34 571 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met het vastleggen van het recht op de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en van overgangsrecht voor de inkomensondersteuning

Nr. 6 MOTIE VAN HET LID KUZU C.S.

Voorgesteld 11 april 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er ten grondslag aan deze wetswijziging een jarenlang durend dossier ligt, waarbij er serieuze verdenkingen zijn dat er sprake was van bewuste overtreding van de wet, druk vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de SVB om informatie achter te houden dan wel niet te benutten, diplomatieke druk vanuit Israël en lobbykantoren, onvolledige informatievoorziening aan de Kamer en ambtelijk falen;

constaterende dat er daarom door een advocatenkantoor bij de Voorzitter aangifte is gedaan van een mogelijk ambtsmisdrijf gepleegd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

van mening dat de onderste steen boven dient te komen;

verzoekt het presidium, een parlementair onderzoek in te stellen naar de gang van zaken betreffende de uitbetaling van AOW-uitkeringen aan AOW-gerechtigden die woonachtig waren of zijn in door Israël bezet gebied, waarbij ten minste worden gehoord:

  • de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en zijn relevante ambtsvoorgangers;

  • de verantwoordelijke ambtelijke leiding bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en zijn of haar relevante voorgangers;

  • de Minister van Buitenlandse Zaken en zijn relevante ambtsvoorgangers;

  • de opstellers van de aangifte tegen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuzu

Azarkan

Öztürk

Naar boven