De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het
verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng
is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijziging van
de Wegenverkeerswet 1994. Met Richtlijn 91/439/EEG is bepaald dat de verschillende
Europese lidstaten eigen rijbewijsschriften kunnen uitgeven. Maar voor zowel burgers
die reizen binnen de Europese Unie als voor openbare handhavers, kan dit tot verwarrende
situaties leiden. De leden van de VVD-fractie onderschrijven daarom het belang om
op Europees niveau tot meer uniformiteit te komen. Het gemeenschappelijk vaststellen
van de geldigheidsduur van rijbewijzen bij verlenging in een andere lidstaat, zo voorgesteld
in dit wetsvoorstel, vormt een belangrijke stap. De leden van de VVD-fractie hebben
nog wel een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de genoemde
wetswijziging. Zij hebben een enkele vraag.
Categorieën rijbewijzen
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten wat de wetswijziging
betekent voor de omwisseling van het rijbewijs B+ en rijbewijs BE in Europees verband.
Sinds 2013 hebben rijbewijshouders die met een aanhanger een totaalgewicht tot maximaal
4.250 kg rijden, een rijbewijs B+ (ook wel de code 96 genoemd) nodig. Daarnaast is
in 2013 bepaald dat een rijbewijs BE een rijbewijshouder toestaat tot 3.500 kg te
rijden, met als kanttekening dat met een dergelijk rijbewijs gehaald vóór 2013 geen
maximum voor (laad)gewicht geldt. In hoeverre blijven de rechten en plichten voor
B+ en BE rijbewijzen van vóór en na 2013 door dit wetsvoorstel gehandhaafd? Kan de
regering toelichten welke gevolgen dit in de praktijk exact heeft?
Consultatie
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering het wetsvoorstel voor advies heeft
voorgelegd aan de Rijksdienst Wegverkeer (RDW), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
(CBR), de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Zij lezen evenwel niet of de opmerkingen
van het CBR en de politie verwerkt zijn. Kan de regering toelichten welke opmerkingen
zij hebben gemaakt en hoe daarmee is omgesprongen?
Tot slot
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de geldigheidsduur van rijbewijzen in Europese
landen buiten de Europese Unie is geregeld. Worden met dit wetsvoorstel de verschillen
groter of kleiner op het Europese vasteland? En welke toenadering wordt er in dit
verband gezocht vanuit de Europese Unie met landen die geen onderdeel zijn van de
Europese Unie maar daar wel dichtbij liggen?
De leden van de CDA-fractie vragen waarom zo traag gereageerd is op de ingebrekestelling
die door de Europese Commissie reeds op 22 oktober 2015 is medegedeeld.
De voorzitter van de commissie, Van Dekken
Adjunct-griffier van de commissie, Israel