34 550 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2017

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2016

Tijdens de Begrotingsbehandeling van 6 december jongstleden (Handelingen II 2016/17, nr. 31, Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vroeg het lid Heerma naar de vergelijking van de prestaties van de eerste drie kwartalen inburgeringsplichtigen die in 2013 zijn ingestroomd. Deze treft u hierbij aan.

De tabel in deze brief geeft aan hoe het staat met de vorderingen van inburgeringsplichtigen die respectievelijk in het eerste, tweede en derde kwartaal van 2013 de kennisgeving inburgeringsplicht van DUO ontvingen. De uitsplitsing van deze resultaten naar migratiegrond (asiel, gezinvorming/-hereniging of overig) treft u aan in de bijlage bij deze brief.

Tabel 1: Resultaat 1e kwartaal cohort 2013 per 1 april en per 1 oktober 2016 en resultaat van instroom 2e en 3e kwartaal 2013 per 1 oktober 2016.
 

Stand 1 april 2016

Stand 1 oktober 2016

Overzicht instroom cohort 2013 kwartalen 1, 2 en 3

Instroom 1e kwartaal

Instroom 1e kwartaal

Instroom 2e kwartaal

Instroom 3e kwartaal

Totaal 1e t/m 3e kwartaal

Totaal inburgeringsplicht

1.113

(100%)

1.059

(100%)

1.994

(100%)

2.887

(100%)

5.940

(100%)

Voldaan aan inburgeringsplicht1

534

(48%)

598

(56%)

1.089

(55%)

1.386

(48%)

3.073

(52%)

Ontheffing inburgeringsplicht

20

(2%)

57

(5%)

118

(6%)

158

(5%)

333

(6%)

Nog inburgeringsplicht

559

(50%)

404

(38%)

787

(39%)

1.343

(47%)

2.534

(43%)

X Noot
1

Inburgeringsdiploma of diploma staatsexamen NT2 gehaald of vrijstelling gekregen vanwege een vrijstellend diploma, getuigschrift of certificaat.

Toelichting

Uit bovenstaande tabel kunnen de volgende ontwikkelingen worden afgeleid:

  • 1) Het aantal personen dat heeft voldaan aan de inburgeringsplicht neemt gestaag toe. Van de groep die in het 1e kwartaal van 2013 is ingestroomd, is tussen april 2016 en oktober 2016 een stijging te zien van 48% naar 56% (een stijging van 8%).

    De percentages «voldaan» van de groepen die in het tweede en derde kwartaal zijn ingestroomd, liggen lager (resp. 55% en 48%). Dit ligt in de lijn der verwachting aangezien deze groepen later zijn gestart dan de groep die in het eerste kwartaal is ingestroomd. Het totaal van de eerste drie kwartalen komt hiermee per 1 oktober op 52%.

  • 2) In de oktoberbrief over de voortgang van de inburgering is de kanttekening geplaatst dat op zijn vroegst in het voorjaar van 2017 een redelijk compleet beeld te geven valt van het resultaat van het cohort 2013. Dit hangt samen met het grote aantal verlengingen en de tijd die gemoeid is met het onderzoeken van verwijtbaarheid van overschrijdingen.

In de bijlagen bij deze brief treft u naast de opsplitsing per categorie inburgeringsplichtigen (bijlage 1) ook het resultaat aan van de instroom van het vierde kwartaal van cohort 2013 (bijlage 2). In de volgende voortgangsbrief over de inburgering zal ik u nader informeren over de ontwikkelingen in het aantal verleende verlengingen van de inburgeringstermijn.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Bijlage 1

 

Stand 1 april 2016

Stand 1 oktober 2016

Overzicht instroom cohort 2013 kwartalen 1, 2 en 3, uitgesplitst naar migratiegrond

Instroom 1e kwartaal

Instroom 1e kwartaal

Instroom 2e kwartaal

Instroom 3e kwartaal

Totaal 1e t/m 3e kwartaal

Voldaan aan inburgeringsplicht1

Totaal

534

(48%)

598

(56%)

1.089

(55%)

1.386

(48%)

3.073

(52%)

Asielmigrant

157

(30%)

213

(42%)

557

(48%)

482

(36%)

1.252

(42%)

Gezinsmigrant

369

(65%)

376

71%)

482

66%)

775

(61%)

1.633

(65%)

Overig

8

(29%)

9

(39%)

50

(48%)

129

(46%)

188

(46%)

Ontheffing inburgeringsplicht

Totaal

20

(2%)

57

(5%)

118

(6%)

158

(5%)

333

(6%)

Asielmigrant

16

(3%)

47

(9%)

92

(8%)

95

(7%)

234

(8%)

Gezinsmigrant

3

(1%)

8

(2%)

15

(2%)

29

(2%)

52

(2%)

Overig

1

(4%)

2

(9%)

11

(10%)

34

(12%)

47

(11%)

Nog Inburgeringsplicht

Totaal

559

(50%)

404

(38%)

787

(39%)

1.343

(47%)

2.534

(43%)

Asielmigrant

342

(66%)

248

(49%)

512

(44%)

754

(57%)

1.514

(50%)

Gezinsmigrant

198

(35%)

144

(27%)

231

(32%)

471

(37%)

846

(33%)

Overig

19

(68%)

12

(52%)

44

(42%)

118

(42%)

174

(43%)

X Noot
1

Inburgeringsdiploma of diploma staatsexamen NT2 gehaald of vrijstelling verkregen vanwege een vrijstellend diploma, getuigenschrift of certificaat.

Bijlage 2

 

Stand 1 oktober 2016

Overzicht instroom cohort 2013, kwartalen 1 t/m 4

Instroom 1e t/m 3e kwartaal

Instroom 4e kwartaal

Totaal 1e t/m 4e kwartaal

Voldaan1 aan inburgeringsplicht

Totaal

3.073

(52%)

1.483

(43%)

4.556

(49%)

Asielmigrant

1.252

(42%)

513

(30%)

1.765

(38%)

Gezinsmigrant

1.633

(65%)

833

(56%)

2.466

(62%)

Overig

188

(46%)

137

(52%)

325

(48%)

Ontheffing inburgeringsplicht

Totaal

333

(6%)

91

(3%)

424

(5%)

Asielmigrant

234

(8%)

64

(4%)

298

(6%)

Gezinsmigrant

52

(2%)

12

(1%)

64

(2%)

Overig

47

(11%)

15

(6%)

62

(9%)

Nog inburgeringsplicht

Totaal

2.534

(43%)

1.850

(54%)

4.384

(47%)

Asielmigrant

1514

(50%)

1.107 (66%)

2.621

(56%)

Gezinsmigrant

846

(33%)

633

(43%)

1.479

(37%)

Overig

174

(43%)

110

(42%)

284

(42%)

X Noot
1

Inburgeringsdiploma of diploma staatsexamen NT2 gehaald of vrijstelling verkregen vanwege een vrijstellend diploma, getuigenschrift of certificaat.

Naar boven