34 550 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2017

Nr. 80 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den haag, 6 juli 2017

In mijn brief van 8 maart 2016* heb ik u een strategische analyse toegezegd waarbij de risico’s voor alle taken en domeinen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) worden gewogen en gerelateerd aan de inzet van de ILT. Tijdens de begrotingsbehandeling van 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 18, item 12) heeft u gevraagd de resultaten van dit onderzoek te ontvangen voordat het volgende Meerjarenplan is vastgesteld. Naar aanleiding daarvan stuur ik u hierbij de rapportage IBRA 1.0.2

Deze rapportage is de eerste uitwerking van de methodiek voor een ILT-brede risicoanalyse (IBRA). Het uiteindelijke doel is de schaarse capaciteit van de ILT in te zetten op de onderwerpen waar de maatschappelijke risico’s het grootst zijn. De «1.0» in de titel brengt tot uitdrukking dat verdere doorontwikkeling nodig is. Ook de ervaring bij andere inspecties ten aanzien van de methodiek van risicoanalyse over meerdere terreinen heeft dat duidelijk gemaakt. Een risicoanalyse is, inherent aan de dynamiek en complexiteit van het veld waarop toezicht wordt gehouden, eigenlijk nooit «af».

Het rapport IBRA 1.0 bevat een technische weergave van feitelijke risico’s op de terreinen waar ILT een taak heeft. Deze technische exercitie is nodig om de risico’s, die zeer verschillend van aard zijn, en de maatschappelijke schade als gevolg daarvan onderling vergelijkbaar te maken. De IBRA legt nog geen verbinding met de inzet van de ILT. Dit betekent dat in dit stadium de ILT conform de huidige prioritering blijft werken.

In het komende, door mij goed te keuren, ILT Meerjarenplan (MJP) worden aan de hand van de uitkomsten van deze risicoanalyse de eerste stappen gezet in de richting van een meer programmatische, inspectiebrede aanpak ten aanzien van de risico’s. Daarvoor is in een volgende fase ook uitwerking van andere bouwstenen nodig. De rapportage IBRA 1.0 is niet het enige element waarmee de ILT tot een programmering komt. Bij die programmering betrekt de ILT ook de (wettelijke) verplichtingen, maatschappelijk effecten en het handelingsperspectief. Het MJP wordt uw Kamer in september aangeboden, samen met de begrotingsstukken van IenM.

Indien gewenst, kan de inspecteur-generaal u een toelichting geven op de gekozen methodiek en de uitkomsten van de IBRA.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XNoot
*

Kamerstuk 34 300 XII, nr. 67

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven