34 556 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden (Wet fiscale maatregel rijksmonumenten)

G BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2018

Op 11 december 2018 heb ik met uw Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden (Wet fiscale maatregel rijksmonumenten) (34 556) besproken. In het debat heb ik toegezegd u een brief te sturen over de wijze waarop ik voor de aandeelhouders van een transparante BV of NV met een landgoed als belangrijkste of enige bezit mogelijk wil maken dat zij voor hun woonhuis-rijksmonumenten subsidie kunnen ontvangen op grond van het Beleidskader instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

In het beleidskader is in paragraaf 3 opgenomen door wie op grond van het beleidskader subsidie kan worden aangevraagd. Ik zal aan deze paragraaf toevoegen dat ook subsidie kan worden aangevraagd door aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap als bedoeld in artikel 10.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001,1 indien wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 23, van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001. Dit maakt het mogelijk dat deze aandeelhouders subsidie aanvragen op grond van het beleidskader voor de rijksmonumenten met een woonfunctie (inclusief een eventuele tot die rijksmonumenten behorende en als zodanig (mee)beschermde tuin die deel uitmaakt van het landgoed).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Specifiek: naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan de bezittingen uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit op de voet van artikel 2 van de Natuurschoonwet 1928 als landgoed aangemerkte onroerende zaken.

Naar boven