34 583 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 en van verordening nr. 600/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014)

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 september 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel IV, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

8. De percentages in de kolom «procentuele aandelen» bij de navolgende toezichtcategorieën komen als volgt te luiden:

Accountantsorganisaties: 10,1%

Adviseurs en bemiddelaars: 20,8%.

Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede bewaarders alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten van een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit): 14,4%.

Beleggingsondernemingen voor eigen rekening: 1,5%.

Effectenuitgevende instellingen: markt: 7,7%.

Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving: 7,1%.

Financiële infrastructuur: marktexploitanten, exploitanten van een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit en datarapporteringsdienstverleners: 2,6%.

Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen: 3,4%.

Verzekeraars: Schade niet zijnde zorg: 2,7%.

Toelichting

Ten tijde van de indiening van onderhavig wetsvoorstel was nog niet duidelijk of en hoe de procentuele verdeling van de kosten van het doorlopend toezicht van de AFM zou wijzigen in verband met de uitvoering van MiFID II. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de uitvoering van de taken uit MiFID II gevorderd en is duidelijk hoe de 2,3 miljoen aan uitvoeringskosten doorberekend zal worden aan de sector. Doordat de taken die uit MiFID II volgen zien op specifieke toezichtcategorieën, zijn de taken van invloed op de procentuele verdeling in bijlage II van de Wet bekostiging financieel toezicht. Van de € 2,3 miljoen aan extra kosten betreft € 0,5 miljoen automatiseringskosten die over alle categorieën wordt verdeeld. Van de overige kosten wordt een deel als overhead aan alle categorieën toegerekend (€ 0,6 miljoen) en het overige aan de betrokken toezichtcategorieën (€ 1,2 miljoen). Dit betreft de categorieën banken en clearinginstellingen, beleggingsondernemingen voor eigen rekening, financiële infrastructuur: marktexploitanten en exploitanten van een MTF, en verzekeraars: leven en pensioen. De toedeling van de kosten aan deze categorieën leidt tot een verschuiving in de procentuele verdeling in bijlage II van de Wbft. Omdat de taken uit MiFID II vooral op beleggingsondernemingen voor eigen risico zien, wordt aan die categorie het grootste deel van de kosten toegerekend. Doordat die categorie een beperkt aandeel in de kosten had, is daar ook de grootste stijging van het percentage te zien. Gevolg van de toerekening aan de genoemde vier categorieën is dat voor de overige categorieën de procentuele aandelen licht dalen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven