34 564 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 3 VERSLAG OVER HET BURGERINITIATIEF «BASISINKOMEN 2018»

Vastgesteld 15 december 2016

Het burgerinitiatief

Het burgerinitiatief «Basisinkomen 2018» is op dinsdag 25 oktober 2016 door de initiatiefnemers aangeboden aan de voorzitter van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven.

De initiatiefnemers roepen de Kamer op dit onderwerp te agenderen teneinde de invoering van het basisinkomen met ingang van 2018 mogelijk te maken. Voor een meer uitgebreide toelichting op het burgerinitiatief wordt verwezen naar de brief van de initiatiefnemers d.d. 20 september jl. De initiatiefnemers hebben inmiddels ruim 60.000 steunbetuigingen verzameld.

Ontvankelijkheid

De commissie heeft onderzocht of het burgerinitatief voldoet aan de voorwaarden die de Kamer heeft gesteld om door haar behandeld te worden, welke behandeling uit zal monden in een uitspraak van de Kamer over het verzoek.

De commissie heeft aan de hand van de gebruikelijke steekproef geconstateerd dat het burgerinitiatief is voorzien van de minimaal vereiste 40.000 geldige steunbetuigingen. Deze zijn langs digitale weg verzameld.

Op verzoek van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht of het voorstel in de twee jaar voorafgaande aan de indiening van het burgerinitiatief in concluderende zin in de Kamer aan de orde is geweest. In de brief van de griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 29 november 2016 wordt namens de commissie gemeld dat «uit haar onderzoek blijkt dat het onderwerp van het burgerinitiatief op verschillende momenten aan de orde is geweest bij de behandeling in de Kamer.»

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dat de Kamer op dit moment de initiatiefnota van het lid Klein over het basisinkomen: «Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen» (34 393) in behandeling heeft. Op 19 september jl. heeft de eerste termijn van een notaoverleg over deze initiatiefnota plaatsgevonden. In haar procedurevergadering van 11 oktober heeft de commissie besloten om ten behoeve van de verdere behandeling van de initiatiefnota aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een reactie te vragen op de door het lid Klein ter vergadering uitgereikte berekening «Financiering van de invoering van het basisinkomen» afkomstig uit het Verkiezingsprogramma 2017–2021 van de Vrijzinnige Partij. Na ontvangst van de reactie van de Minister zal worden besloten over de voortzetting van de behandeling van de initiatiefnota.

Daarnaast heeft de Kamer op 8 november jl. een motie verworpen van het lid Klein over de haalbaarheid en wenselijkheid van de invoering van een basisinkomen in Nederland in het kader van de AMvB Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (34 352, nr. 44).

Tot slot wijst de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid erop dat op 27 november 2014 de Kamer een motie heeft verworpen van het lid Klein over een verkenning naar de invoering van een sociaal basisbudget (34 000 XV, nr. 48).

Op basis van dit advies en eigen onderzoek stelt de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven vast dat het onderwerp van het burgerinitiatief «Basisinkomen 2018» de afgelopen twee jaar vaker heeft geleid tot een uitspraak van een Kamermeerderheid in de vorm van een motie of anderszins. Zij is derhalve van mening dat het burgerinitiatief ten aanzien van het 2-jaarscriterium niet ontvankelijk kan worden verklaard.

Behandelingsvoorstel

De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven stelt de Kamer voor het burgerinitiatief «Basisinkomen 2018» wat betreft de voorwaarde van voldoende ondersteuning ontvankelijk te verklaren, maar niet ten aanzien van het 2-jaarscriterium.

De commissie adviseert de Kamer om het burgerinitiatief in handen te stellen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met de kanttekening dat de initiatiefnemers, zoals te doen gebruikelijk, in de gelegenheid zullen worden gesteld om het burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers

Naar boven