34 550 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2017

Nr. 6 AMENDEMENT VAN HET LID DIJKGRAAF C.S.

Ontvangen 5 oktober 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 46 138 (x € 1.000).

II

In artikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 81 265 (x € 1.000).

III

In artikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 60 000 (x € 1.000).

Toelichting

De in dit amendement beoogde ophoging van ruim € 187 miljoen van het budget van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is gerechtvaardigd gezien de aanzienlijke daling van het netto ODA-bedrag minus de asielkosten in 2017 ten opzichte 2016 (zie de HGIS-nota 2017). Gecorrigeerd voor de lagere economische groei gaat het om een netto verlaging van het budget van ruim € 500 miljoen. Juist de instabiliteit in landen aan de Europese oost- en zuidgrenzen, en de directe gevolgen hiervan voor Nederland in de vorm van migratie en terrorismedreiging, maken de voorgenomen bezuinigingen op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking volgens de indiener onverantwoord en onwenselijk. Dit amendement beoogt daarom een deel van de voorgenomen bezuiniging teniet te doen.

Binnen artikel 4 «Vrede en veiligheid voor ontwikkeling» wordt sub-artikel 04.01 «Humanitaire hulp» verhoogd van € 220,017 naar € 283 miljoen, ten behoeve van de Dutch Relief Alliance, en wordt tevens sub-artikel 04.03 «Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie» verhoogd van € 191,718 miljoen naar € 210 miljoen. Via investeringen in noodhulp voor de korte termijn, opvang in de regio voor de korte en middellange termijn, en rechtsstaatontwikkeling voor de lange termijn, kan Nederland bijdragen aan stabiliteit en vrede in landen die getroffen zijn door onrust en geweld. Omdat de grondoorzaken en «push-factoren» voor migratie worden aangepakt, kan deze verhoging uiteindelijk bijdragen aan de reductie van irreguliere migratie richting Europa.

Binnen artikel 5 «Versterkte kaders voor ontwikkeling» wordt sub-artikel 05.03 «Bijdrage aan migratie en ontwikkeling» verhoogd van € 15 miljoen naar € 75 miljoen. Hiermee worden eveneens de grondoorzaken van migratie geadresseerd, en verder ingezet op ontwikkeling van fragiele staten. De verhoging creëert mogelijkheden tot directe ondersteuning van organisaties die programma’s opzetten om mensen in fragiele en instabiele staten perspectief te bieden op veiligheid en welvaart, waardoor irreguliere migratie verder tegengegaan wordt.

Binnen artikel 2 «Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water» wordt sub-artikel 02.03 «Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering» verhoogd van € 117,067 miljoen naar € 150 miljoen. Tevens wordt sub-artikel 02.01 «Toename van voedselzekerheid» verhoogd van € 347,795 miljoen naar € 361 miljoen. Middels verhoging van deze sub-artikelen wordt recht gedaan aan het belang van zowel migratie-gerelateerde ontwikkelingshulp als niet-migratie-gerelateerde ontwikkelingshulp. Het draagt bij aan de noodzakelijke, duurzame ondersteuning van projecten gericht op voeding en versterking van de armste bevolkingsgroepen. Daarbij gaat het onder meer om publiek-private partnerschappen tussen bedrijven en overheden waardoor een bijdrage wordt geleverd aan werkgelegenheid en voedselzekerheid.

Dekking wordt gevonden in een beperking van de 30%-regeling voor expats tot de Balkenendenorm, dat via een afzonderlijk amendement wordt geregeld.

Dijkgraaf Thieme Smaling

Naar boven