Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2017
Tijdens de wetsbehandeling van de Wet Inburgering van dinsdag 13 juni jl. zijn er
door Senaatslid Nooren (PvdA) vragen gesteld over het gebruik van een intaketoets
voor inburgeraars. In deze brief zal ik ingaan op de intaketoets en hoe die wordt
gebruikt.
Van veel nieuwkomers is niet goed vast te stellen wat hun opleidingsniveau is omdat
zij bijvoorbeeld geen schooldiploma’s kunnen overleggen of weinig scholing hebben
genoten. Opleidingsniveau en leerbaarheid zijn belangrijke variabelen in het inburgeringsproces.
Een intaketoets die aan het begin van de inburgering wordt afgenomen, kan hier inzicht
in geven en kan ook het taalniveau toetsen zodat inburgeraars op basis van objectieve
toetsgegevens kunnen instromen in een taaltraject dat bij hen past. Er is daarom besloten
de intaketoets en een voortgangstoets verplicht te stellen voor taalaanbieders.
In de Handleiding 2017 van Blik op Werk (BoW) zijn de intaketoets en de voortgangstoets
verplicht opgenomen. De intaketoets voor volwassenen meet de taalvaardigheid, leerbaarheid,
motivatie en praktische omstandigheden van de cursist. De intaketoets wordt door de
taalaanbieder afgenomen vóór de start van de cursus. Op basis van de uitslag wordt
de cursist ingedeeld in een programma. De voortgangstoets wordt gebruikt om de voortgang
van de cursist te meten. Hierdoor kan de docent zien of de cursist de vereiste voortgang
heeft en zo nodig moet worden verplaatst naar een andere groep die overeen komt met
zijn taalniveau en leerbaarheid. De docenten zijn getraind in het afnemen van deze toetsen. Taalaanbieders maken
veelal gebruik van toetsen die zijn ontwikkeld door Bureau ICE, een toetsontwikkelaar.
Ook zijn er lesmethoden die een toets bevatten die specifiek aansluit op het lesmateriaal.
Het gaat dus niet om het resultaat dat een inburgeraar behaalt op deze toets maar
om het gebruik van een intake en voortgangstoets als instrument om te beoordelen of
er een goede match is tussen inburgeraar en programma.
Blik op Werk controleert bij hun audits of het juiste toetsmateriaal wordt gebruikt.
Dit gebeurt in de audit die wordt gedaan voordat een taalaanbieder als aspirant wordt
toegelaten tot het keurmerk. De uitslagen van de toetsen worden opgenomen in het dossier
van de cursist. In de audits die jaarlijks worden uitgevoerd bij taalaanbieders, wordt
steekproefsgewijs gecontroleerd of de toetsen juist worden toegepast en of de uitslagen
hiervan ook goed worden toegepast: maakt de cursist voortgang en zit hij nog in de
goede groep. Bij het toezicht in de klas dat nu wordt geïmplementeerd, wordt de voortgangsbewaking
in zijn geheel bekeken. Het leerdossier waar de intake en voortgangstoetsen deel van
moeten uitmaken is daar onderdeel van.
In tweede termijn van het debat werd in aanvulling op de vraag over intaketoetsen
gevraagd of de toets door de gemeente wordt afgenomen. Dat is niet het geval met de
huidige intake- en voortgangstoets. Wel zijn er gemeenten die gebruikmaken van een
assessment voor nieuwkomers waarin ook wordt gekeken naar leerbaarheid, motivatie
en taalniveau. Ik vind dit een positieve ontwikkeling. Hiermee komt er meer aandacht
voor participatie en arbeidsmarktperspectief en kunnen er specifieke trajecten in
combinatie met inburgering worden aangeboden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher