beoordeeld. Zij citeren hieronder het negatieve subsidiariteitsoordeel van de regering en volgen dit oordeel:

«Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit negatief. Het kabinet ziet de noodzaak om op Europees niveau over te gaan tot consolidatie en herverdeling van de winst niet goed in. Er bestaan in OESO-verband al – van deze verdeelsleutel afwijkende – afspraken over onderlinge verrekenprijzen op basis waarvan de winst internationaal wordt gealloceerd.»5

Oordeel van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie beoordelen de subsidiariteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • Er is geen reden om binnen de EU consolidatie bij bedrijven met een omzet van meer dan 750 miljoen verplicht te stellen;

  • Er zijn geen aangetoonde voordelen voor de interne markt, in OESO-verband gelden al afspraken over onderlinge verrekenprijzen;

  • De impact-assessment van de Europese Commissie is gebaseerd op onrealistische aannames (namelijk dat 16 landen waaronder Nederland hun Vpb-tarief gaan verhogen);

  • Het risico is te groot dat dit leidt tot uiteindelijk minder Vpb-opbrengst in Nederland;

  • Het verband met het tegengaan van belastingontwijking is ver te zoeken;

  • Het voorstel bevat geen minimumtarief van bijvoorbeeld 20% in de Vpb.

De leden van de CDA-fractie beoordelen de proportionaliteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • Het voorstel is te complex en leidt tot ingewikkelde uitvoering (drie systemen naast elkaar);

  • De verdeelsleutel pakt slecht uit voor een handels- en dienstenland als Nederland (omzet, vaste activa, combinatie van een loonsom en aantal werknemers);

  • Er bestaan in OESO verband al afspraken over onderlinge verrekenprijzen op basis waarvan de winst wordt toegerekend.

Common Corporate Tax Base – CCTB (COM(2016)685)

Oordeel van de leden van de VVD-fractie

Net als bij het CCCTB-voorstel citeren de leden van de VVD-fractie uit het BNC-fiche bij het onderhavige voorstel. Zij volgen het negatieve oordeel van de regering ten aanzien van de subsidiariteit van het voorstel.

«Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit negatief. Het kabinet kan de doelen – versterking van de interne markt en het klimaat voor het bedrijfsleven binnen de EU en het aanpakken van belastingontwijking – die met dit voorstel worden beoogd onderschrijven. De voorstellen dragen echter niet of nauwelijks bij aan deze doelstelling.

De Commissie geeft aan dat het alleen op EU-niveau mogelijk is een gemeenschappelijke belastinggrondslag vast te stellen ter versterking van de interne markt. Uit de voorstellen blijkt naar de mening van het kabinet niet dat een Europese oplossing toegevoegde waarde heeft voor alle actoren die bij dit vraagstuk zijn betrokken. Het hebben van een gedeeltelijk optioneel systeem betekent dat de overheid twee verschillende belastingsystemen met betrekking tot de vennootschapsbelasting moet hanteren in plaats van één heeft duidelijke nadelen met betrekking tot de uitvoeringseffectiviteit. Verder heeft de onder het Nederlands EU-voorzitterschap aangenomen Richtlijn anti-belastingontwijking al grotendeels tot harmonisatie van de belastinggrondslag in de lidstaten geleid met als doel misbruik te voorkomen. De met de maatregelen uit de Richtlijn anti-belastingontwijking vergelijkbare maatregelen tegen misbruik komen terug in het CCTB-voorstel. De overige maatregelen uit het CCTB-voorstel dragen niet of nauwelijks aan dit doel bij. Het is dus maar de vraag of en in hoeverre met dit voorstel situaties van misbruik aanvullend kunnen worden bestreden.»6

Oordeel van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie beoordelen de subsidiariteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • De doelen van versterking van het klimaat van het bedrijfsleven binnen EU en belastingontwijking worden niet bereikt;

  • De EU ATAD-Richtlijn zal al tot de gewenste harmonisering in grondslag leiden (grotendeels implementatie deel BEPS-pakket);

  • Het voorstel tast het Nederlandse fiscale winstbegrip aan en beperkt deelnemingsvrijstelling en beëindigt de innovatie box;

  • Het voorstel gaat onnodig verder dan het OESO (BEPS)-pakket.

De leden van de CDA-fractie beoordelen de proportionaliteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • Het voorstel is veel te complex en leidt tot ingewikkelde uitvoering (drie systemen naast elkaar);

  • De tijdelijke en beperkte mogelijkheid van verliesoverdracht zal tot kunstmatige import van verliezen uit andere EU-lidstaten aanleiding kunnen geven.

Richtlijnvoorstel hybride mismatches met derde landen (COM(2016)687)

Oordeel van de leden van de VVD-fractie

Het Richtlijnvoorstel hybride mismatches met derde landen is in de kern gericht tegen agressieve belastingontwijking maar kan mogelijk ook structuren raken die van belang zijn voor de werkgelegenheid in Nederland en de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland voor in het bijzonder Amerikaanse ondernemingen. De leden van de VVD-fractie beoordelen de subsidiariteit van het voorstel negatief.

Oordeel van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie beoordelen de subsidiariteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • Het voorstel vormt een aantasting van het Nederlandse systeem van belasting heffen;

  • Het voorstel gaat verder dan OESO heeft bedoeld;

  • Het voorstel leidt tot heffing (of niet-aftrekbaarheid), terwijl de waarde in een derde land wordt toegevoegd. Daar moet de heffing plaats hebben. Dat is een concurrentienadeel voor non EU-bedrijven die actief willen zijn op de interne markt.

De leden van de CDA-fractie beoordelen de proportionaliteit van het voorstel om de volgende reden negatief:

  • Een mondiale aanpak (OESO-BEPS-actiepunt 2) heeft de voorkeur;

  • Het voorstel pakt bijzonder slecht uit voor Nederland (in het bijzonder investeringen Amerikaanse bedrijven plus bijbehorende werkgelegenheid);

  • Het is beter om eerst te wachten op het fiscale beleid van nieuwe Amerikaanse regering, de kans is groot dat hybrids in de toekomst minder aantrekkelijk zijn vanuit Amerikaanse optiek.


X Noot
1

Zie dossier E160043, E160044, E160045 en E160046 op www.europapoort.nl; de COM-documenten zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd.

X Noot
2

Zie dossier E160043 op www.europapoort.nl

X Noot
3

Zie dossier E160044 op www.europapoort.nl

X Noot
4

Zie dossier E160046 op www.europapoort.nl

X Noot
5

Kamerstukken II 2016–2017, 34 604, nr. 4, blz. 11

X Noot
6

Kamerstukken II 2016–2017, 34 604, nr. 4, blz. 11

Naar boven