34 550 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2017

Nr. 8 MOTIE VAN HET LID VAN HELVERT

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 oktober 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in 2012 en 2013 door het huidige kabinet voor 8 miljard euro is bezuinigd op het Infrastructuurfonds van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

overwegende evenwel dat de budgettaire effecten van verlenging Infrastructuurfonds voor 2029 en 2030 groot zijn: er komt 10,9 miljard euro bij;

overwegende dat daarvan 6,8 miljard euro naar onderhoud gaat, 0,8 miljard nodig is voor het corrigeren van een rentevrijval als gevolg van de aflossing van leningen ProRail en een ramingsbijstelling, zodat nog slechts 3,3 miljard euro resteert;

overwegende dat van die 3,3 miljard euro 1,4 miljard door het huidige kabinet wordt geclaimd zodat slechts 1,9 miljard resteert voor een nieuw kabinet;

overwegende dat het kabinet stelt dat bedrag (1,9 miljard euro voor het nieuwe kabinet) nog kan wijzigen, indien komend jaar blijkt dat de omvang van de doorlopende verplichtingen voor de jaren 2029 en 2030 moet worden bijgesteld;

verzoekt de regering, spoedig met een onderzoek (met verschillende varianten) te komen waarbij een aanmerkelijk groter bedrag beschikbaar komt voor een nieuw kabinet en de Kamer daarover voor de behandeling van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Helvert

Naar boven